1434-11-07 | Stanthasen

Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 123/Carthuizers St Geerdenberg

Jaartallenindex

wij Berys Claesz, rechter in den ambacht van Stanthasen in myns joncheren ambacht van Nassouw, en heemraders in denselven ambacht, oorkonden dat Geryt Proijet Lambrechtsz opgaf met een vrye gift Jacob Willem Wouter Peterszoenszoen tbv Lauwerijs Woutgheers Wyntszoen, 3 morgen lands gelegen in t selve ambacht voirn, an die oostzijde: Snellaert Jansz lant, an die westzijde: Willem barbiers kynder. Sterft Lauwerijs kinderloos dan zal dit land komen op zijn broeder Aernt die Wynt. Ende waer dat zake dat men noch dycke dycte so sullen dese 3 morgen dycken voor 3 morgen. Ende dese 3 morgen voirs. die strecken van den wege die men gaet van Sinte Joos tot Drymmelen op waert totter graft toe. Want wij rechter en heemraders geen gemeen zegel hebben, zegelt Berijs Claesz, onse richter, voor ons. Gegeven anno 1434 des Zonnendages voer St Mertynsdach (vgl 1445-06-14, 1445-06-18)

Berys Claesz, rechter, Gheryt Proijet Lambrechtsz, Peter die Wynt, Snellaert Jansz, Jan die Vos Keerstiaensz, heemraders

Dalem, van | 1369-08-15

Arch Nassau Domeinraad dl I stuk 5 fol 9 leen 25/Leenregister Leck en Polanen Inv no 44 fol 28v

Achternamenindex

leenregister Leck en Polanen: 7 morgen land aan de lage zijde van de Werken, strekkende vandaar tot de Oude Vysen [sic!]; land van Altena: Weyborch, vrouw van Lauwerijs van Dalem, na opdracht door Margriet Pieter Ovelaertsdochter vrouw van Heynric van Wyffliet; 1404-10-19: Brien van Wyck

1488-11-04 | Lindonc

Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 67/Carthuizers St Geerdenberg

Jaartallenindex

schepenen in St Geertruidenberg oorkonden dat Lauwerijs Gysbrecht Andriesz opgaf in een vrye gifte aan broeder Adriaen [Reppelemunda], procurator tbv het gemeen convent van de Carthusers by onser stede, een stuk lands, belend an d'een zide: het land dat Jans van der Heyde placht te zyn, an d'ander side: der Carth. land voirs, aengaende aen den Donghen padt, streckende te halve water of te lant te Lindonck waert aen. Bezegeld anno 1488 op 4 Nov.

Adriaen Dircsz van der Kerck en Wouter Adriaensz van Beyeren, schepenen

1503-08 |

Grote Raad Mechelen E.A. Dossiers dossier 210 (789 oud); dossier 165/Pb dossier 165

Jaartallenindex

Anthoinette van der Zickele, weduwe heer Clais van Reimerswale, baljuw van Reimerswaal, contra Jan de Silly en de magistraat van Reimerswaal. Eiseres vorderde van de tresorier-generaal Jheronimus Lauwerin terugbetaling van het op het baljuwambt van Reimerswaal geleend geldbedrag. Dat ambt werd door haar man bekleed. Eiseres beweerde dat hertog Philips op 1441-05-19 dit ambt aan Philips van Reymersael, oom van Clais, had verleend tegen een bedrag van ruim 191£, onder de belofte dat Philips noch zijn nacomelingen eruit ontzet konden worden. Op 1493-01-02 kreeg Clais dit ambt onder dezelfde voorwaarden. Na diens dood verpachtte de tresorier generaal het ambt zonder aan eiseres het bedrag dat daarop geleend was, terug te betalen. Eiseres ging hiervan in appel bij de Grote Raad. Naderhand nam Jan de Silly het ambt met geweld in bezit. Ook hiervan ging eiseres in appel. Bij mandament gaf de vorst opdracht zekere Laureys Willemsz het ambt tijdelijk te verlenen. Magistraat van Reimerswaal contra Proc. Gen, Jan de Silly en de vrouwe van Loodyke, weduwe van Claes van Reymerwale. Hangende voorn. proces verzocht de magistraat van Reimerswaal het baljuwschap voorlopig aan een derde toe te wijzen. Eerst werd het ambt aan Lauwerijs Willemsz toegewezen (1503-04-11). Op 1503-08-18 aan Jan de Silly