19 resultaten
Laak | 1350~
Goederenlijst Abdij Marienweerd
Achternamenindex
de areis nostris in Zoelmond: - Cristianus filius Spierincs (doorgehaald en vervangen door Dirck Laeck) astringitur nobis homagium de 4 hont in loco dicto op ten Hogheneynde, tussen land van St Johannis en Ghenekinus Macharius
1508-02-20 |
Bissch Arch Haarlem/Cartul Klooster in den Hem Inv 119 II fol 16
Jaartallenindex
scepenen in Ameijde oorkonden dat Marten Jan Pietersz huysvrou was sal. ged. met haar voogd en met haar kinderen: in den eersten Jan Jansz, Aert Jansz, Jacob Jansz, Macharius Jansz, Claes Zeghersz als voechden van haer huijsvrouwen, en Ariaen Jan Pietersz dochter met haar gecoren voogd, overgaven ende hebben gheloeft het convent van den Hem buten Scoenhoven, also sij mede erfgenaam sijn van wijlen Jan Pietersz, te vrien van alsulcke 50£ groten Vlaems als si sculdich sijn mr Gherit orgelmaker t'Utrecht, ende voort van allen anderen sculdenaers die nu sijn ofte namaels moghen comen
Pieter Claesz Roeck, rechter, Claes Jansz, Claes Ghysbertsz ende Pieter Jansz, scepenen in Ameijde
Melstre | 1290-02-08
Cartul Marienweerd no 98
Achternamenindex
voor schepenen in 's Hertogenbosch draagt Metta dicta Melstre, weduwe van Henricus Meltre, haar goederen in Nysterle en Litte aan de abdij Marienweerd op, ter voldoening van hetgeen haar zoon broeder Johannes na haar dood zou toekomen in dat klooster; haar kinderen Hendrik, Metta en haar Man Macharius, Wendelmoet, bagijn, samen ook voor de minderjarige Gysbrecht, doen afstand
genoemd: klooster Bern en Nistelrode
1513-06-17 |
Bissch Arch Haarlem Inv no 119 I fol 29, no 119 II fol 162 (fol 16v ?)/Cartul Klooster in den Hem
Jaartallenindex
scepenen in Meerkerk oorkonden dat Jan Pietersz overgaf aan broeder Roelof Jansz, procurator van de Regulieren in den Hem buiten Schoonhoven, en broeder Henrick Willemsz, tbv het convent, den vryen eigendom van 3 morgen land gelegen op Middelbroeck onderdeelt met het voors. convent, mit Claes Zeghersz ende mit Macharius Jansz, poerter tot Scoenhoven, streckende van den Broecschen wech voert over die weteringe also verre totten lant toe behorende die papelike prove te Vyanen, belend boven: Gheryt Koevoet, beneden: Henryck Symonsz. Eodem die wordt dit land van welke 12 morgen het klooster, dato heden, in eigendom heeft ontvangen 3 morgen, tot onderpand van voorn. erfpacht en waarvan de overige 9 morgen het klooser zijn aangekomen van wijlen broeder Pieter Jansz, die een broer was van Ariaen, in eeuwigdurende erfpacht gegeven aan Jan Pietersz en sijn geechte huysvrouw Ariaen
Dirc Claesz, richter, Jacop Scalkenz, Floer Jansz en Marten Engbertsz, schepenen
Bentheim, van | 1334-05-20
Cartul Marienweerd no 423
Achternamenindex
Johannes de Tyle zoon van Macharius verkoopt voor schepenen van Zaltbommel, Gerardus Maelghijs en Johannes de Werva zoon van Goswinus, voor 100 £ aan Henricus de Werva senior, 4 jugera et 4 hont land in Malsen in die Gansweide, belend: de heer van Kuijc, Theodericus van Benthem en Theodericus Sculenborch ter ener, en Theodericus Bout ter andere zijde, en ontvangt dit land in erfhuur terug
