24 resultaten
Leimuiden, van | 1244-08-06
v.d. Bergh I no 406
Achternamenindex
graaf Willem II verkoopt aan zijn getrouwe Wilhelmus scultetus, Theodoricus Bosin, Gerardus Alben, Mauricius de Leydemuda zijn venen te Poelien, o.a. Waddinxsvena; bovendien mochten zij door dit land een watergang hebben, nl de Gouda tot aan de Rijn
1565-1566 |
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VI dossier 598
Jaartallenindex
kerkmeesters van Leimuiden contra Jan Heynricsz van Lomele, pastoor van Leimuiden, Heynrick Jansz, schout van Rynsaterwoude en Willem Palesteijn, baljuw van Rijnland, als gevoegden. In 1556 sloten de kerkmeesters van Leimuiden een overeenkomst met Job Gerritsz, aangaande de vervulling van het kapelaanschap van Leimuiden. Hij zou tegen 47 gld per jaar en vrije huisvesting 3x per week de mis lezen, naast de missen op zon- en feestdagen, biecht horen en de jeugd onderrichten. De pastoor Jan Heinricksz die tevens een herberg dreef, vervulde zijn ambt niet zoals het behoorde: hij betrad soms dronken de preekstoel en was in 1563-1564 een heel jaar woonachtig in Monnickendam zonder een plaatsvervanger aangesteld te hebben. De kapelaan Job Gerritsz vervulde zijn ambt ook niet plichtsgetrouw, maar gaf zich meer over aan "vogelen, visschen en bouwwerck". De kerkmeesters ontsloegen hem daarom op 1565-01-23 en stelden Aelbrecht Maertensz, sub diaken van St Pancraskerk te Leiden, aan om de diensten te vervullen. De pastoor keerde naar Leimuiden terug en wilde de kapellaan op Pinksterzondag 1565 beletten het epistel te zingen. De kapellaan overstemde de pastoor. De pastoor trok toen zijn misgewaad uit en ging kwaad achter het altaar zitten, tot grote verontwaardiging van de gelovigen. Job Gerritsz weigerde zijn ontslag. Provisor en deken van Rijnland stelden 1565-05-09 kerkmeesters in het gelijk. De pastoor legde de zaak voor aan het Hof van Holland. Bij hem voegden zich de baljuw ende schout van Rynsaterwoude, aanvoerende dat de ontslagen kapellaan door hen benoemd was. Het Hof stelde hen [pastoor c.s.] op 1566-03-27 in het gelijk, waarop kerkmeesters in appel gingen bij de Grote Raad. Lijsten van inwoners en van getuigen te Leimuiden
Jan Mourijnsz en Cornelis Aelbrechtsz c.s, kerkmeesters van Leimuiden
Hoeve, van der | 1565-05-31
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VI dossier 598/1
Achternamenindex
Pouwels van der Hoeve gemachtigde van de kerkmeesters van Leimuiden
Turck | 1565-10-02
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VI dossier 598/2
Achternamenindex
Jacop Dircsz Turck ondertekent een akte uitgaande van H Geest- en Kerkmeesters van Leimuiden
Adriaen Jacobsz | 1565-01-23
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VI dossier 598/1
Voornamenindex
kerkmeester van Leimuiden: Adriaen Jacobsz
1493-02
folio 36v XXVI 1492-1495
Transportregister Haarlem
Anthonis Dircsz en zijn zoon Dirc Anthonisz, van de Vennep, is schuldig aan deken en vinders van St Jacobsgasthuis over Spaerne 24 R gld. Onderpand: de halve Cruijscamp gelegen op de Vennep daer St Jacob de wederhelft of toebehoort, en voorts zijn huis met al de daarbij behorende landen. Schout in de ban van Leimuiden: Aernt van Grieken. Buijeren: Jan Gerijtsz en Geryt Willemsz [= schepenen in de ban van Leimuiden]
Grieken, van | 1775-01-15
DTB Hillegom Gerecht Trouwboek no 13
Achternamenindex
Cornelis van Grieken, weduwnaar, geboren en wonend in Leimuiden en Hermina Ruthse Gerrats, jongedochter, geboren en wonend alhier
1599-06-08 |
G.A. Haarlem Recht Arch Inv no 82/I fol 2v
Haarlem Algemeen
Dirck Jansz, man en voogd van Neel Claes Pieter Janszoonsdochter, Jacob Michielsz, man en voogd van Dirckgen Claes Pieter Jansz dochter, van Leimuijen, erfgenamen van Maritgen Pieter Jansz weduwe, heurlieder bestemoeder, transporteren aan Claes Jansz Verwer, poorter van Haerlem, een besegelde rentebrief van 500 gld hoofdsom rentende 13 gld sjaars, verleden by Jacob Aerntsz, buerman tot Leimuiden, tbv Maritgen voors, voor de schout van Leimuiden, op 1568-06-20