Coulster, van der | 1395-06-26

Grafelijke Rekening Holland R.G.P. 182 p 276

Achternamenindex

rentmeester van Voorne: "gegeven Willem van der Couster up mijns liefsheren quitancie van enen paerde gaf Hans van Vranckevoerde 20 Holl scilde"; 1395-09-17: Willem van der Couster "100 Holl scilden van enen paerde dat mijn here hem Jan van Gemont gaf als die quitancie inhout"; 10-10: " 40 Holl scilden van enen paerde dat mijn here hem nam tot syn selfs behoef, als die quitancie inhoudt, facit 53 £ 6 sc 8d"

1476-07-29 |

G.A. Monnikendam Inv 154 fol 79/Diversorium Galileaconvent

Jaartallenindex

ic Willem van Bijler ken ontfanghen te hebben van broeder Jacop van Galileen een quitancie inhoudende van seker quytsceldinghe van betalinck van afterwesen van lijfrenten staende op heer Jacops lijf van Amsterdam van Purmereijnd. Ende ic Willem voers. sel betalen haer Jacop voers. IX currente gulden of hem weder leveren sijn quitancie. Des ter cond ghescreven mit mijns selfs hant anno 76 op die Wonesdach nae St Jacopapostel

1571-04-24~ |

Inv Arch H. Geest 's Hage dl I Oorspr Inv no 1006

Jaartallenindex

copie van de quitancie van Crispyn van Myerop Jacobsz, deurwaarder van het Hof van Holland, voor Harman van Bacherach in casu borgstelling voor Philips Palm, in leven koopman te Keulen (zonder datum, copie van de [?] akte dd 1571-04-24)

Holland, van | 1420-1421

Rek Rentmeester Kennemerland 851 fol 10v

Achternamenindex

Floris Willemsz gegeven Florys ende Wildeman die hi brochte Boudyns Zwiets van de termyn Rerigu (?) ende Willem Symonsz myns liefs heer kokenmeyster van Boudyn ontvangen heeft, dair Dirc Hollant bewising of doen sal, 100 £; - Floris noch gegeven van de termyn voors. Dirc Holland na in hout der quitancie 450 £

1440-10-15 |

Cartul St Jan Haarlem no 473

Jaartallenindex

Dirc van Assendelf doe kondt allen luyden dattet mij te wille ende te dancke is dat die commelduer van St Janscloester tot Hairlem overgeeft ende levert in handen des prioers, Claes van Assendelft ende Geryt van Nyendams alsulken brief als ic onder hem ghearresteert hadde ende mynen broeder saligher ghedachten besproken heeft sijn twe bastaerden, ende scelde die commelduer ende alle dieghene die dese quitancie behoeven dair of quyt

1493-02-01 |

Cartul St Jan Haarlem no 1020, 1021

Jaartallenindex

ic Yeve Outgertsz bekenne en belije dat ick ontfangen hebbe van mijnen Heren den eerbaren commenduer van St Jans tot Herlem, 11 Rynse gulden op OLVr avond Lichtmis anno 1493. Nog eenzelfde quitantie van denzelfden datum anno 1492. In margine: quitancie dat Yeve Outgertsz ontfangen heeft 11 R gld tot lossinge van de landen van Heemskerck, die hi gecoft hadde [te lezen: vercoft had aan ?] van heer Claes van Schoten, commandeur van Herlem

1477~ |

G.A. Monnikendam Inv 154 fol 121/Diversorium Galileaconvent

Jaartallenindex

ic broeder Florijs kelre van Galileen bi Monikedam van Sinte Bernardusoerde belie ende bekenne dat ic ontfanghen heb van die goede stede van Amstelredam 3 £ groet Vlaems daer ons die een helft op verschenen was opten lesten dach in Junio ende die ander helft opten lesten dach in December van t jaer 1476 ende waren ons verschenen van Gherijt Ysbrantsz onse professide broeders weghen. In kennisse der waerheit soe heb ic broeder Florijs kelre voers. dese quitancie mit myns selfs hande ghescreven

1406-01-13 | Leiderdorp

Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 62v/Carthuizers St Geerdenberg

