Bedoelde u soms?
lubbert | lubberti | lubberto | lubbertsz | lubbertus | lubberus

10 resultaten

1452-05-12 |

Ms Opstraeten III fol 1246/Gaasbeekse lenen fol 7
Jaartallenindex

dat voor ons gecomen is Lysbet Lubberts wijf van Bemael ende scholt quijt tot behoef Steven van Zeijst haers soons die sij hadde bij Albert van Zeijst haeren voorman de lyftochte aen de helfte van de 7 morgen haer gemaeckt bij haer voorman voors. gelegen in de Melckwegh int gerecht van Wyck, ende lyftocht Steven van Seijst daerinne Willem Dirck Willemsz dochter, sijnen wijff; 1452 op St Pancraesdach

1650-05-31

folio 90
Transportregister Haarlem

[Anegang] Eva Lubberts weduwe mr Willoord Symonsz in zyn leven voorsanger in de Grote Kerk en de voogden over hun kinderen, verkopen aan Sara Pieters, weduwe Jasper Willemsz Baes, een welbetimmert huys en erve, staende en leggende ende met een bruyckwaer onder t huys van wylen Henrick de Coning in een utgaende in de Aneganck, mitsgaders noch met een bruyckwaer ende vrije waterloop (volgens zekere acte daarvan zynde) in de gang uytcomende door de Guldenberchspoirt in de Grote Houtstraat, ten noorden: Eva Lubberts weduwe mr Willeboort Symonsz, die aldaer mede t gebruyck behoort van de voors. waterloop door haar huysinge gaende, die coper moet onderhouden. Ende sal de houten scheydinge boven op de solder tussen desen huysinge en de vercopersse met een scheytmuer opgetrocken worden, sooals die tevoren geweest is, tot de lasten van de vercoper voors, ten oosten: ten oosten ende achter streckende tegens ende tot aen de eygen muyr van Johan Pauw voors, ende enich gedeelte van de muyr van Henrick de Coning, ten zuiden: Isaacq ......... met gemene muyr, ten westen: de plaets en gang utcomende in de Anegang. Voorts met conditien dat de lichten deser huysinge, staend en responderende tegens des vercoperses ander huys in den Guldenberchspoort voors, niet anders en sullen mogen betimmert werden dan die nu zyn. Werdt mede gestipuleerd gestipuleert (!) dat de plaets vóór dese huyse aen de zyde naer den Anegang met de twee cameren eertyts gecomen van Adriaen Vermersch en Johan Schatter gemeen sal sijn, ende met de wolscuyl (!) tot gelycken costen elck voor ⅓ part onderhouden zal moeten worden. Koopsom 1850 Kar gld

1461 (1) |

Arch Abdij Egmond Vroonboek Vroonlanden bij Limmen fol 16v-17v
Jaartallenindex

op St Silvesteravont [er staat hier LX] heeft Claes Pietersz vercoft Wibrant Willemsz zijns wijfs broer dat Vroenlant dat hem anbestorven was van Willem Ysbrant, sijns wijfs vaer. Item LXI Oct Stephani heeft Geryt Pietersz als voecht van zyn wyf Willem Ysbrantszdochter vercoft Geryt Aerntsz ¼ deel van dat Vroen dat Willem Ysbrantsz aftergelaten heeft. Item Oct. Epiphanie heeft Jan Willemsz vercoft sijn broer Dirc Willemsz 1½ gers over Dije. Item Antonii heeft Claes comen Jans vercoft Geryt Claesz ±15 garden zeedlants. Item Antonii heeft Yef Jan Oemsz wedu vercoft Wibrant Willem Ysbrantsz, hoer broer, alsulc Vroen als hoer anbesturven was van hoer vaer Willem Ysbrantsz. Item Antonii heeft Geryt Aerntsz vercoft Wibrant Willemsz alsulc Vroen als hij gecoft hadde tegens Geryt Pietersz dat hem angestorven was van Willem Ysbrants, sijns wijfs vaer. Item Agnetis heeft Nantgen Woutersz vercoft Claes Claes Lubbertsz 30 garden zeedlants bezuyden an Claes Lubberts bachuijs ende noch 5 garden byoesten daeran over die wech. Item Agnetis heeft Willem Martijnsz vercoft Aernt Simon Beijers ± 3 geersen over Die. Item Vincencii heeft Willem Martynsz vercoft Jan Claesz Vastert 15 garden zeedlants after Jan Claes Olislagers tuyn

