8 resultaten
Maessen | 1699, 1700
V.R.O.A. 1909 II p 169 no 377/Arch Detmold-Brederode
Achternamenindex
stukken van een geding voor het gerecht van Ameide, gevoerd tussen Adriaen Maessen als schutter, eiser, en Andries Kersbergen, gedaagde, en Elisa Gordon, rentmeester van de domeinen van Ameide, gevoegde, over het tuinen [!] van een weerd, die aan de domeinen behoorde
Ghysbert Maessen | 1516
Kerkelijke Rek Haarlem fol 14v
Voornamenindex
Ghijsbert Maessen, van Scoethen, heeft de kerk besproken 20st voor zijn testament
Wyffliet, van | 1508-03-05 (1507)
Taxandria jg 9 p 189
Achternamenindex
Henrick Montens ontving 10 cronen tbv jvr Lysbetthe vrouw van Anthony Arnt Maessen, vrouwe van Kesseninge, bij dode van Jehanna van der Meerweyde, een woning geheten de Borchst met toebehoren, binnen het land van Breda (vererfd op de van Malsens van Kessenich)
1548-11-16 | Raamsdonk
Carthuizers te Raamsdonk Cartul anno 1518 fol 99
Jaartallenindex
schout en heemraders in den ambachte van Raemsdonk oorkonden dat heer Jan Gaij [?], prior van de Chartreusen buiten St Geerdenberg ter eenre, ende Claeuwaert Adriaensz met Pieter Cornelisz, ingesetene van Raemsdonck ter andere zijde, dat zij hun onderlinge geschillen beeindigd hebben t.a.v. 20½ geerden lants aan beide partijen onverdeelt toebehorende, gelegen in de voors. dorpe van Raemsdonck in Hagartsweer [Hugarts ?], west: Jan Jansz, streckende van der kaa af totter Maessen toe. Clauwert Adriaensz en Peter Cornelisz erkennen dat aan het convent slechts ½ van dit land competeert, te weten 10¼ geerden. Clauwert en Peter bezitten tesamen de andere ½ onverdeelt. Het convent ontvangt nu de westkant, de anderen de oostkant van het land. Verder behoudt het convent 15st erfelijk op de andere helft
Pieter Jansz Snack, scout, Adriaen Geritsz, Aert Adriaensz, Jan Mathysz, Cornelis A…..., Gerbrant Adriaensz, Adriaen aen [!] Ghybenz ende Jan Jansz, heemraders
Erp, van | 1642-05-01
R.A.Arnhem Recht Arch Ammerzoden no 245
Achternamenindex
Laurens van Neck, Anthonis Gysbertsz als voogd van Willem Dirksz van Dien of anders genoemd Willem van Neck en Anthonisz Jaspersz als man en voogd van Lysbeth Symons, al tesamen erfgenamen van Jacob van Neck transporteren aan de erfgenamen van zaliger Dirck van de Water, seeckere warschopsbrieff van Walraven van Erp heer tot Erp ende Vechgel als wettelijke man en voogd van Johanna van Maessen, als oock mede in persoon gerende over dat alles over wat geschied is tussen jvr Joost van Floderack en Goossen Vogelsanck en over de inhoud van de brief dd 1610-06-27, en de vernieuwde brief 1610-07-22
1466-12-22 |
Inv Arch H. Geest te 's Hage dl II regest 441, 442
Jaartallenindex
notaris Maarten Arnouts Carnifex zoon instrumenteert dat Avezoete genaamd Zoete Hughen, weduwe Willem Zonderdanck, medicinae doctor, een eeuwige vicarie sticht op het altaar van de H. Geest in de St Jacobskerk in den Haghe met de last van 3 wekelijkse missen. Inkomsten 30£ 10 schell Holl en 2 capenen sjaars, als volgt: 1) 14£ 10 scell en 2 capoenen die de erfgenamen van Jan Woutersz betalen voor het gebruik van 5 morgen tynsbaar land in het ambacht van Maasland; 2) 8£ Holl op het huis en erf van Willem de molenaar - nu de broeder van Gerrit de molenaar -, in het Noorteynde, waarvan 2£ met Bamis en 6£ op Kerstavond; 3) 2£ op het land van Gillis Martynsz aan de zuidzijde