Jaartallenindex

scepenen in Leiden oorkonden dat voir ons quamen Machtelt Vranck Diedwijnzoens erfgenamen alse Willem Dyck Petersz, Peter Petersz, Heyl Petersdochter, Mechtelt Jan Claeszoens mit haar man Jan Claesz, en Mechtelt Jan Petersz weduwe, met Wermbout, hoeren voir haer ende voir evenknyen, Beatrys Pottersdochter met haar voocht voor haer en voor haar zuster Katherijn, Floris Tornoy voor hem en voor Clemeens van Catwyck, Aecht Jan Crullen Wildyck Jansz voor hem en voor zijn evenknyen, Floris Gheritsz van Herman Bijenz weghen, Gysbrecht Petersz van zijn wijf Machtelt Pottersdochter wegen, mit gesamenderhand voer hem en hoeren evenknyen. Ende scouden quyt voir hem en hoeren nacomelingen den Sartroysen bij St Geerdenberg alle eischen etc die zij tot vandaag op hen gehad mochten hebben roerende van Machtelt Vranck Diedwienszoens erfnisse of van Vranc Diedwienzoens erfnisse, hoe en in wat manier dat wesen mochten, den voirs. Sartroysen daer nemmermeer om te mogen tot genen dagen. Bezegeld anno 1406 op St Pontiaens avond. "Item so zyn tesamen geboden 7 brieven soe quitancie en verticht brieven rurende van Vranck Diedwarenz [Diedwynsz] en van zijn erfgenamen daer sij ons mede quyt scheldinge doen etc. Ende noch een quitancie van Warmbout Jansz nageschreven" (vgl 1406-01-02, 1406-01-20)

Ysbrant Jan Vosz en Adriaen Walichsz, schepenen

1640 | Egmond Binnen

Arch Egmond Binnen no 11/Rekening Beerhemmer Watermolen 50-53

Jaartallenindex

rekening van Gerardt van Vladeracken als molenmeester, genoemd: Banckraes Cornelisz, saijlemaker, Jan Aelbertsz, Jan Pietersz en Maerten Pietersz, molenmeesters van deze molen, Aelbert Jacobsz, Valck Ariaensz, Jacob Baertsz, Cornelis Cornelisz Knecht en Jacob Hendriksz, reparatie aan de weg, Claes Joppen, arbeidsloon; noch betaelt aan Geldolff Jansz van Herlaer de somme van 14 gld drie stuivers in volle betaelinge ter saecke van verteerde costen opten schouwe ende andere comparitie in 1640 bij de molenmeesters ende ingelanden gevallen volgende sijn quitancie, dus 14£ 3st; Jacob Jacobsz, houtcoper. Aldus gerekend en gesloten tot Egmond op den Hoef ten huize van Jan Thomasz van Wel, 1641-07-23

Cornelis van Brinckhoff van Moeryaen, Aelbert Jacobsz, Jacob van Egmont, Joost Aeryaensz Rijskamp, Andries Krijnsz, mij present J. C. Walenburch notaris

1446-03-26 | Sandoel

Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 118v/Carthuizers St Geerdenberg

Jaartallenindex

heemraders in den ambacht van Raemsdonc doen kond dat Berys Gerritsz van Oirlle overdraagt aan prior en convent van de Karthuizers bij St Geertrudenbech "alle alzulke beclach, toeseggen ende recht als hy af ijemant van sijnre wegen hebben mag an alsulke land als de voirs. prior etc gekocht hadden tegens Willem den rentmeester tot Breda, alsoe groet en cleyn als dat gelegen is in denselven ambacht van Raemsdonc voors", belend ten westen: Peter die Wynt ende voirt een weer geheten des Loddersweer, oost: Jan Stevensz kinderen dat men heijt die grote heyninge. Daar wij heemraden voirs. selve geen zegel hebben, hebben wij gebeden Wouter Vastairtsz, onse mede heemraet voirs. voor ons te zgelen. "Dit is nu die Quitancie brieff" (vgl 1437-01-24, 1442-10-12)

Wouter Vastraitsz, Mertyn die Ram, Adriaen Zeghersz, Aernt Arntsz die bosscher, Herman Jans Jodenz en Meus Jansz, heemraders