1335-01-17 |

A.R.A. Copie Leenkamer no 27 fol 86v/L.R. 11 fol 30v

Jaartallenindex

wij schepenen, waerdsluden ende ghemeene Westvriesen van al Drechterlandt, van al Oudwoudigher ambacht, uytgenomen die poorte van Medenblick, van al Schaghen ende Nieuwedorperambacht en van al Geestmanambacht, oorkonden dat graaf Willem hun op hun verzoek toegestaan heeft, een inlaghe te maecken van Beersingherhoerne tote Medenblick toe, daer hij in vermoet dat men cortelycken die borch ende die poerte te Medenblick omme uijtdycken moet, des joff Godt wille, gheen noed doen en sall, soe gheloven wij alle gemeenlycken mit desen brieve voer ons etc onsen lieve heer den grave, soe wilker tyt hy wille synen borch te Medenblick versetten joff die een voor joff d'ander nae, joff beyde teffens ouk weder des noed dede, jof en dede dat wij daer te doen sullen alle onse vermoghen, ende hem helpen met onsen lijve ende met onsen goede toet syns selven goetdencken, nadien dat hem selven dencken sal dat wij vermogen ter tyt toe dat hij syne borch ende synre poerte van Medenblick verset ende volmaeckt heeft. Ende omme dat wij alle stukken voors. uittelyken ende trouwelicken houden sullen ende voldoen soe hebben wij desen bryeff open bezeghelt met onsen ghemeenen lands zegelen. Gegeven totte Egghemond

1332-08-09 |

A.R.A. Copie Leenkamer no 27 fol 78v/L.R. 11 fol 27v

Jaartallenindex

graaf Willem oorkondt: dat hij Ghisebrecht Florensz van Medenblick ghegheven heeft 3 £ Holl per jaar ten rechten leen, uit te betalen door de baljuw tot Medenbleke. Eodem die heeft graaf Willem aan Volkaerd Yevenz van Medenblick 3 £ Holl per jaar in rechten leen. Ende hierbij sall hij altoes gereet wesen op onsen huijse te coomen ende trouwelyk daerop te bliven, soe wilke tyt dat hijs vermaent worde van onsen wege

1421-01-15 (1420) |

R.A.H. 84 fol 96v

Jaartallenindex

bevelinge op Louwerijs Foutersz "onse pijtoeren te gaderen ende te bewaren, die vallen sullen binnen den bedrijve van onsen bailjuscippen van Kenemerlant, van Vrieslant en van Medenblick. Ende des sal Louwerijs voirn. tot ons en tot onser herbergen behoef pytoren leverne als dat gewoentlick is etc"

Medemblik | 1586-1612

Bruinvis: Alkmaar no 164, p 27, p 96 no 157; G.A. Alkmaar zegels doos 9

Achternamenindex

vroedschap van Alkmaar: Doede Jansz Medemblick, begraven 1612-10-29; 1582-07-13: verkoopt hij aan de stad een strook erf, lang 70 breed 9 roeden aan de zuidzijde van het Voormeer, bezuiden het water daarvan; 1582, 1585, 1586, 1589: Doede Jansz Medenblick, schepen van Alkmaar, zijn zegel

1536-06-14 |

R.A.H. Coll Aanw 246 fol 127/Mem Hof van Holland

Jaartallenindex

op het geschil tussen Benninckbroeck ter ener, en die van Medenblick, Opperdoes c.s. ter andere zijde, roerende het stellen van een molen, beslist het Hof dat commissarissen, nl Andries van der Bronchorst, Raad in het Hof, en Adriaen Stalpert, rentmeester van Kennemerland, beide partijen zullen horen en een accoord tot stand brengen

1439-03-30 (1438) |

R.A.H. 86 fol 205

Jaartallenindex

hertog Philips oorkondt dat hij in voortijden aan Willem den bastert van Hollant het casteleynschap ende slot van Medenblick met der Oisterdyckgraefschap aldaar gegeven had op 1436-07-20. De hertog oorkondt dat hij "om seeckere redenen ons daertoe porrende" Willem hieruit ontzet heeft, en het casteleynschap etc bevolen heeft op Benjaert Zeij Jansz

1545-04-14 |

Arch Grote Gasthuis Haarlem Inv no 100/1/St Elisabethsgasthuis Haarlem

Haarlem Algemeen

burgemeesters van Haerlem oorkonden dat voor hen gekomen zijn de gasthuismeesters van St Elisabethsgasthuis die verklaarden dat heer Wolphart Medenblick, priester, als vicarius van een vicarie opt altaar van de H. Geest in de parochiekerk van Haerlem, van henluiden als nu bezitters van de renten en goederen van de witte Heeren te Haerlem eyschte en begeerde betaling van 9 jaren achterstallige renten van 7 Kar gld en 10 st sjaars. Gasthuismeesters erkennen nu hem dit bedrag schuldig te zijn

1325-03-25 |

A.R.A. Copie Leenkamer no 27 fol 52v/L.R. 11 fol 16v

Jaartallenindex

graaf Willem oorkondt dat wij onsen bailju van Medenblick heren Dirck van Outshorne, onsen trouwen ridder, gegeven hebben die viskery van Bomenmeer op t huijs te besighen tot onsen wederseggen toe. Voirt hebben wij heren Dirck gegeven, also verre als hij eenen cappellaen houdt op onse burch van Medenblik alsoe langhe als hij daer onse baljuw is, jaerlycx 3£ Holl en een pair clederen tot des capellaens behoef. Ende van also veele sullen wij hem jaerlyks quiten in sire reeckening

1522-03-13 |

R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Vriesland fol 23v

Jaartallenindex

Karel oorkondt dat voor heer Gerrit heer tot Assendelft als substiuut etc, Engebrecht Willemsz en Jeronimus Wisch Willemsz als voogden van Jacob Gerritsz opdroegen tbv Hillegont Dircxzoons [!] dochter (opschrift: Hillegont Dircxdochter), wonende tot Benninckbrouck, 2 morgen land gelegen te Oostwoude onder het schoutambacht van Medenblick, zuid: Zyvert de glasemaicker, te Amsterdam, noord en west: Pieter Luytgensz, van Oostwoude, oost: een watering genoemd Oostwouder Veer. En dat hij vervolgens Hillegont Dirxdochter hiermede heeft beleend. Haar vader Dirrick Dircsz doet de eed voor haar (vgl 1522-03-14)

present: mr Thielman van Dullekem, onse Raed en mr van onser rekening, Jacob de Jonge heer tot Baertwyck, auditeur van onse rekening, Cornelis Barthouts, Simon Jacobsz

1609-02-18

R.A.H. O.R.A. 2099 fol 34

Transportregister Egmond

schout en schepenen oorkonden dat Maerten Jacobsz Heer en Augustyn van Medenblick verkopen aan Jan Maertsz, backer, poorter te Alkmaer, een stuk land gelegen in onse voors. banne genaamd de Coetecamp, groot 600 roeden en 72 voeten, oost: de Speckcamp, west: Visscherys molentocht, zuid: Carsgiscamp, noord: de Moolencamp, gecomen van het graafschap Egmond. Onderdracht van de kwijtschelding gepasseerd door de Staten van Holland. onder staat: "dit voors. lant heeft Jan Maertsz overgetransporteerd voor Cornelis de Root als schout, Jacob Cornelisz en Hendricksz [!] als schepenen, tbv Aelbert Jansz Berum, 8 Dec 1610"; 1610-12-18: Aelbert Jansz Berum [van Beerhem] koopt "de Coetecamp"

Loeff van Harlaer, schout, Cornelis Jansz Bestert en Reijer Claesz, schepenen