1575-06-30 |

Ms Opstraeten III fol 1499/Gaasbeek

Jaartallenindex

jvr Barbara Schrijvers na dode van haar vader mr Ghellain Schrijvers, Raedt in den Hove van Utrecht, volgende testament ende lotinge diensvolgens gedaen tussen jvr Maria, Barbara ende Cornelia Schrijvers: 1) 10 morgen lants in Geelkensdorp, 2) 2 hont in Nyecoop in de Geer. Hulde doet Tacke van Montsima voor Barbara

present: Lambert Wynen, Cornelis van Muijden

1621-11-11 |

Ms Opstraeten van der Molen III fol 731

Jaartallenindex

alsoo in den sterfhuyse van wijlen Jacob van Alckemade bevonden sijn dese nabescreven goederen, soo ist dat die gemene erfgenamen deselfde goederen op huyden date hier ondergescreven geschift, gescheyden en gedeelt hebben. Nota: iedere portie beliep 12322-19-4. Ende is het loth A bij lotinge toegevallen de erfgenamen van joffr. Agneta van Alckemade, B aen de kinderen van Johan van Alckemade, C aen Nicolaes van Alckemade

ondertekend: Jacob Bam, van Alckemade ut den naem van myn broer Jacob van Alckemade, nomine patris .. Bam, Cornelis van der Hooch voor hem selven ende ut de namen van Lambert en Cornelia van der Horst

1488-06

folio 149 CXXXV 1486-1489

Transportregister Haarlem

Aecht Baernt Jansz weduwe met Geryt Albout als voogd, deelt met Fye Baerntsdochter de erfenis van Baernt voirs t.a.v het deel dat Fye by lotinge is toegevallen, nl een brief van 2 R gld sjaars op de voors. Aecht

1603-05-29 |

G.A. Haarlem Recht Arch Inv no 82/I fol 26v

Haarlem Algemeen

Quirijn Heeren, man en voogd van Anna Cornelisdochter dochter van Cornelis Arientsz besemmaecker, transporteert aan Frans Teijng en Elisabeth Mathys, kinderen van wijlen Mathijs Aelbertsz Ban een rente van 16 £ 7sc 6d sjaars, hem comparante huisvrouwe bij lotinge toegevallen in de boedel van haar vader, ten laste van Cornelis Jansz Broer, metselaer, losbaar met 262£, sprekende op twee erven aan de Vest tusschen Schalckwycker en Sparwouderpoort gelegen

Arkel, van | 1563-06-29

R.A. Arnhem Recht Arch Hoge Heerl. Ammerzoden 242

Achternamenindex

schepenen van Amersoyen getuigen dat "Effrit Lochom van Zutphen als man en momber van Maria Vekemans aenam Marie Arntsz simpele mensche hou levenlang te onderhouden in alsulcke forme als Johan van Arkell die aengenomen hadd van die vrouwe van Hueculum en meerdeel van hueren frunden, met conditien toegedaen dat Effrit voors geven sall Jan van Arkell voors 66 gld Brab hercomend van verteerde costen, dedinge en potinge op voors Maria Arnds gedaen. Dies moet Jan van Arkell geven Jan Claesz 32 gld als vuis ? van die settiage ? und lotinge der Amersoy onser weyde, welke twede 32 gld in die 66 gld gerekend zijn. Und voir die 66 gld sal Jan van Arkell gebruiken 7 jaer gedurende 1 morgen land op die Haer en 1 ½ morgen half und soe veel meer als die lotinge beloopt tussen Jan van Arkell gesciet. Dies sal Jan van Arkell den dyck bewaren en schot en lot te betalen. De 8 st aan de pastoor te Well en 32 st aan heer Roelofs erfg. Blijft zij niet bij hem, dan zal Jan van Arkell haar met haar goed terugnemen"

