1521-10-28 |

G.A. Monnikendam 154 fol 39v/Diversorium Galileaconvent

Jaartallenindex

scepenen in Monickendam oorkonden dat Tyman Pietersz erkende verkocht te hebben aan die broeders van Galilea 3 deymt lants in Monikebroeck op die Leek, belend zuid: Jaep Claes, noord: Gherit Outghersz

Gerbrant Semmen en Dirck Reijnsz, schepenen

1489-04-04 |

G.A. Monnikendam Inv 154 fol 87/Diversorium Galileaconvent Monnikendam

Jaartallenindex

anghenomen 10 ½ voetdycks ant convent op die Purmer westwarts van Pieter Jacopsz en Jaep Claesz van Lantmeer, adhuc 24 ½ voet van Jan Pieterz Aems meijster Adams broer, gheleghen daeran. Item adhuc XXVIII voet oestwaerts daeran van Burgman Gheryt Outghersz van Lantsmeer. Summa de prescriptis LXIII voet, die voet om een stoeter, 10 jaer lanc

1460-12-30 |

Arch Grote Gasthuis Haarlem no 46/118/St Elisabethsgasthuis Haarlem

Jaartallenindex

notaris Theodericus Engelberti instrumenteert dat Johannes Theodorici van der Mersch [Jan Dirksz van der Mersch], clericus, besproken heeft aan het St Elisabethsgasthuis te Haarlem zijn deel van een stuk lands gelegen ott Scoten opt Vlielant, en gelt op dese tijt 13 ½ Beyerse gld sjaars, ende heeft dat ghemeen mit Claes Aelbrechtsz, ende bruijct Jan Claes Gheerlofsz. Item noch gaf die voirs. Johannes zijn deel van een morgen lants gelegen te Sloten [lees: Schoten ?] opt Vlielant ende is zaet lant ende gelt nu 6 Wilh. sc sjaers, ende bruijct nu Liclaes Outghersz. Verder geeft hij nog zijn deel van een stuk lands gelegen in Lymmerkoghe, dat hi ghemeen heeft met Claes Aelbrechtsz, en gelt 12 Wilh. scild sjaars, ende bruyct op dit pas Gherit Pietersz

present: Petro Bruyn, presbytero en Theoderico Alberti, opidano Harlemensis

Ogier | 1316

Rek Rentmeester Noordholland

Voornamenindex

uitgaven: Oudziere, van sinen coste him vierden, dat hi voer ter Nieuwervart om tarwe, 58sc 4d daer die summe ofloept 21 £ 4sc 4d (p 72); afterstallen van landhuur in Delfport: Dirric Oedsiersz 2sc 2 ½d (p 104), Willem Outghersz 2 £ 5sc 4d, Oedzier ver Bavenz 10sc (p 105)

Willem Outgersz | 1406

Rek Rentmeester Kennemerland

Voornamenindex

Willem Outgersz: "item ofgeslaghen den bueren van Heyloe ut der herfstbede soe mijn lieve here Willem Outghersz Paertsevaels [Parceval] vader brieve gegeven heeft scotvri te sitten aldaer dat boven die buer hantvesten draecht ende een husman (?) is ende die buer op hem gherekent hebben tot sinen scote van 2 jaren 10£ 2sc 6d" (837 fol 14)

1510-12-02 |

G.A. Monnikendam Inv 154 fol 23/Diversorium Galileaconvent Monnikendam

Jaartallenindex

scout en scepenen in Rarop oorkonden dat Wilm Albertsz van Udam, erkent een compact gemaakt te hebben met de broeders van het convent van Galilee bi Monikendam als van den dyck gheleghen zuytwart van Udam op die naeste cromme ende sijn tsamen 45 voet dyck, van welke dyck lenden syn noord: Gheryt Outghersz van Monikendam, west: Jan Tedinc van Monikendam. Ende heeft Wilm Albertsz anghecomen om een sekere summe van pe..n (?) als van die voert 2 st, die Albert voers. daerof ontfanghen heeft, ende dese dyck voers. hebben die broeders voers. van een stucke lants geheten Volkenhem ende is gheleghen w.w. op Monckemeer, belend noord: Gheryt Outgersz en Jaen Teenck was, zuid: die Monikemeer. Belofte van Willem om deze dijk te houden op zijn kosten vrij van alle kosten zolang hij of zijn nacomelingen daar op woonachtig zijn of dattet huus daer op staat. Voorts verklaart Willem zich voldaan en betaald door de broeder van 4½ gld current

Claes Jacobsz, schout in Rarop, Jan Coppertsz en Willem Heijnesz, schepenen

1508-02-20 |

G.A. Monnikendam Inv 154 fol 15/Diversorium Galileaconvent Monnikendam

Jaartallenindex

scepenen in Monikedam oorkonden dat Katherijn Baernt Florysz weduwe met haer soen ende voecht Florys Baerntsz, erkende schuldig te zijn aan dat convent ghenoemt Galileen staende binnen onse vrien van Monikendam in Monikebroec, 100 currente gld, 40 gr Vls voor de gulden gerekent. Dese summe te ontfanghen ende te betalen als Trijn Baernt Florysz wedu worde oflivich, roerende van die utcop van haer soen Pieter Baerntsz die welke een broeder is in datselfde convent voers. In margine: Trijn Pieter Bredis nae hoer doet ons sculdich 100 gld current. Opschrift: Littera fratris nostri Petri Bernardi laijci (vgl 1488-01-24)

