1 resultaten
1426-08-13 (1) |
R.A.H. Coll Aanw 242 fol 679-691/Memorien Hof van Holland
Jaartallenindex
hertog Philips oorkondt dat hij minder dan een jaar geleden bij brieve en beveel van de hertog van Brabant graaf van Holland en Zeeland, gehuldigd is in deze landen. Waarna die Kennemers een aanval deden op Jacob heer tot Gaesbeeck die hij tot capitein had aangesteld. Sommigen uit diens gezelschap waren mishandeld. Met ontwonden banieren trokken zij op tot voor Haarlem, waar zij pas weggingen toen de capitein hun kwijtschelding van soudije, beden en breuken beloofd had. Daarmede niet tevreden sloegen zij opnieuw het beleg voor Haarlem. Uit de geinsereerde akte dd 1426-05-08 blijkt de inhoud van het toen getroffen accoord. De Kennemers hielden zich niet hieraan en hebben de sloten van der Nyeuborch en Middelburch met geweld ingenomen, zij hebben gedestrueerd de stede van Monickendam. Zij zijn ook voor Purmerend geweest en voor onsen huyse tot Medemblick, dat zij gaarne ingenomen hadden. Zij bestormden, veroverden en plunderden Eynchusen, "cracht en gewelt" werd voor Hoorn gepleegd. Zij hebben deswege hun lyf en goed verbeurd. Al hun privileges en rechten worden verbeurd verklaard. Geen wapens moegen zij hebben, alleen broodmessen zonder punten. Volgt een opsomming van de betalen boeten. Verder wordt het haardstedegeld ingesteld. Uitgezonderd van de zoen blijven degenen die schuldig zijn aan de dood van Heynric van Thorenburch. Daar die van Alcmaer "principaal weldige ende opsetters van dese rebelheit" geweest zijn moeten alle poorten en muren afgebroken worden, en zullen zij voortaan een open dorp zyn, zonder enig stadrecht. Ook zullen die van Alcmaer moeten maken op hun costen alle die glasen vensteren, dueren en anders alle timmeringe die zij gebroken hebben opten huysen van der Neyenburg ende Middelburch (vgl 1426-05-08)