1508-10-23 |

R.A.H. Coll Aanw 114 Caput Zeeland, Voorne fol 19-22v

Jaartallenindex

huwelijksvoorwaarden tussen jhr Franchois van Borsselen heere van Cortgene en van Pamelen met jvr Catheryne van Egmond, dochter van mynen heere den grave van Egmond heere tot Baer, stadhouder-generaal van Holland, Zeeland en Vriesland. Hij brengt aan de goederen geerfd van wijlen zijn vader here Floris here van Cortgene. De graaf van Egmond geeft zijn dochter als aandeel van de erfenis, die zij na dode van haar vader en moeder zal ontvangen een rente van 200 R gld sjaars, losbaar den penning 15. De graaf van Egmond maakt zijn dochter bij kinderloos voor overlijden van haar man een jaarlijkse lijfrente van 1500 gld. De heer van Cortgene zal jvr Catheryne geven een huys in den Haghe. Hebben zij wel kinderen dan ontvangt jvr Catheryne tot lijftocht 1000 R gld sjaars uit de goederen van wijlen haar man. Sterft zij voor haar man, dan zullen haar erfgenamen uit haar erfenis blijven en alleen haar dote die zij ten huwelijk brengt nemen, nl 300 R gld sjaars (vgl 1508-10-25)

in oorkonde bezegeld: Johan grave tot Egmond, heer tot Baer, Franchoys van Borsselen als principale, Floris van Egmond zoon tot Ysselsteyn, heer van St Mertynsdyk en Scherpenisse, Johan heer tot Wassenaer, tot Catwyck, burchgrave tot Leyden, als naeste magen van beyden

1508-10-05 |

R.A.H. Coll Aanw 114 Caput Zeeland, Voorne fol 17v, 23v

Jaartallenindex

compareert voor den Hove en leenmannen van Holland die Edele Welgeboren Heer Heer Johan grave van Egmond, here tot Bair. Stadhouder-generaal van Holland, Zeeland, Vriesland verklaart dat er een huwelijkscontract is geraamd tussen Vranck van Borsselen heer tot Cortkene, tot Pamelen, ter eener zijde ende juffr. Catheryne van Egmond, dochter van de voorn. grave van Egmond ter andere zijde. En dat de heer van Cortgene zijn vrouwe een lijftocht zal maken op al zijn leengoederen. Daar de grave van Egmond zelf hoofd en stadhouder van de lenen is, stelt hij deswege in zijn plaats de eerwaerdige heer mr Jacob Ruysch, deken ende Raad ordinaris om als vice stadhouder van de leenen, t verlij ende investiture te ontvangende de voors. here van Cortgene doen zal; 1508-10-25: Vranck van Borsselen maakt en bewijst jvr Catheryne van Egmondt een lijftocht van 1500£ van 40 gr Vls op al zijn goederen. Sterft hij vóór haar, achterlatende kinderen, dan zal haar douairie 1000£ bedragen. Dit alles is geschiet bij consent van heer Floris van Ysselsteyn heer van St Martynsdyck alhier present en voor oogen wesende als leenvolger en erfgenaam van de voorn. Vranck van Borsselen bij gebreke van getroude kinderen achter hem latende. Karel confirmeert de huwelijksvoorwaarden en de lijftocht (vgl 1508-10-23)

present: Floris van Wingaerden, heer tot Yselmonde, mr Geryt van der Mye, raedsluden, mitsgaders: heer Cornelis Cruesinck, ridder, houtvester, leenmannen van Holland; 1508-10-05: heer Floris van Yselsteyn, mr Jan Boudynsz, mr Reynier de Jonge, mr Barthoud van Assendelft, mr [?] Karel Grenier, procureur-generaal van Holland, Dirck van Boneem, onse Rade

1510-08-07 |

R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Zeeland, Voorne fol 55v

Jaartallenindex

wij Anna van Borsselen vrouwe van der Veer en mr Simon van Wissekerke, doctoer, deken van St Pieter te Middelburg ende van der Veer, Jan heer van Nyeuwenhoven, ridder, erkennen deugdelijk verkocht te hebben de som van 12 £ gr sjaars losrenten in 3 sonderlinge brieven: 1) op Jacob Heyns als ontvanger van de disch van St Salvatorskerke te Brugge, groot 3£ Vls sjaars, losbaar den penninck 18, waarvoor wij ontvangen hebben 54£ gr Vls, 2) op jouffrou Margriete Breydels weduwe mr Loupes de la Garde 5£ gr Vls, te lossen den penning 15, waarvoor wij ontvangen hebben 75£ gr Vls, 3) op Franchoys van Pamelen 4£ gr Vls sjaars, losbaar den penninck 15, waarvoor wij ontvangen hebben 60£ Vls, onder verband van al hun goederen. Vrouwe Anna erkent dat deze 3 sommen gebruikt zijn "in t bedycken van Begeren (Beyeren ?), Vianen en Oosterlandt in onsen lande van Duvelandt. Zij verbinden nu deze goederen voor de betaling van de drie losrenten. Met bevel aan Jan Cornelisz, nu ter tyt onsen rentmeester van denselven lande. Verder belooft vrouwe Anna om mr Simon en mer Jan kost- en schadeloos te houden. Gegeven en gedaen in onsen huyse van Sandenburch (vgl 1521-04-04)