1408-02-23 (1407) |

Arch Kerkvoogdij Haarlem Inv 186 fol 28v regest 61/Cartul Zeven Getyden

Haarlem Algemeen

scepenen in Harlem oorkonden dat Kerstijn van Langevelt en Lysbeth Jan Mieussoensdochter, meesterissen van den begynhove tot Haerlem, met Dirck Gerijt Wijensoen als voogd, transporteert aan de prior van de Regulieren buten Haerlem 40 schell Holl sjaers op heren Dirck van Zaendens, priesters, huijs ende erve ende sijnre capelrie, belend an die een zyde: heer Walich Aerntsz, priester, an die ander zyde: coman Jacob Claesz, afterwaerts streckende an die Beeck

Hughe …...... [van Riedwijck ?] en Heynrick Aerntsz, schepenen

1591 aangelegd |

Bissch Oud Arch Haarlem Inv no 416/ Scheepmakersaltaar, vicarie

Haarlem Algemeen

(vervolg) 6) item noch een stucke landt gelegen in die Bergermeer tot Alckmaer en wordt gebruikt bij die kinderen van Cornelis Dircxz Miensgis van Scermerhorn, woenende in de oude hooft Alcmaer ende geven sjaers van huyre 22 gld en 3 soetemelcx caesen (in margine met dezelfde hand: nu Dirck Thonisz int middelhoff tot Alcmaer achter de kerck off achter den pastoor van de Kuijnie [?]). Volgen nu aantekeningen van betalingen van 1592 t/m 1604. Dan volgt: Dit lant heb ick verhuyrt aen Dirrick Thonisz mijn leven lanck voor 32 gld met 3 scapenkasen op 1606-11-20. De huysvrou van Dirick Tonisz heeft die pacht verschenen Lucasmarct 1613 betaelt aen de meesterissen van den Hoff 13 Martii 1614, die daervan de helft aan wijlen mr Dirick Deymans erfgenamen is gelevert. Op een ingeplakt papier staat te lezen: de Geestbos 3170 roeden Honsbosser maet, doende 800 één morgen. Ende Egmondermaet 1192 roeden, makende 300 roeden één morgen. Sulcx Honsbosser maete 3 morgen 770 roeden en Egmonder maet 3 morgen 292 roeden. Ende staet na het molenboeck an Egmonder maete op de naem van heer Louwerijs Gerritsz, priester tot Haerlem. Nota: op het morgenboek wort dit lant maer begroot 2 morgen want voor de bedijkinge en wast niet groter, de rest is aengewassen, ende van riedtlant toegemaeckt ter grooten als boven (tot zo ver het ingeplakte papier). Ick Gerrit Adriaensz de Witte pastoer van t Groote Begynhof binnen Haerlem heb moeten een heel jaer huijrs an mijn been binden duer foute van Wendemoets Cornelis weduwe wylen Dirck Thonissoons erfnamen daer niet op en sat, en most ook noch betalen de verkoopen jaers pachten omdat op de voors. erfgenamen geen verhael en was. Gerrit verhuurt dit land anno 1626 aan Adriaen Cornelisz van Alcmaer en verder aan zijn nagelaten weduwe Griete Claes. Betaald 1627, 1628, 1629. Anno 1630 en 1631 zijn betaelt aan mij Jan Albert Ban door handen van de Advocaat Boon, ook de jaren '32, '33 en '34. De jaren 1635 en 1636 zijn aan mij Jan Albertsz Ban betaelt bij handen van Jan Davidtsz Po...scius [Poscius ?], gebruiker van het lant. Alles in het Oud Bissch. Arch Haarlem: Stukken betreffende een vicarie op het altaar van St Jan Baptist in de parochiekerk te Haarlem waarvan de pastoor van het bagynhof collator is (akten 1394-02-27, 1404-01-05, 1407-11-05, 1422-08-14, 1467-07-24, 1473-09-17, 1492-03-14, 1591-03-15 (vidimus 1422-08-14), 1606-09-06)