Vulbrandus | 1060

Cartul de la Ville de Gend p 117

Voornamenindex

Vulbrandus et Vulfgert, uxor ejus, tradiderunt St Petro quandam hereditatem dictam Cornemed et Friskinhem ad 12 den; indien een van beiden sterft, komt diens deel aan het klooster, de overlevende moet dan 12 den betalen

Vulbrandus | 1069

Cartul de la Ville de Gend p 117

Voornamenindex

Vulbrandus en zijn vrouw Vulfgert tradiderunt St Petro te Gend hereditatem dictam Cornemed et Friskinhem, tegen een census van 12 den, zodra een van beiden sterft vervalt diens deel aan het klooster en moet de overlevende 12 den blijven betalen

1479-08-03 |

G.A. Monnikendam Inv 154 fol 8/Diversorium Galileaconvent

Jaartallenindex

broeder Bruno, prior, ende ghemeen broeders des convents van St Bernaerdus ghenoemt Galilea bij Monnikedam der orde van Cisterciensen, oorkonden sculdich te wesen Gheryt Garbrant Paeuwenz ende sijn wijf Griet Jan Lambertsdochter, jaerlics tot haren beijder lijf ende niet langher 22 Rynse gulden 40 groet voer elke gulden gherekent. Te betalen ende toe Amsterdam thuus t'bringhen tot twie termynen of tide sjaers, als tot OLVr Lichtmis ende St Pieter ad vincula. Als een van beiden sterft ontvangt de overlevende echtgenoot de volle rente. Voert noch soe lide ende kenne wij etc. jaerlics nae dat dese twie voers. als Gheryt Garbrant Paeuwenzoen ende sijn wijf Griet oflivich sijn, sculdich te wesen Lysbeth Jan Lamberts Jan Verschenghen onse buermansdochter vier R gld, viertich groet voer die gld gherekent, tot haer live ende niet langher te betalen alleen tot OLVr Purificatio of viertien daghen daernae onbegrepen

1494-03-24 (1493) | Haarlem

Inv Arch Kerkvoogdij Haarlem no 140/St Bavo Haarlem

Jaartallenindex

schepenen in Haarlem oorkonden dat Dirck Jansz die Wever, an d'een zyde, en zijn vrouw Hillegont Henricsdochter an die ander zyde, uit liefde voor elkaar, elkander besproken hebben voor hun leven en niet langer, de bruijcweer van hun beider goederen, behalve dan dat zij besproken hebben aan de parochiekerk, de H. Geest en St Elisabethsgasthuis, OVr broeders, die Jacobynen, die minre broeders en die Augustynen binnen Haerlem ieder van hen 1£, belopende tesamen 7£. Verder bespreken zij nog aan Kathryn Arentsdochter, thans haer dienstmaecht, om menigen trouwen dienst, te weten Dirck Jansz [bespreekt haar] na zijn dood 3£ en Hillegond na haar dood al haar klederen. Katryn zal gehouden zijn 32 zielmissen voor hen te laten doen. Al de andere goederen erven op de overlevende. Na hun beider dood aan hun beider erfgenamen ieder voor ½. Bezegeld na costume des scryvens der stede van Haerlem

Adam Gerritsz en Steffen Henricsz, schepenen (met hun zegels)

1470-11-30 |

G.A. Monnikendam Inv 154 fol 84v/Diversorium Galileaconvent

Jaartallenindex

notarius mr Allardus pastor ecclesie Monikedamensis instrumenteert het testament van Arnoldus Jacobi en zijn vrouw Diewar filia Gerbrandi. Degene die van hen beiden het eerst sterft diens ouders zullen terugontvangen hetgeen zij den overledene mede ten huwelijk hebben gegen, d.w.z. aan Aernt was meegegeven 230 R gld en aan Dieuwer een seker deel lants dat si noch legghende hebben mit XXV R gld daerop, welc tesamen ghewerdeert waert voer 200 R gld. De helft van de alsdan overblijvende goederen zal gelijkelijk verdeeld worden ter eere Goeds ende hoere zielen salicheyt der moeder der heiligher kercke van Monikendam, den cloester van Galileen, den cloester van der minnerbroedersoerde binnen Amstelredam, en de armen van Monikendam. De andere helft van de goederen komt dan aan de overlevende partij. Na diens dood of hertrouwen zullen deze goederen op dezelfde wijze verdeeld worden. Acta fuerunt presentibus honestis ac discretis viris Johanne filius Heynrici et Pilgrino filio Johannis testibus laycis

