1452-01-10 | Uitgeest

Bijdr Bisdom Haarlem dl 16 no 84/Cartul Zijlklooster Haarlem fol 97

Jaartallenindex

Aernt Claesz, scout tot Uutgeest, oorkondt dat Luytkijn Ysbrantsz geliede dat hij verkocht heeft aan het Zijlklooster te Haarlem ¼ deel van een stucke lants geheten Baefkijnsoort, groot 5 maden gelegen in den ban van Uytgeest, daer die Regularissen voirs. of toebehoirt ¼ deel, belent oost ende noord: die meer, west: Jan Vredericszoen, zuid: Aernt Dircsz en Luijtken Ysbrantsz voirs.

tuge ende buerlude: Danyel Gawijszoen en Lutkijn Aerntszoen

Claes Herckenz | 1468-03-12

Coll Aanw 238 fol 389

Voornamenindex

Claes Herckenz, "taelman" voor de vierschaar van Egmond; Luijtken Michielsz trad op als"raadsman" voor deze vierschaar

Zevender, van der | 1446-02-03 (1445)

R.A.H. Coll Aanw 82 fol 79, 79v, 114; 218 fol 303/Memorien Hof van Holland T fol 51, 72v, 127; Schadee: Sententiën Hof van Holland p 30/J.G.C. Joosting: Zeventuigrecht

Achternamenindex

Claes van der Zevender geeft volmacht aan zijn oom mr Tyman de Coninck om "zijn saecken te vervolgen roerende tussen den voors Claes en Luijtken Jansz"; de broers Jan en Claes van der Zevender moeten in den Hage verschijnen; 1446-06-15: Vrederick van der Sevender geeft volmacht aan Jan Pijll om voor hem op te treden in het proces dat Vrederick hangende heeft tegen Henrick van Liesvelt; 1446-08-17: Luijtgen Jansz moet voor de Raad getuigenis te doen in zijn geschil met Claes van der Zevender; 1448-01: sententie; Claes had 20 morgen land aangesproken voor de zeven. Het land lag aan de Vliet onder Roozendaal [Krimpenerwaard], waarvan hij beweerde dat het hem van zijn ouders aangekomen was

Luytken Michielsz | 1463-1465

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl I dossier 85

Voornamenindex

Luijtken Michielsz had een jong meisje willen verkrachten en had haar van haar geld beroofd. De zaak werd voor het gerecht van Egmond gebracht, maar hij vluchtte. De baljuw van Kennemerland pakte hem en verhoorde hem wegens deze kwestie. Luytken had ook een doodslag in Engeland gepleegd en enige eerbare vrouwen in Kennemerland lastig gevallen. Voor deze beide laatste klachten was hij een compositie met de baljuw aangegaan. De kwestie van het jonge meisje werd voor gezworenen van Kennemerland gebracht: hij werd vrijgesproken op 2 gronden, daarna weigerde hij de compositie te erkennen