10 resultaten
1475~ |
G.A. Amsterdam Weeskamer Amsterdam 1e Inbrengregister fol 175v
Jaartallenindex
goederen van Lysbeth Koen Koenenzoons die snijders dochter: 2) ½ van een stucke lants te Schermer, geheten Kerstijnenwerf, 3) ⅛ van een stucke lants op Catwoude geheten de Gouden Ven, 4) ⅓ R gld op Jutte Coppijns huijs toe Monckendam int noirteynde
1428 |
R.A.H. no 99 fol 9v Caput Kennemerland/Novum Registrum
Haarlem Algemeen
(opschrift) Dirc Gerytssoon van Hairlem: V maden lants gelegen in den banne van Uytgeest, ende belent hebben Claes Jansoens venne uten Woude an dat suyteynde, ende een water geheten Stierip an dat noirteynde, ten erflien, sunt litterae; 1430-05-04: Theodericus obiit et Gerardus Theoderici filius suus relevavit (Quaere Libro IX no 119)
1449-10-17 | Uitgeest
Bijdr Bisdom Haarlem dl 16 no 73/Cartul Zijlklooster Haarlem fol 97
Jaartallenindex
Simon Jansz, priester, cureit van de parochiekerk te Uutgeest, oorkondt dat Alijt Jacop Rembrantszoens weduwe met haar voogd en momber Ysbrant Rembrachtsz erkent verkocht te hebben aan het Zylklooster te Haerlem een stucke lants gheheten Baefkijnsoort ende is gelegen in den ban van Uutgeest, belent west: Jan Vrederic Brauwenzoenszoen, zuid: Dirc Martijns kinderen, oost: Wouter Gherbrantsz, streckende mit dat noirteynde an die Meer
tuyghe ende buerluyde: Jacob Willem, Lutgen sijn broeder en Pieter Claesz
1487-02-01 (1486) |
R.A.H. Coll Aanw 108 Caput Kennemerland fol 20v/Reg Max. Philips fol 7
Jaartallenindex
Max. en Philips belenen jvr Beatris Willemsdochter van Adrichem met 3 maden lands, gelegen in den ban van dat Noirteynde van Schermer, daer die Treckweyde an die noordzijde naest gelant is. Item noch 2 maden lands gelegen in denselven ban in die Menigeweer. Haar aanbestorven van haar vader Willem van Adrichem. Tot een erfleen, te verheergewaden met een roode sperwer of 20 schell. Hulde doet Philips Say, haar man en voogd
1475-10-18< |
R.A.H. 465 fol 57, 57v/Leenregister Brederode fol 33
Jaartallenindex
Reynolt heer tot Brederode beleent Pieter Thomasz die Bloet met 10 morgen lants in mijns liefs Heeren sgraven ambacht ter Ouderschie, ende dat noirteynde streckende aen die Blijdorpsche wateringhe, ende dat suijteijnde streckende aen Jan Colynszoons lant, ende belegen op tie westzyde die H. Geest ter Ouderschie, Pieter Venijn voors. ende Jan Colynsz voorn. elc mit erve, ende op die oostzijde: dat Goedshuijs van Schiedam. Tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een roede sperwer of 5 schell Holl daervoor (zonder datum). Yolante van Lalaing beleent Jan Thomasz op St Lucasdag 1475 (1475-10-18); 1478-05-05: tem dit voors. leen heeft mijn joncheer belijdt Pieter Janszoon van Scharloy van Delft, tot behoif Lenardts Jan Thomasz Vis tot zijn mondigen dagen toe te halden
manne: Heer Henric van Naildwijk, ridder, Reyner van Hemert, Stees van Brakel; 1475-10-18: Ghijsebert van Hokelom, Claes van Vyanen Heeren Jansz, Dirck Rumersz
1470-10-12 | Heemskerk
R.A.H. Coll Aanw 104 Caput Kennemerland fol 16v (fol 5v)
Jaartallenindex
hertog Karel beleent Clais Evertsz met al de lenen hem aangekomen bij dode van zijn moeder Hadewych Clais Vredericszoonsdochter, nl eerst 5 acker zaetlants mitten huyse datter opstaet, houdende omtrent 2 ½ morgen lants gelegen in den ban van Heemskercke achter der kercke aldair, oestwairt streckende van den wege an den Kercsloot. Ende 6 geersen lants gelegen achter den voirs. huyse. Te houden tot een erfleen. Item noch 2 maden lants leggende in Heemskerck in Burgerdingermade, streckende aen den lagen lande tot Brouckenvenne toe. Tot een erfleen, te verheergewaden met 5 schell Holl. Item noch 5 maden lants gelegen tot Uytgeest, ende belent hebben aen dat suyteynde mit Clais Janssoons Venne uyt den Woude, ende aen dat noirteynde een water geheyten die Stierip. Tot een erfleen. Hulde en manschap doet voor hem tot hij mondig zal zijn, zijn vader en voogd Evert Janszoon
