1438-10-30 | Aalsmeer

R.A.H. Coll Aanw no 100 fol 92v

Jaartallenindex

versocht Dirck die Rige 3 gerden lants gelegen in den ban van Aelsmer int oisteynde van synen huyse, ende hem angecomen sijn van synen vader. Ende overmits dat Dirck voors. een geestelyck man is, soo heeft heer Berthout van Assendelft hiervoor hulde ende manschip gedaan

1428 | Aalsmeer

R.A.H. Coll Aanw no 99 fol 29 Caput Kennemerland/Novum Registrum

Jaartallenindex

Dirc die Rieghe: drie gaerden landts gelegen in den ban van Aelsmer ant oisteijnde van sinen huse ten erflien, et sunt litterae. Item Dirck die Rieghe sijnen soen heeft dit ontfangen van mijnen Heer van Santez, ende overmits dat hij een begeven broerkijn is, soe heeft Heer Barthout van Assendelft dairvoir hulde ende manschip gedaen minen genadigen Heer van Bourgoingnen. Dit geschiede opten 1438-10-30

1459-10-10 |

A.R.A. Copie Leenkamer 39 fol 10v/Reg Charolais fol 6v

Jaartallenindex

mr Henrick van der Mye, Raad van den hertog, doet op heden den heer van Carolais hulde en manschip in handen van mr Anthonis Michielsz als gemachtigde van de heer van Charolais, ten aanzien van een huis en erve dat mr Henrick staende heeft in den Hage an der Plaetse, daar hij nu ter tijd in woont, en dat hij van de hertog als heer van Arkel in leen gehouden had

present: Symon Vrederick, leenman van de heer van Charolais, Willem van Braeckell, Gysbrecht van der Mije, leenmannen van Holland

1481-03-18 (1480) |

R.A.H. Coll Aanw 106 Caput Heusden fol 16/Reg Maria Max. fol 7

Jaartallenindex

hertog Max. beleent Louijs Persijn met 2 morgen lands in den ban van Wyck aen die Noordthoeve, daer Andries erfgenamen van der Geest oostwaert naest ghelandt sijn, ende Hessel Dircxz westwaert, streckende voor van der straten totter Ordenscher achterstrate toe. Tot een recht leen, gelijk Aerndt Spierinck van Welle die te houden plach, ende hij die denselver Louijs bij consente van wijlen hertog Philips verliet ende verleend hadde, daervan dat bij doode van Dirck Spierinck Aerntsz voorn, die sonder zoon achter te laten gestorven is, die manschip aen ons gekomen is

1462-11-29 | Heemskerk

R.A.H. Coll Aanw 103 Caput Kennemerland fol 16, 17/Reg Et Finis fol 8v, 9

Jaartallenindex

hertog Philips oorkondt dat Claes Vredericsz hem te kennen gegeven heeft hoe dat Claes Florisz, zijns wijfs vader, die onse leenman is, omtrent 2 jaar geleden oflijvich geworden is, met nalating van een zoon, genaamd Floris als hij meijnt, die 6 of 7 jaar uit het land geweest is zonder dat men weet waar hij is of dat hij nog leeft. Claes Vrederics verzoekt nu namens zijn vrouw belening met dit leen, nl 2 maden lands gelegen in Heemskerk in Borcherdingermade, streckende aen den lagen lande tot Broecken venen toe. De hertog beleent zijn vrouw er vervolgens mede, onder conditie dat hij afstand van het leen zal doen als Floris mocht terugkeren. Tot een erfleen. Hij doet hulde en manschip voor zijn vrouw Lysbeth. In den volgenden brief verkoopt de hertog aan Claes Vredericsz 3 geersen lands gelegen in Adingermade in den ambachte van Heemskerk, ook afkomstig van Clais Florisz, zijn schoonvader, tot een recht leen, te verheergewaden met een rode sperwer of 5 schell Holl daarvoor. Hij betaalt hiervoor 27 Rynsche gulden van 40 groten per stuk

