15 resultaten

Grauwert | 1322-01-07 (1321)

Van Mieris II p 248
Achternamenindex

graaf Willem erkent schuldig te zijn aan zijn zwager Sweder van Montfoirt, 1000 £ Tourn

borgen: enige edelen en Jan heer Roetaerdsz, Jan Grawaerd, Pieter van den Velde, Jan die Boele, Jan Meynaert, Ghisebrecht uten Waerde, Jacob Godschalcsz, burgers te Utrecht

Roetaert | 1322-01-07 (1321)

Van Mieris II p 248
Achternamenindex

graaf Willem erkent schuldig te zijn aan zijn zwager Sweder van Montfoirt, 1000 £ Tourn

borgen: enige edelen en Jan heer Roetaerdsz [van Benthem ?], Jan Grawaerd, Pieter van den Velde, Jan die Boele, Jan Meynaert, Ghisebrecht uten Waerde, Jacob Godschalcsz, burgers te Utrecht

1569-06-28 |

R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Sticht, Gelre etc fol 58v
Jaartallenindex

koning Philips beleent Jan Cornelis Damasz, wonende tot Montfoirt, na dode van zijn vader Cornelis Dammasz met een stuck lands uytterdycs, in den gerechte van Willescop in den lande van Montfoirt, streckende uijten Groenswaert van den Yssele totten halven hoogen dyck toe. Ende is groot één morgen, belend oost: mr Dirck Sas, west: Anthonis Hermansz van der Pol, gelegen in Corte Heeswijk in sheren gerechte van Montfoirt, ende dat uijt alsulcke 7½ morgen lands als Geryt Gerytsz van Montfoirt van ons te leen houdende is. Als gemachtigde bij procuratie dd 1569-06-28 voor schepenen van Montfoort gepasseerd, doet Cornelis Sweersz van der Poll de eed voor hem

1460~ |

R.A.H. 465 fol 100/Leenregister Brederode ingestoken papier tussen fol 51 en 52
Jaartallenindex

item dese ½ hoeff en heeft heer Willem van Zweten joffrou Katrijn bastaertdochter van Montfoirt nyet muegen maecken of geven buten consente van den heer van Brederode als leenheer, ende buten consent van den heere van Montfoirt als rechte erfgenaem van den voirs. heer Willem van Zweten. Item al was het dat haar dit goed door beide genoemde personen toegestaan was, dan zou dit toch op conditie zijn dat het bij haar kinderloos overlijden zou terugkomen aan den heer van Montfoort. Item synt der doot van Heer Willem van Zweten, soe en heft dat den heer van Montfoirt niet versocht als rechte erve. Item sijnt der doot van Joffrouwe Katrijn en heft dat die rechten erve oock niet versocht, te weten den here van Montfoirt (zonder datum)

1570-05-27 |

R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Sticht, Gelre etc fol 50v
Jaartallenindex

hertog Philips oorkondt dat voor mr Cornelis Suys here van Ryswyck hem Jan Woutersz heeft opgedragen tbv jhr Johan van Bassenrode, drossaert van Montfoirt, 3 morgen land in den lande van Montfoirt in Kraeckenburch, en dat hij jhr Johan hiermede vervolgens heeft beleend tot een goed leen, binnen aftersusterkind niet te versterven

1524-08-13 | s Gravenmoer

Carthuizers Raamsdonk Carul anno 1518 fol 44/Carth. Sint Geerdenberg
Jaartallenindex

Ic Mathijs Willemsz richter in den ambacht van Screvelduyn en Philips Boyensz, Pieter Huijmansz, Andries Jansz, Martyn Petersz, Willem Cornelisz, Claes Jan Vosz, en Gheryt Jansz oorkonden dat Jan Cornelisz overgaf met een vrije gift aan brueder Jan Ghavesz, priester, procurator des gemeen convents van de Carthusers bij St Gheertruidenberg, in die parochie van Raemsdonck, ½ van 12 morgen dellen ...... (?) alsoe groet als hij van Gielis Pietersz ontfangen heeft mit 3 mergen moeren en 69 rogen en 4½ voeten, gelegen op dieselfte dellen ofte gronden voers, onbedeelt met Jan Jacobsz van 's Gravenmoer dellen of moeren, streckende van den ambacht van 's Gravenmoer oestwert tot die houve van Hoculem toe, zuid: Jan die Wit van Dordrecht moeren en gronden, noord: Jan Jacobsz gronden gelegen tot die moeren van Montfoirt ende daeran gelegen die erfgenamen moeren