1439-02-10 (2) |

Inv Arch H. Geest te 's Hage dl I no 961 dl II regest 265; Huisarch Marquette regesten 6, 6bis, 27, 28

Jaartallenindex

(vervolg) de stichters zullen levenslang vruchtgebruik van deze goederen hebben en de priester jaarlijks 5£ geven om wekelijks 1 mis voor hen op te dragen. Bij overlijden van één van hen zal de overlevende ½ van het vruchtgebruik hebben en zal de kapelaan 2 missen per week opdragen. Na hun beider dood krijgt de kapelaan het vollge genot van de inkomsten waarvoor hij vier missen per week moet opdragen. Na hun beider dood zal Willem Dircksz cuper, inwoner van Delft, erfelijk de collatie hebben en pas in de laatste plaats de wettige verwanten van Machteld voors. Als eerste kapelaan dragen de stichters de subdiaken Gerard Broersz voor; 1439-06-30: goedkeuring van de bisschop van Utrecht; 1517: notitie betreffende deze vicarie: dat nu mr Jan Starck possesseur daarvan is, dat het land veel meer waard is dan de huursom [?!], en dat bij ontstentenis van erfgenamen de H. Geestmeesters de collatie van deze vicarie zullen hebben (bron: Onvolledige Schepenbrieven no 7)

getuigen: Pieter Peregrinis, kapellaan van de heer van Yselsteyn, Gerard Jansz van Brederode alias van Clockelenbergh

1424-06-05 | Beverwijk

Cartul St Jan Haarlem no 539

Jaartallenindex

notaris Allardus filius Reineri de Wiringia, clericus Traj, instrumenteert het testament van Johannes de Scoten en zijn vrouw Elizabeth Petri Garbrandi, inwoners van Beverwijck. De overlevende krijgt het huis in Beverwijk, waar zij nu in wonen, inter domum Symonis Andree a parte meridionali, et domum Nycolai marcatoris a parte borionali. Tevens vermaken zij elkaar het vruchtgebruik van een stuk lants gewoonlijk geheten twee made lants ultra quendam flumen vulgariter die meer in Syema [?] (gesteld in plaats van het doorgehaalde Beverwyck) ad terras Hugonis f. Gerardi a parte meridionali et ad quondam flumen vulgariter die Meer nuncupatum a parte borionali vergentis. Tevens het vruchtgebruik van een stuk lands gewoonlijk 3 gheerse lants geheten in campo Gerardit de Zaenden in divisum cum terris Katherine neptis Fokele jacentis, et ad terras Theoderici filli Bartholomei a parte meridionali et ad terras Hugonis filii Nycolai milles a parte aquilonari vergentes. Aan de kerk van Beverwijk 5 oude boddragers, evenzo aan het gasthuis aldaar, aan elk lid van de orde der mendicantes 1 oude boddrager. Acta in Beverwijc in domo inhabitationis mei notarii public.

presentibus: Symone filio Andree, Nycolao f. Nycolai mercatoris et Gerbrando filio Wilhelmo, burgers van Beverwijk

Heussen, van | 1586-11-09

Arch Marquette no 596

Achternamenindex

voor notaris Lubbrandus filius Jacob Loren, ten huyze van hem aan de noordzijde in Maria Magdalenenstraet te Alkmaer, testeren Jan van Heussen, van Amsterdam, en zijn vrouw Lijsbet Jansdochter. Zij vernietigen het bij hun huwelijksvoorwaarden bepaalde. De langstlevende zal behouden hetgeen hij ten huwelijk gebracht heeft. De erfgenamen van de eerstaflijvige zullen aan de overlevende jaarlijks 200 gld gedurende diens leven moeten betalen. Voorts verklaren zij dat zij staande huwelijk een huis gekocht hebben tot Amsterdam bij de Minnebroeders, ende dat Jan van Heussen enige termijnen nogt zij e goeden daerop betaelt heeft, ende dat mitsdien die voors. Jan van Heussen off zijn erffgename tselve huys alleen behouden sullen, terwijl Jan en zijn erfgenamen de verdere termijnen alleen uit zijn goed zullen moeten betalen; in dorso: testament van vader van Heussen en Elysabeth Jansdr.

