Oedsier | 1358-1359

Rek Rentmeester Kennemerland

Voornamenindex

Oedsier: afterstal van Vronen van 1358, 12sc 2d (806 fol 32v)

Oedsier Kerstantsz | 1482-08-15

Ons Voorgeslacht 05-1991 no 416 regest 196

Voornamenindex

Oedsier Kerstantsz en zijn broer Pieter leggen een verklaring af over hun pacht van Leeuwenhorst, dat hun vader 8 jaar geleden te Delft gepacht had, gelegen te Maasland

1438-02-19 |

Inv Arch H. Geest te 's Hage dl I no 803 dl II regest 253

Jaartallenindex

schepenen in den Haghe oorkonden dat Heynric Robbrechtsz erkende schuldig te zijn aan de H. Geest in den Haghe een rente van 12 schell Holl sjaars, op 1 morgen land in het Hasselgat, die hij daarvoor gehuurd heeft, belend noord: Heinrick Robbrechtsz, west: Oedsier Zybrantsz, zuid en oost: Willem Willemsz. En verder nog op 1 morgen land ten noorden van het voorgaande land, aan s Heren wildernis, belend oost: Floertgen, west: Oedsier Zybrantsz, zuid: de voors morgen land. Oorspr Inv no 803, in dorso: Lambrecht Heinricsz; geestlant; op Ysbrant Jacobsz woninge in t Westambacht van den Haghe. Copie, in margine: habet anno 1557 Cornelis voors [Mattheusz]; habet anno 1586: de voors. mr Lenert [Casembroot] (vgl 1419-10-31)

1504-01-20 |

R.A.H. Coll Aanw 113 Caput N.H. fol 62

Jaartallenindex

Philips oorkondt dat Adriaen Huyghez als procuratie hebbende van zijn vader Huich Govertsz opdroeg tbv Vranck Vriesenz 10 morgen land in het ambacht van Maesland die Oedsier Schouten toe te behoren plagen en dat hij Vranck Vriesenz hiermede vervolgens heeft beleend tot een onversterfelijk erfleen, binnen aftersusterkind niet te versterven. Daar hij onmondig is, doet zijn vader Vriese de eed. Op 1509-12-20 doet Vranck Vriesenz zelf de eed (vgl 1511-03-08)

present: Tielman van Dullekem, Dierick van Boneem, cleene Jan Bruijn; 1509-12-20: Anthonis Jansz, Pieter Plumoen, Dirck van Boneem

Cralingen, van | 1378-01-26

Reg Rotterdam en Schieland no 1008

Achternamenindex

enige ambachtsheren zijn bereid hun ambacht in Riederwaard te bedijken: - de burggraaf van Leyden, Willem van Cronenburch: Cairnesse, oedsier van Cralingen, Boudyn van Roden en zijn broederszoon hun ambacht [Roon], de heer van oesterhout zijn ambacht [Ridderkerk], de heer van Putten

Pieter Kerstantsz | 1482-08-15

Ons Voorgeslacht 05-1991 no 416 regest 196

Voornamenindex

Pieter Kerstantsz en zijn broer Oedsier Kerstantsz leggen een verklaring af over de pacht te Maasland die hun vader 8 jaar geleden van Leeuwenhorst gepacht had

Arkel, van | 1393-12-08

R.A.H. Coll Aanw 46 fol 167

Achternamenindex

hertog Albrecht oorkondt dat zijn neef Jan van Arkel veel kosten gemaakt en schade geleden heeft in zijn dienst, daarom geeft de hertog hem ten vrijen eigen het huis en goed van Oedsier Hugenz die voortvluchtig is wegens Willem Cusers dood. Daar Jan zelf s hertogen zegel bewaart, drukt deze zijn (geheim) signet er achter op

Cralingen, van | 1382-1383

Rek Rentmeester Kennemerland

Achternamenindex

Oedsier van Cralingen: rentmeester van Kennemerland (825 fol 1); 1384-1385: (826 fol 1) idem, (fol 16) van de tienden van Vroenrecleilant 8 £ 5sc; 1383-1384: (825 fol 1, 15v, 21v) is op 1383-03-05 (1382) rentmeester, van de tienden van Vroenrecleilant 8£ 10sc, van zijn wedde van 1 jaar 3 weken en 3dagen 79£ 6sc

Cralingen, van | 1445-1510

Kroniek van Egmond Jan van Leiden 1732 p 208/Hof Abdij Egmond p 132, 483; Inv Arch Abdij Egmond rek no 983, Inv 422, rek 805, 934, 939, 940, no 78

Achternamenindex

Ogier van Cralingen werd door de oude (gevluchte) monniken uit Egmond op het kasteel Ypekaar bij Breda tot abt van Egmond gekozen. Tenslotte trok hij zich terug en ontvang al het huisraad en zilverwerk van de overleden abt en een jaargeld van 600 gld en bleef tot zijn dood in Breda wonen: 1445-1510: sacerdos monachus Egmondensis, intede 1445, vroonmeester 1475, prior 1481-1491, prior te Ypelaer 1491-1510. 1470-1488: rekeningen van heer Oedsier van Cralingen (no 934, 939, 940). 1494-1495: stukken betreffende niet-gereformeerden oud-prior Odzerus van Cralingen (no 78)

1455-05-20 |

Oude Hof Alkmaar no 99

Jaartallenindex

Clays Melysz, scout van Warmenhusen, oorkondt dat Katryn Heynric Oukisdochter met haar vader Henric Oukis als voogd, erkent dat zij gegeven heeft aan het gemeen convent en susteren van St Kathrynenhuis te Alcmaer, en quytscheldt alle erve en lant gelegen in de ban van Warmenhuizen, als volgt: 1) een stucke weydlands groot 53 sneesen lands, belend zuid: ic Claes Melisz selve, noord: Harcke Rentetsz, oost: Katheryn Jan Jacobsz weduwe, west: Naenne Harckesz, 2) een stuk weiland groot 23 sneesen, belend zuid: Zyvert Pietersz, noord: Ocke Feckes, west: Mees Meynaertsz, oost: Zyvert Pietersz voirs, 3) een stuk weiland gelegen bi den Husen, groot 10 sneesen, zuid: die meer geheten Merckele, noord: Harcke Feekes, west: Jan Eeles weeskinder, oost: Oetger Pietersz, 4) een stuk hooyland groot 30 sneessen binnen sinen hornen gemeten in die ghemeen mate, zuid: Symon Dircksz, west: Hillebrant Emmes, noord: Rense Oukis weeskinder, oost: Pieter Herckes, 5) 2 stukken zaedlands gelegen op zeven geerssen, groot 9 sneesen, zuid: Pieter Jansz, noord: Roemer Ymmes, west: 't Gerdinghe meer, oost: dat hoylant voirs, 6) 2 ackeren zaedland gelegen after minen huse, groot wat meer dan 7 snees, zuid: Sappe Allartsz, noord: Claes Vlaminck, west: ic Claes Melysz, oost: Zigherop Jacobsz en Claes Oesghers. Bezegeld door Claes Melisz, scout (zegel: een zwaan links boven vergezeld van een ster), en om meerre zekerheid door heer Oedsier, deeken op die Hoeve voor t Hoff van Egmond (3 vyfbladige bloemen) en Dirck van Riedwyck, baeliu t'Egmond

buren en tugen: Zigherop Jacobsz, jonge Heyn Oukis, Obbe Harckes