Claes Woutersz | 1470-10-02

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 198, 204v
Voornamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Claes Woutersz wordt na dode van zijn vader Wouter Claes Hubertsz.z beleend met een stuk land geheten Pypencamp, gelegen in de Buerstraet in Luesdenre kerspel, oost: de borchgrave van Montfoirt, noord: de vicarie van Cuelhorst, zuid: Couwenhoven; 1472-05-16: Hubert Willemsz wordt na dode van zijn neef Claes Woutersz hiermee beleend

mannen: Pieter Dier, Evert van Heze; 1472: Egbert de Beer, Jan de Beer Jacobsz

1551-08-26 |

R.A.H. Coll Aanw 466 fol 53, 467 fol 19/Leenregister Brederode fol 37v
Jaartallenindex

Reynoudt here tot Brederode, vrijheer tot Vianen, burggrave tot Utrecht, heer tot Haverincourt, ter Ameyde, Ridder van de oerden van den Gulden Vlies, beleent de Edele en Welgeboren onse lieve nichte vrouwe Margriet gravinne van der Marck ende van Aremberge, vrouwe van Naeltwijck, geechte huijsvrouw des Ed. Welgeboren Heer Johans van Linge grave tot Aremberge, vrijheer van Barbanson, onsen neve, oude mede broeder in der oirden van den Gulden Vlies, een thiende geheten de Huijstiende, gelegen tot Wateringen int quartier van Delfflandt, op haar gesuccedeert bij dode harer grootmoeder vrouwe Machtelt van Montfoirt, gravinne van Arenberge, vrouwe van Naeltwijck, in alle manieren als deze en haar voorouders die van de heren van Brederode gehouden hebben. Voor haar heeft hulde, eed en manschap gedaan Willem van Hooft, rentmeester van Naeltwijc, in absentie van haar man en kerkelijke voogd heer Johan van Ligne grave van Arenberge, volgens de door hem gegeven procuratie (vgl 1568-08-14, 1562-02-23)

mannen: Gheryt van Sparenwoude, zijn zoon Ysbrand van Sparenwoude

1521-01-19 |

G.A. Haarlem N 184 fol 79/Cartul Leprooshuis
Haarlem Algemeen

leenmannen der grafelijkheid van Holland oorkonden dat de ziekenmeesters van het Leprooshuis buiten Haarlem ter eener-, en Guert Pieters met haar zoon en voogd Dirrick Aelbrechtsz ter andere zijde, hun geschil over een zeker deel en portie van lande dat de voirs. Guert Pieters hoir vermat te hebben in een weer lants geheten Gheryt Rouckensaet [Ronckensate], gelegen tot Scalckwijck in den ban van Nyewerkerck, gebleven zijn aan de uitspraak van Jacob Gherytsz van Montfoirt, Frederick Jacobsz, Deyman Willem Duvez, en Heynrick Aerntsz brouwer. de uitspraak luidt dat Guert Pieters hebben sal 2 madt lants min ½ hont duergaens lants mit alle banwerck, weghen, wateringen ende sloten nae proportie van tselve lant, in een weer lants ghenoemt Gherijt Roncken saet, gelegen in den ban van Nieuwerkerck, welcke zaete latns t voors. zieckhuys gheheel toebehoert nu ter tijt, uytghesondert die 2 made min ½ hont voirs die aan Guert toegewezen zijn. Daer lenden of zijn noord: Dirrick Ronck, zuid: Alyt Scolenairs, streckende dat westeijnde vuijt die Spaerne oestwaerts op an die Zomerwech. Bezegeld 19 Jan 1521, na den ghemeen scriven

Gheryt van Spaerwoude ende Jan van Rijck, leenmannen

Dussen, van der | 1418-02-01

Van Mieris IV p 456
Achternamenindex

Claes van der Dussen draagt over aan zijn broer Aernt van der Dussen huis en slot van der Dussen en het ambacht heerschap van Hartswairde, na de dood van zijn vader Arnt van der Dussen

de heer van Montfoirt, onse Tresorier, de Burchgrave van Leyden, Dirc van der Merwede