Bedoelde u soms?
overcomen | overgekomen | overgenomen

5 resultaten

1502-02-21 |

Carth Raamsdonk anno 1518 fol 108/Carthuizers Sint Geerdenberg
Jaartallenindex

ick Pieter Willemsz (met zijn zegel), richter in den ambacht van Raemsdonc, ende heemraders aldaar, oorkonden dat die gemeen gebueren en inghelanden in den nieuwen polre in deselven ambacht, broeder Tilman van des gemeens convents wegen van der Sartroysen klooster te St Geertrudenberge, ende oick die inghelande wonende tot St Gheertrudenberg en de inghelanden wonende binnen Raemsdonck. Ende voorts alle die ingelanden in den Nieuwen polre geerf zijn, ende synt mit malcanderen eendrachtelijk overgecomen hoeren gemeynen dycke te deylen. Vervolgens wordt het aandeel van prior en convent in deze dyken uitvoerig vastgesteld. Nog genoemd Willem Andriesz huis.

Willem Andriesz, Jan Petersz, Peter Artsz, Adriaen Bertoutsz, Geerbrant Clauwartsz, Gysbrecht Henricsz, Ancelmus Willemsz, heemraden in Raamsdonk; Ariaen Dyrixz van der Kerck ende Adriaen en Dirck syn soen, en Peter Gherytsz burghenmeiser ende Ariaen Melisz, ingelanden wonende te St Geertruidenberg; ingelanden binnen Raemsdonck: Willem Andriesz, Cornelis Michielsz, Heynman Claesz, Gysbrecht Henricsz met zijn broeders, Joest Jansz met zijn broeders, Peter Willemsz, Ariaen Jan Bonten met zijn broeders, Claes Meusz met zijn broeders

1508-07-14 |

R.A.H. Coll Aanw 113 Caput Putten p 21v
Jaartallenindex

op 11 Juli is bij de luyden van de rekening in den Hage overgecomen en geappointeert geweest van wege de Keizer. Maj, ende dit by advyse van Dirck van Boneem als clerck van den register, in absentie van Jan van Outhuesden, met Adriaen Dircksz als voocht ende man van Heilken Michielsdochter uijt saecke van de versuimenisse van leen, te weten ½ van 17 morgen lands met de hofstede, timmeringe en griendinge aen de W.z daeraen leggende, gelegen in Poeursensambacht, dat versuymt geweest is te versoucken bij haren vader wijlen Michiel, die dezelve aanbestorven was bij dode van zijn vader Ocker Aerntsz, dat omtrent 9 à 10 jaar geleden is; dat de voors. Adriaen voor deze versumens betalen zal in handen van de ontfanger van de Espargne Crispyn Jansz 40£ Vls en bovendien t dubbele heergewade

1486-09-10 |

R.A.H. Coll Aanw 1081
Jaartallenindex

Ic Pieter Dircsz burghemeester van Hem en Venhuysen, doen te weten, dat op huyden voor mij gecomen syn Luytgen Danckertsz en Jan Jansz die men hiet Jan over die Post, als rechtelijk daertoe verdaecht en gebrocht wesende van Willem Ysbrantsz die men hiet Willem van Velsen, en hebben onder eede verklaard dat zij zich herinneren dat in het jaar 1477 te Warfertshoeve gestorven is een man geheten Garbrant die Gheijns van Venhuysen geboiren, en zijn erfgenamen in Oestvrieslant wonende zijn mitten rentmeester overgecomen zijn van myn genadichs heren wegen om 5£ en in den jare van 1478 soe is in Oestvriesland gestorven een geheten Symon Willemsz van Venhuysen geboren, en Gheryt Heynenz heeft gecoft myns heren deel in zyn goed om 3£ 15sc. Noch soe is in denselven jare van 1478 gestorven in Oest Vriesland een geheten Jan Dircsz Roest van Venhuysen geboren, en zijn goed was waerdich omtrent 50£ van 40 gr, daeran deylen erfgenamen, ende dit heeft gecoft Leu Gherytsz om 5£. Voert soe is in den jare 1479 noch tot Venhuysen gestorven een vrouwe geheten Aef Broers wedue, en Jacob Broersz, haar zoon, wonende in Oest Vriesland, heeft de erfenis van zijn moeder gecoft om 3£ 8sc. Bezegeld metter stede dagelicx zeghel (3 klaverblaadjes van drie, 2, 1)