1519-05-08 |

R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Sticht etc fol 23v, nogmaals fol 36

Jaartallenindex

wy officiaal van Ludick doen condt dat voor ons verschenen zijn die Edele welgeboeren heer heer Anthunis van Lalaing heer tot Montignij en grave tot Hoochstraten, zijn huisvrouw vrouwe Elisabeth [van Culemburg], ter eener- ende jvr Anna van Culemborg weduwe van Palant, ter ander zijde, te kennen gevende dat comparanten sub 1 huwelijkse voorwaarden gemaakt hadden, dat de overlevende aan het geheel zijn lijftocht hebben zou. Joncvrou Anna stemt hierin toe, aenmerckende veele merckelycke en groote diensten haer ende haeren kinderen van de voors. heer Anthunis geschiedt. Everart van der Marck, bisschop van Luik, stemt als voogd van haar kinderen hier ook mee in, en confirmeert dat heer Anthounis na de dood van zijn vrouw ook tot lijftocht ontvangen zal die heerlicheden, stadt ende landt van Culemborch, die heerlicheyt ende lant van Borsselen in Zeeland, mit allen haren hoocheden, gerechten etc. Op raad van de bisschop neemt jvr Anna tot haar procureurs mr Frans van der Hulst, mr Robbrecht de Pont, mr Balthasar van Vlierden en Wouteren van Olmen, om deze afgesproken zaken te bevestigen en te volbrengen, en de kinderen van jvr Anna te herstellen in hun rechten na de dood van heer Anthuenis. Onder tal van voorwaarden (vgl 1519-11-03)

present de eerbare mannen: Dires van Palant, Dierick Speckhouwer, mr Kerst van der Heggen, mr Jacob de Coene, heer Joris Muijnters, Johan Bardoul, als getuigen van beide zijden

1507-11-20 | Den Briel

Carth Raamsdonk anno 1518 fol 18v/Carthuizers Sint Geerdenberg

Jaartallenindex

notaris Petrus Egidi instrumenteert dat Adriaen Petersz Conincx, poorter en inwoner van den Bryl: alsoe in voerleden tiden Natalia Peter Conincx weduwe, Jan Pieter Conincxz en Adriaen Pieter Conincz, haar kinderen, tesamen gegeven hadden aan de Carthuizers bij St Geerdenberg, een jaarlijkse rente uit te betalen na dode van Natalie, groot 2£ Vls, die zij verzekerd hebben op: 1) 7½ gemeten in Nieuw Rogkange (!) ende bruict nu Cornelis Jansz den Vrouman, 2) 3½ gemeten lands gelegen in Stuijfacker, 3) 3 gemeten lants leggende in cleyn oesterlant. Na het overlijden van beide gebroeders zullen de Carthuizers voorn dit land als hun eigen land mogen aanvaarden. Als enige overlevende verklaart Ariaen voorn. nu dat de Carthuizers na zijn overlijden dieselve landen aanvaarden zullen, behoudelyc dat zij luden aenvaerden en nemen sullen 10 lynen lants, liggende in t groet oesterlant after Jan Enoutsz aen den dyck in Schieteweck ende dat in oversettinge en in een recompense voor 3 gemeten lants liggende in cleyn oesterlant dien hair dair voor assigneert waren. Hij begeert verder deelachtig te zijn aan alle goede werken die de broeders daar dag en nacht doende zijn, dat gemeen gebet, en dat zij ook bidden zullen voor de zielen van Ariaen Pietersz voirs, Pieter Conincxz, Natalie weduwe van Pieter Conincsz, Jan Peter Conincxz en heer Cornelis Pieter Conincsz, haeren voerouders. Gesciet in den Briel in t huis van heer Jacob Wittenz, canonick in den Briele, ter presentie van heer Jacob Willemsz voorn en mr Jan Heynenz Boot [of Hoot ?], pastoor in de St Cath. kerk in den Briel