1502-12-17 |

R.A.H. Coll Aanw 111 Caput Z.H. fol 145v, 148

Jaartallenindex

hertog Philips beleent Jan Willemsz na dode van zijn vader Willem Jan Reyersz met: 1) dat ambacht van der Myle, met de gift van der kerk, mit verecht (?), visserij, vogelrij, innd van de molen, manschip, .. ⅓ deel van een tiende op ten Dubbeldam, ende mitten manscip van den zegewerp also verre alst ambacht van der Myle is streckende, sonder alleen dat Vroon van der Vroonvisserij, 2) een schrootambacht mitter soutmaat binnen Dordrecht. Te houden no 1 tot een erfleen, te verheergewaden met een Merweedse heecte. En t schrootambacht tot een recht leen, te verheergewaden met een rode sperwer of 10 Schell daarvoor. Welverstaande dat Jan zijn broers hun kindsdeel zal uitkeren. In margine staat dat deze brief vermaakt is in 2 brieven daar schrootmeesters het schrootambacht in een afzonderlijke brief wilden en zonder condities. Eodem die oorkondt Philips dat hij aan Willem Jan Reynersz octrooi gegeven had om bij testament over zijn onversterfelijke lenen te beschikken (dd 1497-07-14), uit kracht hiervan en met consent van zijn oudste zoon Jan Willemsz beleent Philips Frans Willemsz, zijn jongere zoon, met 12 morgen land te Alblas, tot een onversterfelijk erfleen. Daar Frans onmondig is, doet zijn oudste broeder Jan de eed

present: Jacob Heerman, Tielman van Dullecum, Dirck van Boneem, cleene Jan Bruin

1497-10-24 | Heemstede, Sparenwoude

R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Kennemerland fol 22v, 23v, 24, 25/Reg Archidux

Jaartallenindex

hertog Philips beleent Geryt van Berckenrode na dode zijns vaders Geryt van Berckenrode met een tiende gelegen in den ambocht van Heemstede, die Jan van Heemstede toe te behoren plach. Tot een recht leen. Vervolgens wordt hij beleend met een deel van de ambachtsheerlijkheid van Heemstede, dats te weten streckende van die gasthuijslaan tot aan Jan Lottinszoonslaan, tot achter aan die Vaart ende voort an die Heynsloot voor an onse wech, streckende oostwaart 3 roeden in den wildernisse van de houtvesterie mit die tweedeel van den tienden die Jan van Heemstede aldaar pleegt te hebben ende binnen der voors. bepalinge gelegen zijn, mit die drifte van 2 paar ouder swanen. Te houden zoals zijn vader dat alles hield. Bovendien met die hofstede van Spernewoude met 5 maden lants daertoebehoorende, ende die manschip van ±45 maden lants, die men voort van den voors. hofstede te leene houdt, hem eveneens aangekomen van zijn vader. Tenslotte het bodeambacht en schutterij van de stede van Naarden enden lande van Goylant, ten rechten leen, te verheergewaden met een rode sperwer of 10 schell, zoals zijn vader dit hield. Dit ten onversterfelijken erfleen ontvangen voor 26£ Vl, anno 1478

present: heer Cornelis Croesing, ridder, Dirck Potter Dirksz, Willem van Riet[wyk], Dirck van Boneem

1420-09-12 | Babilonienbroec

Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 9/Carthuizers St Geerdenberg

Jaartallenindex

Claes van der Dussen heer van der Haghe oorkondt dat: ick opgedragen heb brueder Hughe, prior v.h. Carthuizersklooster te St Geerdenberge, den vryen eigendom van 2 morgen lands gelegen in Babilonienbroeck in die Lyesslagen in den Afftersten camp opten westeren wal, oost: der Sartroysen lande, west: Gielis Melisz en zijn kinderen en Jan Godschalcsz van de Hille, streckende van der Sartroysen lant voers. ter Mydgrave toe. Welke 2 morgen lands voirs. Willem die Momber van mi te leen houdende was tot een recht erfleen en zijn vader Heynman, ende zijn broeder Gheryt die momber tevoren tot een recht erfleen te houden plagen. Ende schelde hem die manschip daerof quyt ten ewigen daghen. Ende geloeve den voors. broeder Huyghen soe welke tijt dat ick vredeliken in den lande van Hoesden ende tot Hoesden comen mach, dat ik hem of enen andere daer ick af versocht sal werden tot des convents behoef in de 2 morgen voirs. voir die scepen van Huesden erven sal als zeede en gewoenlyck is in den lande van Huesden. Boven staat: Een vry gifte van 2 morgen lands in Babilonenbrueck, dat leenguet was ende die manscap quytgescolden is (vgl 1420-03-13)

myn getrouwe mannen van leen: Roelof Gysbrecht Mallantsz.z uter Haghe, Jan Henricsz