3 resultaten

1464-05-21 | Egmond

R.A.H. 516 A fol 79/Leenboek Egmond A fol 81
Jaartallenindex

Willem heer tot Egmond, Jacob van Poelgeest abt van Egmond, oorkonden dat de hooggeboren heer Willem broeder tot Gelre, Heer tot Egmond, tot Yselsteyn, tot Baer, bij gebreke van leenmannen ons heeft opgedragen voor leenmannen des hertogen van Gelre, die leenwaer van de heerlijkheid van Egmond tbv heer Johan, zijn oudste zoon. De abt beleent heer Johan er vervolgens mede. Gegeven in onse abdij van Egmond

in presentie van: Heer Jacob Eelman, Heer Gerrit van Poelgeest, Heer Jacob van den Boekhorst, Heer Claes van Hoogtwoude, monicke van Egmond; Jan van Heussen [er staat: Heusden], Aelbert de Weent, Gerrit Berckman, Jan Hugensoen, Jan Soijersen, onse getrouwe leenmannen

1509-01-16 |

Genealogie v.d. Does fol 142/Fam Arch Bredius/Leenregister Wassenaer
Jaartallenindex

Jane van Halewijn vrouwe van Wassenaer, als voogdes van haar zoon Johan van Wassenaer, beleent jvr Heijnric Willemsdochter van der Does met die rechte leenwaer ende bruijcwaer van ½ van de smaltienden van Leiderdorp en St Pancrasparochie binnen Leyden, gelyc die proost van St Pancraskerk die wederhelft of heeft. Haar aangekomen en bestorven bij dode van haar vader Willem van der Does. Haar man en voogd Jacob Heerman doet de eed voor haar

leenmannen: mr Geryt van der Mije, Gheryt van Lockhorst

1445-11-05 |

Leenregister Wassenaar B fol 62/Genealogie van der Does fol 59, 60/Familiearch Bredius
Jaartallenindex

Heynric heer van Wassenaer oorkonden dat voor mannen van leen gecomen is Juffr. Aernt Heren Jans van Rosendael, riddersdochter, onser nichte, mit haren kerckelijke ende gerechte voicht Jan van Culenburch, ende heeft bij consente van hem, mit hare rechte moetwille, blyden aenschijn en wel berade ons overgegeven ende opgedragen den rechten leenwaer ende bruyckweer van alsulcke leengoede als sij en haer ouders van ons en onsen ouders gehouden hebben, dats te weten t ambacht dat men te noemen plach Heer Heyenambacht ende nu Heren Jansdam gelegen in Zwyndrecht, mit den tiende in denselven ambocht, mit der ghifte van der parochiekercke ende een vicarie daerinne, mit den visseryen mit alle die ruychten buten den drijen dammen van Zwyndrecht, mit hare visseryen ende sluysen in den Wael, den naecoop van den landen ende renten die daerin vercoft mogen worden, de biere excys, de riethuijr, Den oirt gelegen voor die sluyse, ende d'eene helft van den ambacht van der Linde mit allen haren toebehoren. Heynric voors. beleent hiermede vervolgens Bartholomeus van der Does. Sterft deze kinderloos dan keert dit leengoed op Juffr. Aernt terug. Eodem die lijftocht Bartholomeus zijn moeder jvr Aernt aan alle tienden van het ambacht van Heerjansdam (vgl 1445-11-10, 1447-04-12)

mannen van leen: Dirc Boudewynsz van Sweten, Witte Willemsz