1464-05-22 |

R.A.H. 465 fol 48/Leenregister Brederode fol 28v

Jaartallenindex

de heer van Brederode beleent Jan van der Boechorst met 50 £ sjaars uit het rentmeesterschap van Noortholland

1421-02-10 (1420) |

R.A.H. Coll Aanw 75 fol 65/Memoriale B.H. fol 46v

Jaartallenindex

hertog Johan oorkondt dat wijlen hertog Albrecht gegeven had aan Willem heren Aelmanssoen den zeevont tusschen Catwyck ende Zantvoort te bewaren sijn leven lang, na inhout der selver brieve. Ende hebben voirt gegonnen Jan des voirs. Willemszoon den voirs. dyenst te hebben en te bewaren desselven Jans leven lang. Hij beveelt de rentmeester van Noortholland Jan Willemsz den voirn. dienst te laten gebruiken

1484-09-17 | Schoorl

Arch Marquette no 1106/Cartul Assumburg no 287

Jaartallenindex

Heynrick van Thorenburch, schout van Schorel, oorkondt dat Jan Symonsz heeft verkocht aan Jan van Assendelft, rentmeester van Noortholland "een stucke brouclants leggende t Aechtrop, groot wesende 2 margen of daeromtrent", ende heeft belent oost: die Gastdijck, west: Jan van Assendelft voirs mit boomte ende erve, zuid: die Garbrantslaen, noord: Jan van Assendelft oick mit boomt ende elx [elzen]. Ende dit om die somme van 34 Rinse gulden, 40 gr Vl het stuk

1472-10-28 |

Inv Arch H. Geest te 's Hage dl II regest 460

Jaartallenindex

schepenen van den Haghe oorkonden dat Mathys Pieter van Waes erkende schuldig te zijn aan de H. Geest in den Hage een rente van 20 schell Holl sjaars, op zijn huis en erf int westeynde van den Hage, west: Beatris Jacob Heijnricsz weduwe, noord: Jan van Assendelft, rentmeester van Noortholland, oost: Wigger Gherritsz, die decker, zuid: die heerstraat. In margine: habet anno 1557 Doe Evertsz, knecht van de H. Geest. Habet anno 1586 Joris Andriesz, rietdecker (vgl 1516-05-20)

1482-09-01 |

Arch Leeuwenhorst Inv no 85 regest 579, 580

Jaartallenindex

Heynric, abt van Camp, Jan van Assendelff, Gerijt van Nyevelt, Adriaen van der Does en Dirck van Bosch doen uitspraak, volgens gezegeld compromis dd 1483-08-19 (regest 578a) in een geschil tussen abdis, priorin en convent van der L., en Ewout Willem Berthoensz met zijn broeder Willem Duijcker over het rentmeesterschap. Met 3 zegels: van Nyevelt, v.d. Does en v. Bosch. Jan van Assendelft, rentmeester van Noortholland, belooft te zegelen zodra hij zijn zegel heeft. Orig. met uithangend signet in rode was, geschonden, eodem dato

1454-09-04 |

Inv Arch H. Geest te 's Hage dl II regest 373

Jaartallenindex

schepenen in den Hage oorkonden dat zij toegepacht hebben aan Dirck Gerritsz een jaarlykse rente van 3 schell Holl, te betalen op St Odulfsdach, zoals de andere rente waarvan de schepenbrief spreekt waaruit deze rente als achterstalliggepacht is; terwijl zij deze rente verzekerden op het huis en erf waarin Walraven Jansz [barbier] nu woont, gelegen in het Noorteinde, belend noord: Ghysgen wagenaer, zuid: Jan die backer en achteraan Floris [Jansz] Cuper, west: Bertelmees Pertant, rentmeester van Noortholland, oost: de heerstraat (vgl 1454-03-20, 1455-10-01)