1463 |

Arch Abdij Egmond Vroonboek Vroonlanden bij Limmen fol 20v-21v
Jaartallenindex

anno LXIII septuagesima heeft Geryt Claes Mertijns vercoft Jan Pouwelsz 1 gers weidlants in Jan Nantges weid myt sijn stiepkinderen, ende 1 gers maedlants over Die. Item feria 2 post Invocavit hebben Claes Lubberts erfnamen vercoft Willem Pieter Spaens ½ gers maedlant in Riedingermaed. Item hebben here Willem ende Aernt Jansz vercoft Claes Claes Lubbrechtz elc hoer deel van dat Vroen dat hem anbestorven was van Claes Lubbrechtz, hoer vader. Item heeft Wouter Aerntsz vercoft Geryt Claes Lubbrechtsz 1 gers in Distelremaede. Item anno LXXIIII, Sabbato voir Septuagesima, heeft Geryt Arysz vercoft Claes Wilken 4 kints deel in een ven van 5 geersen ende die hele ven gerekent tot 14 kints delen. Item anno LXII, Johannis Evang, heeft Zweer Roedinx vercoft Dirc Dircsz uten Coech 1 sestel lands in den Dronen voir Steffen Aerntsz doer. Item anno LXIII, Dominica nae Vincencii, heeft Griet oude Simonsdochter hoer suster Aecht hoer ⅓ deel van dat broer (!). Item anno LXIII, Conv. Pauli, heeft Dirc Diewijnsz vercoft Claes Meij ende Simon Jacobsz omtrent ½ gers weydlants. Item, feria sexta nae Paschen heeft Ysbrant Crukerts als een voecht van Gerburch Jan Teetendochter, Pieter, Claes, Baef en Teet Jan Teeten kinderen, alsulc Vroon als Gerburch geboerde

Oostrum, van | 1410~

Leenregister Culemborg fol 60v, 93v
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Willem van Oestrum (toegevoegd: Gheryt van Oestrum zijn zoon, gehuldigd heeft zijn oom Gerijt van Oestrum), 1 viertel land boven in Scalckwijck, belend boven: de kerk van Scalckwyck, Willem an Mynden en Kasyn die Heelt, beneden: Huge van Honswijck; - Willem van Oestrum 4 morgen in het gerecht van den Goije over Oesterlake, tussen Lubberts erfgenamen van land van Utrecht en land van heer Vredericks cappelaen, dat toebehoort aan het altaar van heer Vrederick in de Dom te Utrecht, behalve de tijns uit 4 morgen in de acht akker die gelegen zin o pde Enge in het Goije en nu ter tijd zijn van de erfgenamen van Gysbert van Oestrum; 1423: Geryt van Oestrum ontving ze na zijn vader; 1422~: Claes van Oesterum 1 hoeve land te Schalckwijck, belend boven en beneden: Claes zelf

Crachwijc, van | 1424-04-08

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 123
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Beatris Henricsdochter van Cracwic draagt over: 1) een stuk land met hofstede waar Aernt Rutgersz nu op woont, belend landwaarts: Lambert Tuer, stedewaarts: Geryt van Hilhorst, 2) 5 vierendeel hoijland, landwaarts: Gysbert Woutersz, zeewaarts: Aernt Gysbert Hilhorstz en Heijn Heijlant, 3) 6 vierendeel hooijland in den Heren mate, landwaarts: de jhr van Gaesbeec, zeewaarts: de bisschop, 6) 5 scepel engelants, geheten die Hage, landwaarts: de heren van Oudmunster, zeewaarts: Willam van Doem, 7) 6 scepel roggeland geheten de Hulle, belend boven: het godshuis van Soes, beneden: Alyt Lubberts, 8) 2 morgen veen, zeewaarts: Henric Henricsdochter van Cracwijc, landwaarts: Gysbert Dircsz, 9) 8 scepel roggeland geheten "die Leemkuul", belend boven: Ricout Willemsz, beneden: Rutger Jacobsz kinderen, 10) 8 scepel roggeland geheten "die Heetacker", belend boven en beneden: Jacob Guedenz