1466-03-03 (1465) |

A.R.A. Copie Leenkamer 39 fol 103v/Reg Charolais fol 51v
Jaartallenindex

Anthonis Michielsz oorkondt q.q.: hoe dat wij een wijl tijts gheleden een genoemt Dirck die Heere, die op dese tyt schout van Arkell, voir mij gecomen was, begerende an mij in de naam van mijn genad. here, verlijt te hebben ½ van 4 ½ morgen lands, gelegen in die Langhe slaeghen ende Corte slaeghen ende dairtoe 3 morgen lands op Rietvelt, t welck ick hem weygelde overmits dat dat voirs. land bij versuym van wanversoeck tegen myn genad. here als here van Arckell verbuert was als men syde. Ende is wair dat myn genad. here om der redenen wille dat land gegeven hadde aan Phillips den bastairt van Viesville, capiteyn van synen Artehiers (?), mit denwelcken de voirs. Dirck die Heere overgecomen is, soe dat die voorn. Phillips hem opgedragen heeft alsulc recht en toeseggen als hij overmits gifte van myn genad. heer aen dat voirs. lant hadde, gelyck myn genad. heere dat met zijn besloten brieve aen mij en aen Dirck van Zwyeten, bewairre van zynen charteren en registeren, geschreven heeft, met het bevel om Dirck die Heere met dit leen te belenen. Deshalve beleent hij Dirck die Heere nu met ½ van 4½ morgen lants in die Lange slaghen en in die Corte slaghen, oost: Herdeyn Doude, west: die H. Geest binnen Gorinchem en Gysbrecht Ottenz erfnamen, streckende van Pappersgat tot Anthonis Bertelmeus land toe. Ende die 3 morgen gelegen op Rietvelt belend oost: Gheerloff van Diemen Roelofsz, west: Pieter Willemsz en Jan Gysbrechtsz erfgenamen, streckende van der Brootkiste tot der Maelvloet toe. Leen van Arkel, te houden tot een erfleen

present: Aelbrecht, Jan en Willem van Schaeghen, gebroeders, Jan Duijck, leenmannen van Holland, bij gebrek aan leenmannen van Charolais

1498-10-29 |

R.A.H. Coll Aanw 111 Caput Z.H. fol 44v-53v
Jaartallenindex

Philips oorkondt dat omme die grote nootsaack ende lasten ons overgecomen, zowel om de grote som die wij onsen neve hertog Albrecht van Saxen schuldig zijn, als om andere zaken, hij domeinen te koop aangeboden heeft. Dat zich Jan Oom Dircksz, poorter en inwoner van Dordrecht aangemeld heeft voor 1/16e deel en een half 1/11e deel van den ambacht van Swyndrecht, geheten die ambachtsheerlijkheid van der Linde, met ten schoutambacht, dykgraafschap, daer den ambachtsheer sonderlinge niet of en heeft dan die nominatie. Item in die Nesse 12 morgen 5½ hont land, daer weder of moeten gaan 10 roeden behorende tot den dyk, blijft zuiver 12 morgen land. Item noch 3 visserijen aldaar. Die ene streckende van ...... tot dat roggegat of die ene [leene ?] toe. Die andere gaande van t roggegat of die leene (?) totten hoofd toe. Ende die derde gaende van den hoofde tot die Nesse, daer t ambocht scheyt: item 1/16 deel en ½ van 1/16e deel alle die Noorde en uytwaerde van Swyndrecht. Ende nog een tiendeken in Wildrecht liggende in achthoeven, daer onder water leyt ende gelegen heeft al van dat den Soutens waart in onsen lande van Z.H. innebrack, c.a. zoals wijlen Cornelis Aerntsz uytter Linde van ons hield, behalve die steenplaats, die eigen goed wesen zou en die gruyt aldaar, die men van die graaf van Nassau in leen houdt. Welke ambachtsheerlijkheid aan ons verstorven is bij dode van de voors. Cornelis uytterlinde bij gebreke van mansoir. Aan Jan Oom Dircksz wordt waarborg beloofd tegen Philips van der Does, die hem recht vermeet tot de voors. visserijen, daarover een proces hangt voor het Hof van Holland, en tegen de weduwe van Cornelis Wytterlinde met haar beide dochtertjes t.a.v. 3£ sjaars, die wij hun onlancx voor hun leven verleend hebben. De vrouw van Jan Oom zal alles in lijftocht behouden haar leven lang. Koopsom 550£ van 40 gr Vls (vgl 1498-12-03)