van de Haghe houdt; 4) 6£ op de woning van oude Pieter Maessen in Monsterambacht. Collators zijn de vier H. Geestmeesters in den Haghe. Als eerste vicaris wijst Avezoete aan haar kleinzoon Willem Willemsz, clericus. Gedaan ten huize van Pieter Sartor. In margine: op 1563-11-14 geconfereerd aan heer Jacob Lourisz loco heer Jan Willemsz en 1574-02-14 gerenoveert mits de gerefferije. Deur t vaceren van Jacob Louwerisz is dit beneficium geconfereert op de soen van Matheus Ewoutsz timmerman nu [lees: in] den Haghe. Op 1467-01-17 bevestigd door de bisschop van Utrecht
Vladeracken, van | 1605-12-02
R.A. Arnhem Recht Arch Hoge Heerlijkheid Ammerzoden no 8, no 245
Achternamenindex
"Gielis Brant scholt als volmacht rentmeester van Jonker Joest van Flaeracken claecht op en over Willem Jansz Rossem dat een tijt geleden is dat Willem van joncker Flooijer [?] heeft gecoft eenen hoff hoppen voer leen of 32 gld, tot goede rekeninge ende dat hij hem niet betaelt en heeft als hij schuldig was te doen"; transport door de erven van Jacob van Neck van zekere waarschapsbrief van Walraven van Erp als man van Johanna van Maessen, over alles wat geschied is tussen Joost van Floderaek en Goossen Vogelsanck; brief 1610-06-27, vernieuwd 1640-07-22 tbv de erfgenamen van Dirck van de Water; 1642-06-18: over land nagelaten door Joost van Floderacken
1447-11-19 (4) |
Arch Marquette no 942/Arch vanLimburg-Styrum
Jaartallenindex
(vervolg) Ende sel sal Jan van der Bouchorst hoerren alre vader alsulcke goede gebruijcken ende die renten ontfaen zijn leven lanck gelycken hij tot desen dage toe gedaen heeft. Ende des sel een yegelyck van zijn kinderen van den outsten bedde voors. alsulcke goeden gebruycken ende die renten ontfaen gelijcken hij hem bewijst heeft off uytreiket tot hoers vaders doet toe sonder die renten dan in te brengen off eenich bewijs off uytreyckinge daeroff te doen. Voorts so sullen hebben na dode Jans van der Bouchorst die Jouffrou van Noortikerhout off die men oock hiet Joufrou Lysbet van Alkemade voors. zijn geechte wijff mit hoeren kinderen, alsulcke goeden als Jan nu heeft off hiernamaels noch vercrijghen mach, te weten heerlicheden hoech ende lage na utwijsinge der brieven die hij daeroff heeft off hiernamals vercrijgen mach, leengoeden, eygelicken goede, lijfrenten, huysen, huysrade, cleynoten, gelden ende alle die ander goeden roerende ende onroerend hoe ende in wat manieren die genompt mogen wesen, utgeseyt ende gesondert die goeden ende lijfrenten der kinderen van den outsten bedde alst voors. staet. Gebroeders verklaren vervolgens over en weer met deze regeling tevreden te zijn en elkaar vertichtbrieven te zullen geven. Voorts soo hebben sij geconsenteert an beyden siden dat Jan van Noirtich hoer broeder sel gifter wesen na hoir vaders doet van der cappelrye in den gasthuys van der Nortich, daer nu ter tijt besitter of is Heer Maessen [?], priester. Gedaen in den dorpe van Noirtich in den huyse Jans v.d. Bouchorst . Met getuigen. Onder staat: ende ick Mathys Jansz van Delfft clerck onder die stat ende den bisdom van Utecht etc. Hij geeft twee afschriften een in het Duyts het ander in het Latijn. In dorso: Testamente van Heer Jan van der Bouchorst die oude, anno 1447 (17e eeuws afschrift)
getuigen: Heer Arent Danelsz, priester, Willem Berthoen, rentmeester van Lewenhorst, Jan Bol Jansz