1591-02-18

R.A.H. O.R.A. 1063 fol 127v, slot op fol 31

Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen te Overveen oorkonden dat Weijn Henricsdochter, weduwe van Jeroen Maertensz, van Santvoort, met Claes Maertensz, haren overleden mans broeder als voogd, mitsgaders Pieter Jeroens dochter [!] als wettige man en voogd van Trijn Jeroensdochter, Maerten Jeroensz voor hem zelve, mitsgaders de voors. Claes Maertensz met Cornelis Maertensz als ooms en voogden van Marijtge en Trijn Aechte en Fytgen Jeroensdochteren, alle kinderen van Jeroen Maertsz, tot welcken eynde ook zelf in properen persone verschenen is voirs Marrytge Jeroensdochter voor haar zelve, ende bekenden zij, tot reddering van haars boels schulden, met consent van schepenen van Zandvoort, verkocht en opgedragen te hebben aan Adriaen Jansz Gael, poorter van Haerlem, 1½ morgen land gelegen in den Anderen Hout, noord: Adriaen Gael zelf, west: die wildernis, zuid: Jan Gysbertsz Crabbemorsch, oost: Crabbemorsch voors. Belast met een erfhuer van 1 reael per jaar, toekomende de voors. Jan Gysbertsz Crabbemorsch. Comparanten verklaren zich voldaan met 550 Kar gld tot betaling van de voors. boelschulden en tot notelycke alimentatie, cledinge en opvoedinge der voirs onmondige kinderen geemployeert

Claes Cornelisz Kan, schout, Cornelis Jansz en Thoenys Jansz, schepenen in Overveen; Kuijrijn Cornelisz vel Maertsz ende Sweer Martsz, schepenen van Zandvoort