1444-10-25 |
R.A.H. Coll Aanw Caput Westvriesland fol 5v/Reg Alpha fol 2v
Jaartallenindex
hertog Philips geeft aan zijn secretaris Adam Dirckszoon van Cleve ten vrijen eigen twee hofsteden gelegen te Wermer neffens die kerck aldaer, streckende afterwaerts aen die kercksloet, die hij in leen hield. Vervolgens draagt Adam op van zijn eigen goed 2 hofsteden te Schellinchout, aen die zuytsijde van der kercke aldaer, die hij voirtyts teghen Florys Jansz van Cranenbroeck, zijnen zweder, gecoft heeft, streckende die één hofstede mitten noirteynde an den Heerendyck, ende mit ten zuyteynde an Schellinchoutermeer, mit die oistzijde aen den Zuyder Zeedyck, ende mit die westzyde aen die sluyse. Ende die ander hofstede hebben beleghen an die noirtzyde Claes Heynenzoen, ende den buyrwech van Scellinchout aen die zuytsyde Splinters erve van Slijck plach te wesen, ende an dat westeynde den Kerckewech. Adam wordt hiermede vervolgens beleend tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met 2 heecken
1463-01-09 |
A.R.A. Copie Leenkamer 39 fol 78v/Reg Charolais fol 40v
Jaartallenindex
Anthonis Michielsz oorkondt dat here Vrancke van Praet here van Moerkerke, ridder, opdroeg tbv Jaquemine Pieter Macharysdochter, Jan die Plaets geechte wijf, den gehele korenthyende van 3 blocken lands gelegen in zijn ambacht van Scobbe en Everocke in Zuidholland, ende is geheten op dese tyt "t land van Moerkerke", die hij van minen here den grave van Charolais als heer van Putten en Stryen tot een erfleen hield, belend I) dat block leggende oostwest van der kercken aldaar, oost: de Oistwech, zuid: de Zuytwech, west: de Middelwech, noord: de Noortwech, groot 78 morgen en 48 roeden; II) dat ander block leggende westwaarts van daer mit den zuytende an den Zuydwech en over den noortwech tot aen Heynkinsoort mit deze noirteynde, mit der noortzyde langes Butkyns wateringe, mit der westzyde langes den wech, ende is groot 117 morgen 16 roeden; III) dat derde block westwaarts liggende van daar, zuid: de Zuydwech, west: langes avelinghen die langs den westdyck loopt, noord: Heynkynsoort, oost: die kercksloot, ende alsoo voort streckende voorbij Carthuisersland, ende voort voir bij Willem Gherytsz land, ende Cornelis Buser land tot Heynkynsoert toe, groot 99 morgen. Vervolgens wordt jvr Jaquemine hiermede beleend als leen van Putten en Strijen, tot een erfleen. Behoudelick die kerke van den voors. land uit elke blok tienden jaarlijks 1 R gld. Sterft zij vóór haar man Jan die Plaet, dan behoudt deze het vruchtgebruik. Haar man Jan die Plaet doet de leeneed
present: Gerrit heer van Assendelft, mr Jan Wandell, leenmannen van Charolais, Jan Dedell, leenman van Holland
1484-03-27 (1483) |
R.A.H. Coll Aanw 109 fol 48v/Reg Max. Philips fol 14v
Jaartallenindex
Max. en Philips belenen Gillis Willem Simon Vredericsz.z. alias van Valckesteyn na dode van zijn vader Willem Symon Vredericsz: 1) een huyse en erve gelegen binnen de vrijheid van Leyden, streckende van der grooten strate tot in die Middelgrafte, 2) een huys en hofstad binnen onser stede van Gorinchem an dat Marctvelt, an d'een syde: Rutger Lodewyksz, an d'ander syde: Heynric van Megens erfnamen, west: t Marctvelt, oost: der stad stege, 3) 6 blocken tienden gelegen in onsen lande van Putten in den ambachte van Westenryc op Drenkwaart, tussen den Oost