borgen: Fredericus zoon van Macharius, Henricus en Eccrinus, zijn broers; schepenen in Zaltbommel: Gerardus Maelghijs en Johannes de Werva filius Goswini
1508-02-18 |
Bissch Arch Haarlem/Cartul Klooster in den Hem Inv 119 II fol 15v
Jaartallenindex
schepenen in Meerkerck oorkonden dat Marten Jan Pietersz huisvrou was sal. ged. met haar voechts hant Jan Jansz, Aert Jansz, Jacob Jansz, Macharius Jansz, Claes Zeghersz en Ariaen Jansdochter overghaven ghesamentlich broeder Dirck Jansz, procurator van de Regulieren in den Hem buten Scoenhoven, enen vrien eigendom van ½ van een hoef lants gelegen op Middelbroeck, onderdeelt met Marten Jan Pietersz huysvrou was sal. ged, streckende van den Broecschen wech voert over die weteringe toe also veer tot lant ende erf toebehorende die papelike prove tot Vyanen, belend boven: Gheryt Koevoet, beneden: Heynrick Symonsz c.s. Ende mit desen voirs. ½ hoef lants is broeder Dierick Jansz van weghen des gemeens convents ofghetreden ende uytgecoft van desen voors. personen van alle erf, heerlick goet etc hoe of waer dat gelegen mach wesen niet uytgesondert te weten alleen hoir kintsdeel van Jan Pietersz vader van broeder Pieter sal. ged.
Dirck Claesz, rechter, Jacob Scalckenz, Marten Egbertsz ende Engbert Ghijsbertsz, schepenen
Yseren, van | 1470~
Quellen Stift Xanten p 381
Achternamenindex
officium camere Xantensis: - in Ossenberghe 5 jurnalia, habuit Theodericus de Ferro et postea Macharius et Johannes, frater ejusdem, ac Aleidis filia naturalis dict Macharii, nunc ut credo capitulem, 12d graves; - 6 jurnalibus in Buedbergh in feriori dictis Wiltvoslant, habuit Aleidis uxor domini Budels de Wyenhorst, poste Aleidis, uxor Arnoldi de Dongraij et expost Theodericus de Ferre, 8d graves; - de bonis Theoderici de Ferro, quondam Bartholdi de Dript, 3 sol
Eger, van | ….-11-12
Quellen Stift Xanten
Achternamenindex
memoria Henrici de Egher, uxoris sue, parentum et progenitorum de 1 marca ex bonis dictorum conjugum sitis in Merwike, que colit Nicolaes Schoefkijn, inter bona que colit Hermannus de Luthingen ab eisdem, et bona dicta Brunyngheswert; hic obiit Macharius de Egher et fiet memorie ejus de 1 marca de decima in Betouwe (p 139, 140); ....-12-12: memoria Macharii de Egher de ½ mal ordei de bonis emptis erga Stinam de Bellinchaven (p 153)
Spiering | 1350~
Goederenlijst Marienweerd/Cartul Marienweerd p 366, 350
Achternamenindex
goederenlijst Marienweerd: - in Zoelmonde 4 jugera sita in jurisdictione de Bosinchem, belend tussen Hubertus Scenc en Wilhelmus Spierinc; - Cristianus filius Spierinc (doorgehaald en vervangen door Dirck Laeck) astringitur nobis homagium de 4 hont in loco dicto Hogheneynde, belend tussen land van de heren van St Jan en Ghenekinus Macharius; - in Bomel 3£ 10 sc census de domo et area et aliis hereditatibus Cristine, relicte Johannis filii Huberti; 1390~: - in Roemde: in de Stelte 5½ jugera 30 virgatas tussen de hertog van Gelre en filios Spierincs
Keldonk, van | 1218~
De Fremery no 48
Achternamenindex
Albert heer van Cuyk constateert giften aan de abdij Berne, door Albert van Dinther en Amelricus van Heeswijk, ridder, geschonken
testes: Albertus de Osse, Henricus Splindere, Godenoy, Eugene de Haren, Hermannus de Uden, Arnoldus frater ejus, Macharius de Cheldunc