26 resultaten
Pertant | 1456-03-23
Ned Leeuw jg 1939 p 67 ev/Hof van Holland no 19 Memoralien fol 71v
Achternamenindex
Odilia van de Merwede in arrest ten gevolge van de doodslag op Willem Spiering, ten huize van Bartholomeus Pertant, rentmeester van Noordholland in Den Hage, vraagt verlof om het Passfeest in de kerk te mogen vieren, hetgeen werd toegestaan op voorwaarde dat zij zich als gevangene bleef beschouwen en niet in contact kwam met anderen, want dat zou haar proces negatief beïnvloeden
Pertant | 1462-04-13
Ned Leeuw jg 1939 p 68/Holl Leenkamer no 117 Caput Zuidholland fol 6v
Achternamenindex
Odilia van de Merwede verkoopt de hoge heerlijkheid en de ambachtsheerlijkheid van 's Gravemoer en toebehoren aan Bartholomeus Pertant, die er vervolgens mee wordt beleend
Pertant | 1423-1424
Rek Rentmeester Kennemerland 854 fol 9v
Achternamenindex
Bartelmeus Parthant, hem gegeven geliken syn quitantie inhout 36 £
Pertant | 1468-03-21
Coll Aanw 238 fol 461v Memorien Hof van Holland
Achternamenindex
Bertelmeus Pertant c.s. zaak tegen Martyn Hogendam uitgesteld; 1468-03-15: gedagvaard als borg voor inwoners van 's Gravenmoer
Pertant | 1468-10-12
Coll Aanw 240 fol 1280v
Achternamenindex
Jan Pertant gedagvaard door Ysbrand Gerritsz
1459-06-07 |
A.R.A. Copie Leenkamer 39 fol 5v/Reg Charolais fol 4
Jaartallenindex
Anthonis Michielsz, Raad van de hertog van Bourgondië en gemachtigde van de graaf van Charolais tot het verheffen van leen, oorkondt dat Ghijs Bedronghen hem opdroeg tbv Bartelmeus Pertant, op deze tijd rentmeester van Noord Holland, 3 ½ morgen lands gelegen in Trinsveen by nae ten Middelweghe, tussen Delft ende der Ouderschye, oistwairt van der Schye, zuid: Aerndt Touwe Aelwynsz met zijn kinderen, noord: Dirck van Groenevelt. Leen van Arkel. Hij beleent vervolgens Bertelmus Pertant heiermede, tot een erfleen
present: Anthonis van Hoichtwoude, mr Henrick van der Mye, Aernd Spierinck van Welle
Dongen, van | 1468-03-21
Coll Aanw 238 fol 461v/Memorien Hof van Holland
Achternamenindex
Willem van Dongen, Bertelmeus Pertant en Florys Jacobs, zaak contra Martyn Hogendans is uitgesteld; 1468-03-15: gedagvaard als borg voor de schout van Drimmelen
1423-09-20 |
R.A.H. Coll Aanw 55 fol 145v/Reg in Beyeren X fol 50v
Jaartallenindex
hertog Johan geeft om dienst wille aan Bertelmeeus Pertant onse barbier ende Camerling 19 Vrancr schilden jaers als onse buere van Graft ende 't Zuyteynde van Schermer ons jaerlyks schuldig zijn, van den tienden ende visscheryen aldaer die zij van der grafelijkheid in ewigen pacht nemen
1446-06-14 |
Inv Arch H. Geest te 's Hage dl II regest 307
Jaartallenindex
schepenen in den Hage oorkonden dat Pieter Gerritsz verklaarde schuldig te zijn aan Dirck Gerritsz een rente van 3 £ Holl sjaars op zijn huis en erf in het Noorteynde, belend noord: Ghysge wagenair, oost: de heerstraat, zuid: Jan backer en achteraan Floris Cuper, west: Bertelmeeus Bartout [lees: Pertant], rentmeester van Noordholland (vgl 1443-03-04, 1454-03-20)
1435-01-04 (1434) |
Coll Aanw 204 fol 598v/Mem Rosa II fol 212v
Jaartallenindex
alsoe Willem Hughenz en Pieter Hughenz opten avond dat myn here van Santez Jan Gheryt heren Gherytsz.z van Egmonde ut sonderlinge beveel van minen genad. here, gevangen hadde binnen der stede van Delft, terstont als sij dat gewair worden sonder meer beraits en versmadenisse van rechten ende in achterdeel van minnen genad. Heren voirs, een grote upstal ende rumoir maicten, lopende ende roepende by der straten mit gespannen bogen en bloten wapenen onbetamelike woirden roepende op mijn heer van Santes, en liepen daerna in myns heren husinge van Bourgondie binnen Delft daer Berthelmeus Pertant zyn dienaer in woont, meynende aldaer de heer van Santes te vinden of yemant die hem toebehoort hadde, die daer niet en was, maer vonden aldaer myns genad. Heren dienaren ut Vlaenderen die sij grote vrees andeden en wouden slaen, menden dat zy myn heren van Santez toebehoort hadden, ende deden ook Bertelmees Pertant grote vrese, hem anseggende dat hij sculden hebben soude van Jan Gherytsz vangenisse, dat also niet en is, ende en hadden gedaen sommigen van den gerechte van Delft, het hadde gesien geweest dat sij myns genad. heren dienaren doodgeslagen souden hebben, om welke ondaet wil die scout van Delft die voirs. Willem Hugenz en Pieter Hugenz gevangen gesent heeft op ter vangenisse van den Hove in den Hage. De Raad beslist dat Willem en Pieter moeten komen in de Raetcamer om op hun knieën, blootshoofds en ongegord, om genade te vragen. Daarna zullen beiden op Donderdag e.k. binnen Delft vóór shergen huis in presentie van Arent van Egmond, die schout van Delft, of zyn stedehouder en het gerecht, op hun knieen om vergiffenis vragen aan het gerecht en ook aan Bertelmeus Pertant. Binnen 4 dagen daarna zullen zij uit Delft moeten vertrekken, totdat myn Here hun gratie doet. Zij zweren hieraan te zullen voldoen