Volgerwech ende den Middel dwerswech, daer die werf van Drenckwaert in gelegen is. No 1) onversterfelijk erfleen, heergewade 1 rode sperwer of 10 schell, no 2) leen van Arkel, recht leen, heergewade 10£ van 40 gr het pond, no 3) leen van Putten, onversterfelijk erfleen, heergewade een rode sperwer of 10 schell Holl; 4) ¼ deel van der alinge middeldyk van Caprinxhoec, streckende daer Geervliet scheidt van Spikenisser hove tot Oistlicker damme toe ende an beyden zyden van den dyck totter Dilven toe dat den voirs. dyck toebehoort, behoudens ons de rente daarop, 5) ½ de tiende van alinge den polre van Cortambacht die met Roeden bedijct is, an den Sydwynschen dyck met zijn toebehoren van coren en lammeren etc, 6) ½ den drogen Zydwynschen dyck die an dit Cortambacht leyt van den Noirteynde van den Nyeuwen dyck van t Cortambacht van streckende zuidwaarts tot de scheijsloot van Roden jegens Verlijen wech, ende an beiden zyden van den dyck toter dyck dilven toe dat den voirs. dyck toebehoort, 7) ende noch een clein block tiende, op hem selven leggende in Westerijcken, gehieten dat Meelblocken. Leen van Putten, met regeling van de vererving
present: Gerrit van Abbenbroek, Jan van Rietvelt, Claes van Ruyven
1466-03-17 | Nieuwerkerk, Boesingerliede, Schalkwijk
Coll Aanw 257 fol 973, 975v, 978v/Memorien Hof van Holland
Jaartallenindex
roerende die kerkmeesters van der Nyerkerke contra Jan Kerstensz en Daem Jansz c.s. Compareerden voor het Hof kerkmeesters van der Nyerkerk en deden bij monde van hun advocaat mr Adriaen Lottynsz zeggen en proponeren "hoe dat onder die voors. prochie geseten zijn drie mannen van prochianen die aldaer ter kercke hoeren, ende sculdich sijn hoer sacrament te halen, daervan dat één deel geheyten zijn die Bosselije mit hoeren toebehoeren, dat ander deel Scalcwijc, ende dat derde deel "Noorteynde", welke parochie ende kercke onlancx staende was an die meer, lopende ende streckende tusschen Haerlem ende Aemstelredam, dat een groot water is, ende da... grote zware storm gaet, ende overmits dat dat voirs water die voors. kercke aff spoelde zo langer so meer, zoe hebben die buren en parochianen van de voirs. kercke bij oirlove, beliefte en consent van myn genad. Here ende oick van den biscop die oude kercke verset ende een nyeuwe kercke begonnen te maken verre van den water landewerts in. Ende hoewel dat die drie deel voirn. sculdich zyn te gelden ende te contribueren totten fabrieke en timmeraetse van den voirs. nyer kerke, nochtans zo zijn enige personen van de voors. twee deelen, te weten Jan Aertsz en Claes Jan Pietersz, van Scalcwijk, en Rentgen Kerstiaen Reijnersz en Jan Kerstiaensz van den Noirteynde die niet gelden en willen, hoir portie en aandeel totter contributie van fabrike en timmeraedse van der kercke voirscr, ende dat meer is, ende bovendien so sijn die voirs. personen vuyt en doen hoir vermogen omme die renten van de voirs. armer kercke belopende omtrent 6 of 7 R gld sjaers daervan te trecken ende te ontvreemden ende de te amplicieren an die prochikercke van Haerlem die machtich en ryck is off an anderen, mits welcken die voors. nyer kercke, dair diezelve myn genad. here gifter en collator of is, gescepen is geheel ende al te vergaen. Het Hof had aan genoemde personen opgedragen om hun aandeel te betalen en op te houden kerkegoederen te vervreemden of aan andere kerken te brengen. Kerkmeesters eisen nu dat zij gecondemneerd zullen worden mitten anderen buyren te contribueren niettegenstaende die sparatie bij hun luyden heijmelicken vercregen. Eodem die stellen Jan Kerstensz en Jan Aertsz die procureur; 1466-03-18: uitgesteld