3 resultaten
1648-12-21
R.A.H. O.R.A. 2103 fol 187v
Transportregister Egmond
compareerde voor schepenen van Egmond ondergescreven Willem Ariaensz van Nederpelt, buerman te Egmond op Zee, welke ymteert [impetreert] alsulke actie ende pretensie ende coop van Rabodts kerckhoff [Radbouds kerkhof] gelegen in onsen banne, bij hem voor schout en schepenen opgedragen bij Pieter Smulders, organist der stede Geertruijd[enberg] en Margrita Maes de Lokre, mede wonende aldaar, op 1639-12-08, ende renuncieert alle actie ende pretentie voor hem en sijn erve van nu en ten ewigen dage ..... [?] en heeft te spreecken noch te eysschen, alsof de koop nooit gesloten was, mits daarvoor genietende 400 gld [hij doet afstand van zijn vermeend recht, dat hij Radboudskerkhof gekocht zou hebben van Pieter Smulders en Margrita Maes de Lokre voor 400 gld]
1657-05-09
R.A.H. O.R.A. 2104 fol 179v
Transportregister Egmond
afkoop vroonhuur: schout en schepenen van Egmond Binnen oorkonden dat Aelbert Aelbertsz Lacher en Allert Cornelisz Bestert, onze buerluiden als gecommitteerden van de drie Egmonden tot het ontfangen van de Vroonhuren tbv de armen der resp. plaatsen, te kennen geven dat zij q.q. met Cornelis Pietersz, Symon Pietersz en Jan Ariensz Luijt, wonende te Limmen als gecommitteerden van schout, schepenen en regeerders van Limmen hadden aangegaan zeker accoord in dato 1654-03-17, tot afcopinge van de vroonhure, welk accoord door Gecomitteerde Raden was goedgekeurd 1654-06-12. Comparanten bekennen deswege uit handen van Cornelis Pietersz c.s. ontvangen te hebben 4611 gld 5st 6 penn. Alle landen in Limmen zijn hiermee van de betaling van vroonhuur ontslagen. Om die van Limmen tegen alle pretentie te vrijwaren, vooral die van de heer van Meresteyn, verbinden zij speciaal een stuk land genaamd "de Beercamp", groot 2 morgen 400 roeden, oost: de ooster wilsnes, noord: Symon van Hoorn, west: Jacob Cornelisz Craackman, en bovendien alle inkomsten van de armen van de drie Egmonden
1333-10-18 |
A.R.A. Copie Leenkamer no 27 fol 80v-83/L.R. 11 fol 28v
Jaartallenindex
graaf Willem oorkondt: dat die stad Lubeke op die een zyde ende onse stede van Staveren op die ander zyde, van sulcken oirloghe als sij onderlanghe hebben, ende van allen eyssche die sij op mallic anderen te eysschen hadden tot desen daghe toe, ende die stede van Hamburch ende die abt van Staveren ende Egghebrecht van Woldrichem [Workum] syn neve, die schade genomen hebben omme des oirloghen wille voirs, aen ons gebleven zijn. Beide steden op een boete van 1000£ goede Coninx Tourn, indien zij de uitspraak niet nakomen. De abt en convent van Staveren en voor Eggebrecht, des abts neve, op een boete van 25£. De stad Staveren had goed genomen van die van Lubeck omdat Jacob de Langhe "zyn scip afgewonnen was". Aan Staveren wordt zyn pretentie deswege tegen Lubeck ontzegd. Lubeck heeft geen eisen op Staveren, en ook die van Staveren klagen niet omme enich goet dat hem binnen vrede genomen es, anders dan dat Claes Grando, die sij seggen burger van Lubeck wesen soude, als sy vermoeden te schaden dede ende nam met siere hulpe binnen vrede. Levekyn Heren Dirkszoens broeder tot 50£ toe, ende die van Lubeck zeggen dat Clais Grando, nie horen burgher en was noch en es, soe seggen wij dat Lubeck dat moet bevestigen. Doen sijs niet gelden Levekijn Heeren Dirkszoens broeder voors. zijn schade tussen nu en 1 mei e.k. zoals hij onder eede zal waarmaken, doch niet te komen boven 50£, ende desen brief te leveren of dit gelt te betalen joff Levekijn synen eedt te doene tot Haerlem voor onsen baljuw en rentmeester van Kennemerland en Vriesland op den meidach voirs. Voirt van Pieter Manten, Winoudt Altghera, Tydeman jonge Evekenz, Gheltman, zyn broeder ende Tideman Pelegrimsz van Staveren clagen dat zyn binnen vrede door de meente van Lubeke op de vrye markt mishandeld zijn. Aan Pieter Manten wordt hiervoor 4£ gr, aan Gheltmair jonge Evekenz 10sc groten, aan Tydeman zijn broeder 5sc gr en Tydeman Pelegrimsz 5sc en Winout Altghera 5sc gr toegekend, te betalen op 1 mei te Haarlem. Die van Hamburch moeten bevestigen dat zij Lubeck niet behulpzaam zijn geweest tegen Staveren etc