tijnsgenoten: mr Aelbert Baers, Jan Lambrechtsz; onse mannen: Willam van Colvenschoten, Gysbrecht Goidscalc

Crachwijc, van | 1453-11-30

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 155v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de abt beleent Heinric Bosch Gosensz, na dode van zijn moeder Beatrijs van Crachwijck, met: 1) een stuk land met hofstede, belend landwaarts: Lambert Tuer, zeewaarts: Geryt van Hilhorst, 2) 5 vierendeel hoijland, landwaarts: Gysbert Woutersz, zeewaarts: Aernt Gysbert Hilhorstz en Heijn Heijlant, 3) 6 vierendeel hooijland in den Heren mate, landwaarts: de jhr van Gaesbeec, zeewaarts: de bisschop, 4) 5 scepel engelants, geheten den Hage doer, landwaarts: de heren van Oudmunster, zeewaarts: Willam van Doem, 5) 6 scepel roggeland geheten de Hulle, belend boven: het godshuis van Soes, beneden: Alyt Lubberts, 6) 2 morgen veen, zeewaarts: Henric Henricsdochter van Crachwijck, landwaarts: Gysbert Dircsz, 7) 8 scepel roggeland geheten "die Leemkuul", belend boven: Ricout Willemsz, beneden: Rutger Jacobsz kinderen, 8) 8 scepel roggeland geheten "die Heetacker", belend boven en beneden: Jacob Goedenz, 9) 2 dach maet hoylants, strekkende van de Hoywech tot in die Eme toe, landwaarts: Gosen Bosch Willamsz, zeewaarts: Dirc Aelbertsz

mannen: Gysbert die Gruter, Otto van Slingelant

Aernt Evert Jacobsz | 1463-01-01 (1462)

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 213
Voornamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Aernt Evert Jacobsz.z droeg op die leenweer "van der steden op Gherytgenswech gelegen in den gerecht van Zoes mitten lande dat dair toe behoort, utgesondert die stede die gelegen zijn tusschen Gysbert Aerntsz huijs ende Jan Willamsz stede. Opstreckende van der Eem aen Peter Grippen stede toe, die sel Aernt voirscr selver hebben ende behouden"; vervolgens wordt zijn broer Lubbert Evert Jacobsz heermee beleend, "mit voerwaerden alse dat Ricout, Jacop ende Hazem des voirs Lubberts bruederen ende zusters elx van hem ¼ deel van den steden op Gherytgenwech gelegen, of Lubbert moet aan elk van hen driee jaarlyks ten weigen dage 4 R gld betalen"; behoudens de lijftocht van Ave Evert Jscobsz weduwe; onder staat: "Ricout's ¼ heeft nu per ejus resignationem Reynout van Heze Jansz ut in libro fol 52"; "item nu Rycout Everts per mortem Lubberti syns broeders"; "item postea Evert Arntsz quod ad eum pertinet post mortem Lubberti avunculi ejus"