1455-10-01 |

Inv Arch H. Geest te 's Hage dl II regest 381

Jaartallenindex

schepenen in den Haghe oorkonden dat zij toegepacht hebben aan Dirck Gerritsz een jaarlykse rente van 5 schell 10 penn Holl, te betalen op St Odulfsdach, zoals de andere rente waarvan de schepenbrief spreekt waaruit deze rente als achterstallig gepacht is, verzekerd op het huis en erf waarin nu Walraven Jansz [barbier] woont, in het Noordeinde, belend noord: Ghysgen wagenaer, zuid: Jan die backer en achteraan Florys [Jansz] Cuper, west: Bertelmeeus Pertant, rentmeester van Noortholland, oost: de heerstraat (vgl 1454-09-04, 1456-01-21, 1456-09-15)

1482-01-18 (1481) |

Arch Marquette no 1106/Cartul Assumburg no 263; R.A.H. 109 Caput N.H. fol 27v/Reg Max. Philips fol 7v

Jaartallenindex

leenmannen van de grafelijkheid van Holland oorkonden dat Willem Gerytsz [uten Hage] opgedragen heeft tbv Jan van Assendelft, rentmeester van Noortholland "zijn huysinge, hoffstede, boomgaert ende bossche daeran ende daeromme gelegen [te Velsen], boven sulcke 4 Ryns gulden 's jaers als dieselve Jan daerop staende heeft nae utwisinge zijne brieve" van verlydinge daervan wesende, de somme van 7 Ryns gld sjaers, belend west: Willem selve met zijn land dat hij van de hofstede van Brederoede te leen houdende is, oost: den Kerckpat, zuid: die Overduynrewech [kerkwech], noord: Adrinchomkerckwech, hem aangekomen bij dode zijns vaders (vgl 1484-03-27)

Gysbrecht van der Mije, Engel van Alcmaede ende Vranck van Zanen, leenmannen

1438-09-12 |

Coll Aanw 206 fol 584v/Mem Rosa II fol 229v

Jaartallenindex

genoemde personen ende anders al degenen die Venen van minen here of van der graefschap in erfhure of lyfhure hebben en hun vermeten vry land daer in te hebben, voor de Raad ontboden zijn op 12 Sept te antwoorden tegen de rentmeester van Noord Holland. Alle genoemde personen zijn verschenen behalve de 3 eerstgenoemden en Dirc Willemsz en Dammas Willemsz, die Jan v.d. Boechorst volmacht gegeven hebben. De rentmeester zal bezien of de venen redelic of onredelic gedolven zyn en als zij geruect hebben zullen zy dat beteren bij Jan van der Boechorst en de rentmeester van Noortholland

Jan van der Boechorst, Floris van der Boechorst, Vranck van der Boechorst, Jan van Langevelt, Ghysbrecht Willem Woutersz.z, grote Wouter, coman Adryaen, Dirc van der Lucht, Dirc Willem heren Aelmansz.z, Symon Boudynsz, Louwe Boudynsz, Willem Florisz, Gerrit Jacobsz, Dirc Boschmansz, Gheryt Gheertruyt Jacob Mathysz, Gheryt Claesz, Dammas Willemsz, Claes Hout, Floris Aerntsz

1467-01-28~ (1466) | Naarden

R.A.H. Caput Goylant fol 8v/Reg Maria Max fol 4

Jaartallenindex

mijn voors. ghenadige Heere ende Vrouwe hebben gegonnet ende gheconsenteert met hoeren brieven, Gherijt van Berckenrode, dat bodeambacht ende schutteren van der stede van Naerden ende van den lande van Goylant, dat hij ten rechten leen gehouden heeft, waerdich s jaers 22£Vlaems, die hij mijnen genaedigen Heere etc. daeraf betaelt heeft, daer hij gelycke bryeve aff heeft van derselver date als hiervoren in Capitulo Noordthollandt folio XII op hem gheregistreert staen, roerende een hoeve landts gheheten die Berckenroedsche hoeve, die hij oock van quaden leen tot goeden leen ghecocht heeft. In margine stont: Desen brieff metten acquyt daertoe dienende, sijn gheregistreert te Karoli imperator Capitulo Noortholland folio LXXII achter 't verly geen Henrick van Berckenrode [zonder datum]