Bedoelde u soms?
onbetaelde | onbetaelt

11 resultaten

Oeghe | 1393-1394

R.G.P. Grote Serie 172 Rek Drossaard van Heusden fol 2
Achternamenindex

Jan Spiering Jan Oeghenz aangetast van mijns heren wegen omdat hij een betaalde schuldbrief als onbetaald had opgeeist

1488-09

folio 160 CXLIV 1486-1489
Transportregister Haarlem

Borwout Pietersz is sculdig aan Jan van Rieck, de brouwer, 40 R gld. Geryt Matheeusz lijt alsoe Borwout Pietersz him als principael geloeft heeft Jan van Rieck te betalen de voorscr. som, dat hij daeromme weder geloeft heeft dat de voors. Borwout alsoe lange als deze penn. onbetaald zijn, ontfangen sal van Pieter Geryt Rombout tot Assendelft 11 R gld sjaers

Over de Vecht | 1456-1457

Thesauriersrekening Haarlem 206 fol 13
Achternamenindex

Lysbeth Over die Vecht, Dordrecht, ½ jaar rente op Haarlem, onbetaald gebleven omdat zij in een kijf stond met haar broer heer Lambrecht, kanunnik te Antwerpen, 28 £ 13sc 4d; dezelfde rente ten lijve van Claes van der Voort, waarvan heer Lambrecht zich vermat heffer te wezen, 12£

Velsen, van | 1285-07-18

De Fremery no 233
Achternamenindex

paus Honorius Iv veroorlooft Gerard van Velsen en Hildegond gehuwd te blijven. Gerards vader, Aalbrecht van Velsen, was met Jan Persyn, ridder, overeengekomen dat diens bijna 7 jarige dochter later zou trouwen met Gerard, die toen ook nog onmondig was. Persijns dochter wilde niet met Gerard trouwen en de beloofde bruidschat bleef onbetaald. Gerard trouwde met Hildegond, een bloedverwante 4e graad van de dochter van Persyn

Persijn | 1285-07-18

De Fremery no 233
Achternamenindex

paus Honorius IV veroorlooft Gerard van Velsen en Hildegond gehuwd te blijven. Gerard's vader, Albrecht van Velsen was met Jan Persijn, ridder, overeengekomen dat diens bijna 7 jarige dochter later zou huwen met Gerard, die toen ook nog onmondig was. Persijn's dochter wilde echter Gerard niet huwen, de beloofde bruidschat bleef onbetaald. Gerard huwde met Hildegond, een bloedverwante van Persijns dochter in de 4e graad, daartegen was geen beletsel

Oem van Wyngaarden | 1484

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl II dossier 122, Sententiën p 217
Achternamenindex

Tielman Oem van Wyngaarden Raadsheer in het Hof van Holland had van Pieter van Hemert heer van Poederoien, gehuwd met de dochter van Martin van Poideroyen, een rente van 40 Koer R gld te vorderen, die onbetaald bleef, gevestigde op ½ tiende te Papendrecht en een visplaats bij Papendrecht; hij vorderde betaling voor het Hof; Pieter liet verstek gaan, werd veroordeeld en executie volgde. Pieter in beroep bij de Grote Raad; 1486-01-20: sententie

1546-01-15 |

R.A.H. Coll Aanw 250 fol 445/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex

de weduwe en kinderen van Claes van Beaumont wenden zich tot het Hof, vertonende dat de boedel van Claes belast was met diverse schulden. Het Hof had als curator benoemd Philips van Vuytwijk, secretaris van den Hove, die goederen te Gouda en daaromtrent had doen verkopen en de penningen had gedeponeerd bij het Hof. Onverkocht waren gebleven zekere camerleens die 1 st of 1 braspenn. aan huur doen en bewoond worden door arme lieden. Supplianten hadden deze weekhuren geind, daar de huur anders onbetaald bleef, doch Philips had hun dit verboden. Zelf had hij echter niets gedaan om de huur te innen die sedert ongeind waren gebleven en oninbaar geworden. Zij verzoeken het Hof nu zelf deze huren te mogen innen, hetgen wordt toegestaan. Dezelfde supplianten melden ook nog aan het Hof dat zij nog vorderingen hebben wegens levering van bier in Vlaanderen en nog een portie in zekere huijsen aldaar gelegen. Daar Philips van Uytwyck het hiervoor te druk heeft, verzoeken zij Gheryt Daem Heij, burgmeester van ter Goude of diens zoon Jan Heij Gerytsz, te willen committeeren om deze vorderingen in Vlaenderen voor hen te innen. Het Hof verleent de gevraagde commissie

