Oedzier ver Bavenz | 1316

Rek Rentmeester Noordholland p 104, 105

Voornamenindex

uitgaven van afterstallen van landhuur in Delfport: Hanne Bavenz 13sc 4 ½ d, Oedzier ver Bavenz 10sc

1452-08-24 |

Inv Arch H. Geest te 's Hage dl II regest 358

Jaartallenindex

schepenen in den Haghe oorkonden dat Oedzier Jansz transporteert aan Pieter Jansz 8 hont land in Etscamp, oost en noord: Gerrit Potter, west: de H. Geest in den Haghe, zuid: de dijk

Cralingen, van | 1324-10-05

Reg Rotterdam en Schieland no 329/Reg EL i fol 45, EL2 fol 34

Achternamenindex

graaf Willem verklaart dat zijn knaap Jan van Rosenburch hem gegeven heeft land in het ambacht van der Weteringhe, belend o.a. aan een woning toebehorende aan heer Oedzier van Cralinghe

Couwenhoven, van | 1412-06-25

Van Mieris IV p 205

Achternamenindex

Gheryt Oedziersz van Couwenhoven wordt beleend met een woning, geheten Bulgersteyn met 6 morgen land, gelegen in t westeinde van de stad Rotterdam, hem aanbestorven na dode van zijn vader Oedzier Gherytsz

presentibus: die Burchgrave van Leyden, heer Jan die bastairt van Bloys, Dierc Potter

1353-12-17 |

Arch Abdij Egmond regest 846 fol 65/Oorspr Inv no 871

Haarlem Algemeen

scepene in Haerlem oorkonden dat Bertelmeus Dullaert Dircsz bewisede den ghemenen convente van Egmonde 10 sc sjaers op sijn huus metten erve leggende ende staende twischen Jan Jacob mijn zoen ende der porte erve, die Oedzier Machteldenzoen, sijn oudevader den voerscr convente bisproken hadde te memorien. De akte is gedateerd 1350 des Dinxdaghes na St Luciendagh. Dr Vangassen no 40 leest: Jan Jacob Miinszoe[n], datum 1353-12-17

Jacob van Bakenesse (zegel: een rechter schuinbalk beladen met 3 kruisjes), Ysbrant van der Scure (een klimmende leeuw), schepenen

1465-06-15 | Egmond op de Hoef

Arch Abdij Egmond Inv no 339

Jaartallenindex

Jan Pietersz, scout tot Egmonde, oorkondt dat Willem van Cralingen erkent verkocht te hebben aan zijn zoon Oedzier van Cralingen, monnic tot Egmond, bij consent van den abt, een huis met erf en boomgaard en een acker besuijden dairan alsoe groet ende cleijn als Willem voirs. dat te bruken plach, gelegen op die Huef in den ban van Egmonde, daer lenden of zijn zuid: Pieter Coman, noord: Baertout Fflorysz, streckende voer an den Heerwech, after an den Lydtwech, met 1 gouden Vrancr scilt, die mijn heer van Egmond jaerlix daerop heeft

tugen: Jan Boudewynsz, Jan Dircsz; bezegeld door Jan Pietersz (een rechthoekig schild waarin 3 vliegende vogels, 2,1) en door Willem van Cralingen (een 8 puntige ster waaroverheen een barensteel van 3 hangers)

Zevenbergen, van~ | 1370-02-23

Reg Rotterdam en Schieland no 935

Achternamenindex

Jan Heynric Jonghenz draagt op aan de graaf de eigendom van 4 morgen land in Ysselmonde in het ambacht van Oedzier van Cralinge, en ontvangt het weer in leen, daar hij 4 morgen leenland in Alblaes verkoopt

Boey | 1402-01-14

Reg Rotterdam en Schieland no 1512/Reg Lib V fol 439

Achternamenindex

hertog Albrecht verklaart dat Oedzier [van Couwenhoven] Gheryt Boyenz met zijn toestemming aan zijn vrouw Aelwair, dochter van Jacob Kerstantsz, in lijftocht gegeven heeft de kleinste helft van 6 morgen land met een woning bij de stad Rotterdam [Bulgerstein]

1445-01-18 |

Inv Arch H. Geest te 's Hage dl I no 808 dl II regest 296

Jaartallenindex

schepenen in den Haghe oorkonden dat Willem Lambrechtsz verklaarde schuldig te zijn aan de H. Geest in den Haghe een rente van 3 £ Holl sjaars, op de ½ van de woning die hij met zijn stiefkinderen gemeen heeft en waarin hij nu woont in het Westambacht van den HAghe, welke woning in het geheel ongeveer 18 morgen groot is, belend oost en zuid: Pieter Dircsz, noord en west: Pieter van Bosch en Oedzier Zijbrantsz. Oorspr. Inv no 808, in dorso: Pieter Jansz v.d. Wateringe. Up Claes Maertsz wooninge bijwesten den Haech 3£. Copie: habet anno 1557 voors. Claes Maertsz weduwe, anno 1586: de voors. mr Dirick Herweyer, advocaat (vgl 1409-12-21 [verwijzing onjuist !], 1436-07-07)

1456 |

Arch Abdij Egmond Inv no 698~

Jaartallenindex

fundacio et dotatio partuum et terrarum reddituum ecclesie parochialis Marie Egmondensis. Wij Wilhem broeder tot Gelre, heere tot Egmondt, tot Yselsteyn ende slants van Mechelen, doen kondt, alzoe onse ondersaete tot Egmont op die Zee etc: - van Jan Gerytsz een weyde lants bynnen den ban van Bergen, ende is geheeten Saijcken weyd, groet wesende 5 koeweyde, ende hebben belent oost: Wilhem Symonsz, zuid: die kerc van Bergen, west: Mariken Jan Thamesdochter; - van Jan Gerytsz in denzelfden ban de Voetacker, west: Martyn Dircsz, noord: Jong Claes, oost: Dirc Voppenz; - noch een stucke hoylants gecoft bynnen den selven ban leggende buitendycs, belent oost: Goel Jansz, zuid: Pieter Martynsz, west: der gemeynten land van Bergen. - Item noch hebben sij gecoft van heren Oedzier den deecken van Egmond 4 stucken lants leggende binnen den ban van Egmont op dat Zuytvelt dare dat een stuck off belent is zuid: Symon Wilhem Costersz, noord: die monijcken. Item dat ander stucke lants van here Oedzier, zuid: Gerijt Pieter Lijsenz noord: Symon Eglijnsz; - item hebben sij noch gecoft bynnen denselven ban van Egmont 5 tychelen van Jacob Jacob Vernouwenz.z, die belent hebben zuid: Wij Wilhem heere tot Egmont met onsen Bosche, west: die Canoniken tot Egmont, oost: Dirc Symonsz; - hebben wij gecoft binnen denselven ban van de Canonicken voers. die helft van een stucke lants geheten Ramshoirn, daer lenden of sijn noord: Wilhem Gerijtsz, zuid: Claes Jacob ende Rem Boys ; - in Backem een stick 20st; - die thijcken 44st; - Sammerskamp 4½ R gld; - Symon Eglijnz 20st; - Lysbet Symonz 20st; - h. Henrick 20st; -Wilb[rant] op Alberts moed 40st; - Dirck Vops toe Bergen 36st; - die weyd Gerbrant Reijnersz 4½ R gld; - t lant bynnen dycke 36½ st; - Lichterlant 45st