Nanninc Reijersz en Gheryt Outghersz, schepenen

1461-05-20 |

G.A. Monnikendam Inv 154 fol 5v/Diversorium Galileaconvent

Jaartallenindex

schepenen in Amsterdam oorkonden dat Pieter Aerntsz die tymmerman erkende gepacht te hebben van Ghysbert Dircsz drie husen ende erven gheleghen in Pieter Jacobssteghe bezyden malcander aldernaest jonghe Gherijt Jansz an die westzijde ende Gheertruyt Hughen weduwe an die oestzijde, strekkende van der halver strate tot an Egbert die matzelaers erve toe. Tot een ewelike pacht, jaerlics om 6 g.g. overlantse Rynse gulden (Dese brief is van 2 g.g. jaerlics perpetui redditus) (vgl 1461-03-14, 1478-04-07)

Korstgijn Jacopsz ende Jan Outghersz, schepenen

1500~ (16) |

G.A. Monnikendam Inv 154 fol 88-93v/Diversorium Galileaconvent

Jaartallenindex

Item Van Cuuskes Landen Haer Dijck: Item van een stucktgen van Jan Cuusken lant ghemeen mit Hilgont Pouwels van haer uterdijck XII voet tsamen. Tander stuck heb wij mit Pieter Grebberskinderen ende is vijf verndel lants, van dat deymt seven voet. Item van Ytgen Jan Cuuskes lant neghen voet, die seven voet gheleghen onder Jaep huus t Udam, ende die ander 2 voet voer sijn huus ende dese 7 voet ende dese 2 voet heeft hi anghenomen te houden. Item Van Claes Claes Eves Lants Dijck: item van Claes Claes Evesis lant 2 deympt 14 voet ende leit after Jan Kinnes ende wij legghen an die westzyde ende an die oestzijde. Item die oeken van Claes Claes Eves lant ende van Claes Gherytsz goeg Camp tsamen 2½ voet, ende leit onder Jan Outghersz huus op die Breeck ende onder datselfde huus leit oec omslach van die twie stuckes van Jaep Ymkes lant derdalf deympt vijf verndel ende een voet. Item Van Claes Gherijtsz Goegcamp: item Claes Gherijtsz goegcamps dijck die leyt op die start een weijnich nae die cromme van comen Willems huus ende is 2½ deympt, dat deympt heeft daer om die bochts willen 10 voet, dat is in als 27½ voet ende die lenden daerof sijn an die oestzijde Arijs Jacopsz twie deympt ende an die westzyde Claes Hensz Huechscamp of als ander luijt segghen die lenden daerof sijn Jan Haghen an die een sijde ende Mari Claes Rolfs an die ander sijde

1503-10-23 |

R.A.H. Coll Roeperpapieren Haarlem Inv no 101 regest 82

Haarlem Algemeen

notaris Henricus f. Arnoldi, clericus etc, instrumenteert het testament van Cornelius f. Bartholomei [Cornelis Barthoudz] en [zijn vrouw] Marekina [Maritgen Dirksdochter] filia Theoderici, conjuges, incole oppidi Harlemensis. Zij vermaken elkaar voor hun leven de bruickwaar van een huijsinge en erve in de Dycstraet bij Scalwijkerpoort hetwelk zij nu tesamen bewonen en van een boomgaard staende op die Bude of 500 R gld in plaats hiervan. Verder vermaken zij elkaar de bruikwaar van hun andere goeden. Zij bespreken aan hun dochter Alyd, omdat hun andere kinderen hun deel vooruit hebben gehad: 1) een stuck lants gelegen buten Sparenwouwerpoort, ghenoemt die Poel, die wij gemeen hebben met Henric Jan Aerntsz kinderen, ende gelt in als 8½ R g. min een stuver, 2) een stuk lands gelegen in Aelbertsberch ende bruict Engel voor 4 R gld en een oort sjaars, 3) een stuk lants gelegen twijsken Sparendam en Sparewou, gelegen in Aelbert Maertsweer, gemeen met Symon Meusz, daar ons van comt jaerlicx 4 R g min een oort, 4) een sticke lants gelegen twisken Sparendam ende die Waert in die Gouthem, gemeen met Claes Outghersz, gelt des jaars 3 R gld en 1 stuver, dat nu bruict Claes Outgersz voors, 5) noch een stucke lants gelegen in t Vlijelant gemeen met Jan Poel van Sparendam, ende ghelt in hure 4 R gld in t gemeen, 6) al haar moeders clederen, cleinheden. Soe willen wij nochtans dat ter laetster dood van ons beiden Alijt voers. sal intasten ende nemen onse erf mit Dirc Cornelisz haer broeder in gelyke delen zonder in te brengen. Acta sunt haec Haerlem in domo habitationis conjugorum predictorum