1532-01-19 |

R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Zeeland, Voorne fol 47

Jaartallenindex

Karel beleent jvr Margriete van Cleyenburch Cornelisdochter na dode van haar broeder Joost Cornelisz van Cleyenburch met ¼ deel van de ambachtsheerlijkheid ende ambachtsgevolg van slycken en gorsen van nyeuwe Natairs, gelegen en bedyct oistwaerts met St Pancrasgors. Ende daertoe 1/16 deel van de ambachtsheerlijkheid ende ambachtsgevolg van Natairs, bedijct metter nyeuwer gote, gelegen in onsen lande van Voorne. Leen van Voorne, te houden tot een onversterfelijk erfleen

Walraven Roelofsz van Dalem, heer van Spijck, Cornelis Barthoud Jansz, Jan Gans, Anthoine le Bucq, Adriaen Jacobsz, leenmannen

1438-10-21 | Uitgeest, Heemskerk

R.A.H. Coll Aanw no 100 fol 92

Jaartallenindex

hertog Philips oorkondt dat Geryt Dircxsoen hem heeft opgedragen tbv Bruyn Vredericxsoen 5 maden lants gelegen in den ban van Utgeest, ende belent hebben zuid: Claes Janssoens venne uten Woude, ende noord: een water geheiten Stierip, die hij in leen hield. De hertog beleent Bruijn er vervolgens mede. Op denzelfden dach maakt Bruyn de minre helft van 5 acker lants mitten huyse datter op staet, houdende omtrent 2½ morgen lants, gelegen in den ban van Heemskerck after der kercken oistwaerts streckende van den wege an den Broecksloet. Item 6 geersen lants gelegen after den huyse voorscr, ende hij ten erfleen hout (et sunt litterae) tot lijftocht aan zijn vrouw Fije

1462-03-17 (1461) |

A.R.A. Leenkamer no 323 fol 5v/Reg EL 9 fol 2

Jaartallenindex

na den lope sHofs van Hollant soe heeft Willem Thonisz van Gornichem ghethoent in de Rekenkamer in den Hage een certificatie onder segel van Gerijt Dircsz ende Clais die Veer Claisz, leenmannen van den lande van Arcle, bij denwelken die voirn. Willem Thonisz doet blyken hoe dat den voorn. leenmannen kenlic is, dat deselve Willem Thonisz opten 13e dach van Maerte anno LXI na den lope van den Hove van Holland versocht heeft voor die hoffstadt van Arkel ende in haer tegenwoerdicheijt mit sinen blykende penninck, een tiende gelegen in den ambacht van Strevelant, belend oistwaerts: Wouter Ewoutsz, westwaerts: Adriaen Aelbrechtsz, streckende van de Kasloet [?] toten schor van der Leck. Item nog een tiendekin gelegen in Elshout, belend oost: Rombouts vertel, nederwaert: die Kasloot, streckende van de Kasloot toter diepen van der Lecke toe, ende hem aengecomen en verstorven is bij dode zijns vadersThonis Willemsz. Die welcke twee tiendekens schijnen gecomen te wesen aen den leenhere bij wanversouck, tensij dat die voirn. Willem Thonis anders daerof doe blyken, daer hij dach toe genoemen heeft om ander bexeijt te soucken ende hier in de Rekenkamer te brengen, of men sel die handt daeroff niet lichten