mannen: Gysbert van Hamelenberch, Tyman Mouwer van Heersel

Bosch | 1436-04-04

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 129
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Goesen Bosch Willemsz en zijn vrouw Beatrijs van Crackwijk dragen over: 1) een stuk land met hofstede, belend landwaarts: Lambert Tuer, stedewaarts: Geryt van Hilhorst, 2) 5 vierendeel hoijland, landwaarts: Gysbert Woutersz, zeewaarts: Aernt Gysbert Hilhorstz en Heijn Heijlant, 3) 6 vierendeel hooijland in des Heren mate, landwaarts: de jhr van Gaesbeek, zeewaerts: de bisschop, 4) 5 scepel engelants, geheten die Hage, landwaarts: de heren van Oudmunster, zeewaarts: Willam van Doem, 5) 6 scepel roggeland geheten de Hulle, belend boven: het godshuis van Zoes, beneden: Alyt Lubberts, 6) 2 morgen veen, zeewaarts: Henric Henricsdochter van Crachwijck, landwaarts: Gysbert Dircsz, 7) 8 scepel roggeland geheten "die Leemkuul", belend boven: Ricout Willemsz, beneden: Rutger Jacobsz kinderen, 8) 8 scepel roggeland geheten "die Heetacker", belend boven en beneden: Jacob Goedenz; Alijt Jan Ghijsbert Hilhorstsdochter met haar man Jan van Rijck dragen op: "twee dachmaet hoyland strekkende van de hoghe wech tot in die Eme toe, belend landwaarts: Goesen Bosch Willemsz, zeewaarts: Dirck Albertsz; Goesen Bosch Willemsz en zijn vrouw Beatrijs worden vervolgens beleend met dit goed, behalve de lijftocht voor Geertruijdt van Crachwijck aan ½ van dit goed, behalve aan de laatstgenoemde 2 dachmaet; "Nunc Henrick Bosch Goessensz infra fol 190"

mannen: Albert van Baern, Ricout Willemsz

Lodensteyn, van | 1468-03-16

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 182
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: heer Reyer van Lodensteijn, priester, draagt zijn leengoed op: 1) die Woirte, west: Gerijt Petersz, oost: het gasthuis te Amersfoort, 2) "Block", oost: Evert Petersz, west: Peter Tymansz, 3) Boschacker, zuid: Tyman Ricoutsz, noord: die sumpel op weijnden, 4) de Vieracker, noord: Evert Petersz, zuid: het gasthuis te Amersfoort, 5) "die Gheer", zuid: het gasthuis, noord: Reyer Aelbertsz, 6) de Heide acker, west: het gasthuis, oost: Geryt Petersz, 7) de Heedacker, oost: de Regulieren in die Birckt, west: Geryt Petersz, 8) de Scheelberch, west: Peter Tymansz, oost: Geryt Petersz en Pouwels van der Horst, 9) de Middelweijnde, west: weynden die Steenacker, oost: Geryt Petersz en Pouwels van der Horst, 10) "die Stupic acker", oost: de abdij, west: Peter Tymansz, 11) de Heedacker, oost: de abdij, west: Dirc Ricoutsz, 12) de Sumpel, oost: het gasthuis met Bertout Reijersz, west: Gysbert Evertsz, 13) de Boschacker, oost en west: de Regulieren, 14) de Kuijlacker, oost: Reijer Aelbertsz, west: opweyndende de Regulieren, 15) Scarlaken, oost: de abdij, west: Peter Tymansz, 16) de Hul acker, oost: Geryt Petersz, west: Peter tymansz, 17) hofstede waar Henric Bul op woonde, eyndende [?] op Heedacker, 18) 4½ vierdel veen, tussen: Peter Lambertsz erfgenamen en het gasthuis, strekkende van de Veengraft an die Vuerse, 19) 4½ vierdel veen en velt tussen Heezen en de meer, en huis en hofstede met alre wairscap als mr Wouter van der Hoeve en Aernt voors. in leen hielden, 20) land, van de Torfwech tot aan de Oude Graft, te Zoes, oost: Willem Zassse, west: de heerlijkheid van Abcoude, 21) stuk land idem, belend west: Gysbert Henricsz, 22) land idem, oost: Meyns Geryt Jansz en Ricout Cuper onderdeylt, west: de heerlijkheid van Abcoude, 23) een acker land, van de Brinck tot aan de Torfwech, oost: Nelle Lubberts, west: Evert Rutgersz; vervolgens wordt het clerckhuis en convent van St Jan te Amersfoort hiermee beleend, hulde doet Aelbert Dier Petersz

mannen: Peter Dier, Alfert Ruysch