1546-10-14 |

R.A.H. Coll Aanw 251 fol 620v-622v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex

request van Joost van Campen als gemachtigde van de graaf van Bueren en de heer van Abbenbroeck als voogden van de jvr van Aerenberg, geven den Hove te kennen dat wijlen jhr Henrick van Hoerne heer van Gaesbeeck zijn goederen belast had met talrijke renten tbv tal van personen o.a. de jhr van Arenberg, laetst overleden, nalatende de voorn. jvr van Arenberg als zijn leenvolger. Ende geinvolveerd wesende met grote schulden is jhr Henrick 5 of 6 jaar geleden overleden. Zijn erfgenamen weigerden zijn erfenis te aanvaarden, zodat zijn leengoederen bij decreet van het Hof verkocht werden. De rentiers bleven tot een bedrag van 15000 gld onbetaald, doch werd deze som door de jvr van Arenberg tot haar last genomen, sonder welcke souden syluyden [de rentiers] anders geprocedeerd hebben bij nieuwe vercopinge op andere percelen van goeden bij wijlen heuren broeder van de overleden heer van Gaesbeek gecoft. Daar ter kennis van suppliant gecomen is datter noch een zeker perceel goet van denselven heer van Gaesbeeck gebleven is, geheten die Maewerff, gelegen bij die Cartroysen buyten Delft, groot 11 hont lands, met de laen tevoren in erfpacht uitgegeven. Aangezien er niet betaald is, komt dit goed nu weer aan de jvr van Arenberg toe. Daar hiertoe eerst de erfpachter verwijderd moet worden, is een curator nodig. Het Hof benoemt Philips van Vuytwyck als curator over de goederen door de heer van Gaesbeek achtergelaten

Willem Jansz | 1541-04-12

Inv Arch Kerkvoogdij Haarlem no 186/Arch Zeven Getijden Haarlem fol 78v/88v; Arch Grote Gasthuis Haarlem Inv no 38/1 no 234
Voornamenindex

schout en schepenen in de ban van Uitgeest oorkonden dat Marytgen, weduwe van Willem Jansz, met haar voogd Gheryt Bartholomeusz, verklaart dat haar man in 1535 gehuurd had van de gasthuismeesters van St Elisabethgasthuis en van getijdemeesters van St Baefskerk te Haarlem, 15 maden land in de ban van Uutgeest bij de Nuwen Dam, met het huis op dezelfde voorwaarden. Als de huur eindigde zouden de Gasthuis- en Getijdemeesters het huis kunnen kopen; daar de landhuur in 1541 eindigen zal en de huurpenningen onbetaald waren gebeleven "t een jaer over t ander", daarom heeft Marytgen het huis aan hen verkocht

Claes Jansz, schout, Claes Roncxz/Roucxz en Dirck Pietersz, schepenen

Dirc Jan | 1464-1465

Rek Rentmeester Kennemerland
Voornamenindex

Dirck Jan: pacht het schoutambacht van Sparenwoude voor 5 jaar, eindigend 1464-01-23, 4 £ 1sc 3d (896 fol 21v); 1465-1466: (fol 49v) Dirck Jan ontvangt 6sc 8d voor 2 verhogingen van het bod op het schoutambacht van Aalsmeer; 1476-1478: (908 fol 34) bediende het schoutambacht van Sparenwoude van 1477-03-01 - 1477-10-01; 1490-1491: (921 fol 22) hij was schuldig van verhogingen bij hem gedaan in 1475 op het schoutambacht van Edam 108£, waarvoor hij op 1475-09-07 een schepenbrief van Haarlem overleverde, waarin ook zijn moeder Marikin Heynricsdochter tot onderpand stelde een deel van de molen die zij zei te hebben buiten de Scalcwycerpoort te Haarlem; toen 80£ onbetaald bleef, kon geen executie van de molen plaatsvinden, daar zij het onderpand lang te voren verkocht had