2 resultaten
Visscher, de | 1329-02-09
Reg Rotterdam en Schieland no 378, 427
Achternamenindex
Meus Yenz van des Lopers Capelle houdt van de heer van Voorne in leen 7 gemeten land in Ellikerzee, waarvan Dirk de Visscer de helft in leen heeft ontvangen, en de andere helft van Meus heeft gekocht en ook in leen ontvangen; ongedateerde aantekening: Dieric de Visscer houdt de 7 gemeten in leen van de heer van Voorne, en die heeft verlof gegeven om de helft te verkopen, maar dat Dieric het geld niet besteed heeft voor goed van gelijke waarde; 1332-11-25: gerard van Voorne doet afstand van zijn recht op de helft van 7 gemeten land, die Dieric de Visscher in leen houdt, na ze van Mees Yenz van des Loepers Capelle te hebben gekocht
1452-08-23 |
Arch Grote Gasthuis Haarlem no 159/St Elisabethsgasthuis Haarlem
Jaartallenindex
Symon Jan Wybrantsz, machtig zijn zinnen, redenen en verstand, oorkondt dat hij om zaligheid van here Johan mijns broeders, en al zijn verwanten, en capelrie gefundeerd heeft in St Nycolaeskerk op St Pouwelsoutaer in der stede van Aemsterdam, ter eere Gods, vr. Marie, St Thomas en St Agniet, van drie missen per week. Hij vermaakt hiertoe: 1) 1½ R gld sjaers op 3½ hondert zate lants dat Dirc Claesz toebehoort in den ban van Spanbroeck, lendenen west: Jan Peter Willemsz, oost: Coppe Willem Claesz, 2) 1½ R gld op 6½ hondert lands gelegen in der vrijheit van Opmeer boven paed dat Heinric Aerntsz toebehoort, daer lenden of zijn oost: Symon Tsaefsoen, noord: Jan Lambertsz wedue, 3) ½ zware nobel op een morgen lants in de vrijheid van Opmeer, dat comans pat, dat toebehoort ond (!) Jan Martsz, daer lenden of zijn noord: Jan Roelofsz, zuid: Jan Verlaen, 4) 1 R gld sjaers op Dirc Aerntsz weer, dat leggende is onder zijn huis in den ban van Spanbroec, daer lenden of zijn west: Jan Zoest, oost: Hille Claes Jacobs, 5) 2½ R gld sjaers op Claes Loepers ende Dirc sijns zoens huis ende werf, daer sij nu ter tyt op wonende sijn, gelegen in Westvrieslant, 6) 7½ R gld op Marken ut een stucke lants geheten die Grindelmade. Tot collators van deze vicarie maakt hij de oudste en naaste geboren van zijn ouders Jan Wybrantsz en Brechte. Zijn er geen magen dan zal de gift van deze capelrie komen aan de prior van de Cartusers. Hij verzoekt de bisschop van Utrecht deze fundatie te willen confirmeren en Martijn Roeding, priester, die hij voor deze capelrie presenteert, te willen confirmeren. Met de bevestiging van de bisschop
met het zegel van Melis Andriesz: gedeeld a) punthoed, b) zwaan