38 resultaten

Willem Evertsz | 1410~

Leenregister Culemborg fol 42v
Voornamenindex

leenregister Culemborg: Willem Evertsz, 2 merghen tot Laexmonde in Pijnhoevervelt

1441-11-27 |

R.A.H. Coll Aanw 101 Caput Z.H. fol 17v/fol 7
Jaartallenindex

hertog Philips beleent Pauwe Dammaeszoen 4 merghen lants gelegen in Scoenouwen, zoals hij die van wijlen Margaretha van Bourgondië te houden placht

1404-12-16 |

R.A.H. no 96 fol 83/Reg Tricushandt Afd Kennemerland no 29
Haarlem Algemeen

Hughe van Ruven ontfaen 18 merghen landts gheleghen bij onsen stede van Haerlem aen die nooirtsijde, mitter woninghe die dairop staet, ten rechten lien, ende des sijn brieven. Item dat ambocht van Ruven gheleghen bij Delff mit sijne toebhooren, ende groot is omstrent 200 merghen landts, ten rechten lien

1441-12-18 |

R.A.H. Coll Aanw 101 Caput Westvriesland fol 1v/Reg Alpha fol 1
Jaartallenindex

hertog Philips confirmeert de scheiding en deeling die Jan van Minnen als man en voogd van Alijt Claes die Waelendochter gedaen heeft aen 2 merghen landt ligghende in die groete Weyde, in onsen ban van Hoirn, die Alijt van de grafelijkheid in leen houdt, met degenen die in dezelve groote Weyde gelandt en gegoed zijn, alsoe dat voirscr 2 merghen landts ghelegen sijn aent affterlandt van der grooter Weyde voorn. Ende lenden off sijn aen d'een zijde Gheryt Ghybenzoon, ende Claes Puust aen d'ander zijde

Schildman | 1382-1383

Rek Rentmeester Zuidholland Graf Rekenkamer 522 fol 2, fol 10
Achternamenindex

Colijn Scildemansz verkocht "wat ambochts hout 28 merghen die mijn heere aneghecomen is van Sciltman Pietersz doot om 3 ½ oude schilt, maken 46 sc 8d"; (fol 10) Colyn Scildmanssoensambacht [Riederwaard ?]

Jan Gherytsz | 1410~

Leenregister Culemborg fol 9v
Voornamenindex

leenregister Culemborg: Jan Gherijtsz, 2 merghen lants, belend boven: de heren van St Meerten, beneden: Willem Jansz; 1423: Jan Gherijtsz opnieuw beleend

1522-04-29 |

Cart Regulieren St Jan Heiloo fol 173
Jaartallenindex

schepenen in Bydelmeer oorkonden dat Jacob Boutgersz en Willem Jansz tot Bydelmeer en de Reg. van St Jan bij Amsterdam "tesamen een drachtelick mit ghemeenre handt ewelick ende eerfelick een oversettinghe ghedaen hebben van landen gelegen in den van Bydelmeer alss te weten dat Jacob Boutgersz voorn. sall hebben twe merghen landts in die Groete saet van Jan Bettensoenszaet, ende Willem Jansz voirn. mit die Regulieren voirn. sullen hebben 2 merghen landts in die Cappellenzaet gelegen". Jacob of zijn nakomelingen mogen het land dat hij nog heeft liggen in die Cappelzaet niet verkoopen of verhuren zonder dat Willem Jansz de voorkeur zal hebben genoten

Herwich Gherwertsz en Peter Petersz, schepenen

Libertus | 1130-1161

Bijdr Hist Gen jg 1914 p 34
Voornamenindex

aanwinsten van de abdij Egmond in het bisdom Utrecht: mutuavit a preposito sancti Petri, Liberto quinque merghen in Woldekewerde pro dimidio manso in Scalcwyck

1465-08-06 |

Bissch Arch Haarlem/Cartul Klooster in den Hem Inv no 119 II fol 61/A.R.A. Origineel
Jaartallenindex

schout en heemraden in Berchambacht oorkonden dat Dirc Claes Venenz overdroeg aan de Regulieren in den Hem, enen vrijen eygendom van een merghen lants gelegen in denselven ambacht mitten Regulieren voirs. gemeenre voir, streckende van der Dovenweteringe tot in Berchambacht totten halven Huuswech toe

1424-04-27 |

Bissch Arch Haarlem/Cartul Klooster in de Hem bij Schoonhoven Inv no 119 II fol 133v
Jaartallenindex

ic heer Dirck van Zulen, ridder, heer van Zevender, doe cond etc dat voir mij ende voir Harman Jacopsz, Baernt Harwicksz ende anders mijn leenmannen, ghecomen is Weyndelmoet Gherits Wilden wedue mit haer ghecoren voechts hant, daer si an quam als die mannen wijsden dat recht was, ende gaff over ende droech mij op heer Dirck voers drie merghen lants die si van mij te leen houden plach. Diewelcke drie mergen legghen in den ambacht van Zevender in een weer lants van 7 merghen lants mit Weyndelmoeden voirscr gemeen, belend boven: die Regulieren en broeders van St Jheronimus binnen Delf, beneden: Herman Beynken. Heer Dirk draagt dit leen vervolgens voor zijn schout en landgenoten in vryen eigendom over aan de Regulieren en broeders van St Jeronimus te Delft (vgl 1424-03-12)

bezegeld door Jan Jacobsz, schout, Baernt Harwicksz en Claes Botterman