1566-02-01 (1565) |

R.A.H. Coll Aanw 133/I Caput N.H. fol 218v, oud fol 63

Jaartallenindex

burgemeesters, schepenen en gezworenen der stad Herenthals certificeren dat hun gebleken is dat na het overlijden van jhr Michiel van Halmale en zijn huisvrouw jvr Cathalyn van de Werve heur erfgenamen en kinderen behoolijk zijn gedeeld, zulks dat jvr Elisabeth van Halmale met jhr Engelbrecht van Etten o.a. zijn in lotinge gevallen en gebleven een rente van 50 Kar gld per jaar op seeckere thiende in den lande van Holland, in Hompel [Hodenpyl !?], dewelcke gebruickende is heer Splinter van Arregon [= Hargen], heer van Oisterwijk. haar man. Jvr Elisabeth en haar man jhr Engelbrecht geven nu volmacht aan jhr Godschalk van Halmale, heuren man, en mr Gysbrecht van Hoegendorp, advocaat in den Haghe, om namens hen dit leen te verheffen (1566-03-05)

1485-07

folio 29v XXIX, XXX 1484-1486

Transportregister Haarlem

Jan Jacobsz oorkondt dat hij en zijn broeder Vrederick Jacobsz gedeeld hebben hetgeen hun aanbestorven is by dode van Alyt Jacob Vrederixz weduwe, ende deselve Vrederick in der cavelinge ende lotinge gevallen is an t huis en erf in de Damstrate geheten "t gulden gelijt", zoals hun ouders dat gekocht hadden van Jacob Dircsz van Ilpendam. Jan draagt zyn aandeel in dit huis geheel over aan Vrederic

1617-01-10 |

G.A. Haarlem Recht Arch Inv no 82/2

Haarlem Algemeen

Maerten Deym Pietersz, schilder, wonende tot Leyden, als mede erfgenaam van wijlen zijn oom Cornelis Deym, die de volgende brief in de lotinge te beurt gevallen was, transporteert in dier qualiteit aan zijn oom Michiel van Woerden een rentebrief van 18 gld 15st sjaars, die hij sprekende heeft ten laste van Cornelis Adriaensz molenaer en zyn halve corenmolen buyten de Grote Houtpoort. Insgelycx mede een obligatie van 106 gld 5st mede op de voors. Cornelis Adriaensz sprekende, dd 1612-07-23. Die hem in deselve partagie mede aengedeeld is

1577-04-04

folio 168v

Transportregister Haarlem

Pieter Jansz Hop, schoemaker, als erfgenaam van zijn vader Jan Joosten, te beurte gevallen zynde bij lotinge t erve en getimmerte hiernae volgende, verkoopt aan zijn neve Jacob Joostenz, hopcoper, het erve daer een huys op gestaen heeft met een camer en somerkoeken daer noch op staende, gelegen op de Oude Grafte, aen d'een zyde: de erfgenamen van wijlen Lysbeth Borritsdochter, aen d'ander zyde: Kathryn Pietersdochter weduwe Gerrit van Montfoort, achter streckende aen Willem Thonisz, linnenwever. Koopsom 217 Kar gld

1629-03-12

R.A.H. O.R.A. 1066 fol 31v

Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat Jan Luijtsz de oude (nagelaten weduwnaar van Maritgen Pieters [Cortrijk]), verkoopt aan Cornelis Pietersz, Biateris Pietersz en Huijch Meesz, zijn zwager, ¼ part in een blekerij met het land daartoe behorende, nu gebruict bij Jan Hooftmans, in de ban van Tetrode, gemeen met de voornoemde Cornelis Pietersz [Cortrijk], Huych Meesz en Biateris Cornelis [hier staat Cornelis, eerder staat er: Pietersz], den comparant mette voornoemde coopers bij lotinge ten deel gevallen (1628-03-28 voor schout en schepenen van Tetrode). Dit ¼ part is belast met 200 gld, rente den penning 20, toebehorende de voornoemde Biateris Cornelis. Koopsom 950 gld, boven de lasten

Jan Jacobsz Dickman, schout, Engel Pietersz, Symon Symon Maertsz, schepenen in Tetrode