52 resultaten
Ravesteyn, van | 1409-05-21
R.A.H. Coll Aanw 71 fol 77
Achternamenindex
hertog Willem oordkondt: "dat wij quytgescouden hebben den bastaert van Arkel die men heijt Ravensteijn sulke oirvede als hi ons gedaen heeft, roerende van dat hi onse gevangen was van Eversteijn"
Hage, uten | 1415
Rek Rentmeester Kennemerland 845 fol 6
Achternamenindex
"van de wacht tot Sparendam niet ontfangen, want de stede van Haarlem de huijr daerof quytgescouden heeft Gheryd uten Haghe tot myns liefs heren behoef ende dieselve Gerijd zal minen heren dair bewisinge of doen"
1451-04-19 |
Bronnen Gesch Abdij Rijnsburg regest 780
Jaartallenindex
Margriet van Oestende, abdis van Rynsburg, beleent Willem Jan Bronijsz met ⅔ van 7 morgen land in het ambacht van Vlaerdinghe. Doorgehaald: "Quytgescouden om bede wille Aernt van Duvoirde ende om des dycks wille"
1512-05-04 |
G.A. Monnikendam Inv 154 fol 34/Diversorium Galileaconvent Monnikendam
Jaartallenindex
scout van Oesthuijsen en scepenen van Etersem oorkonden dat Dirck Jacopsz van der Beets heeft quytgescouden den prior mitten ghemenen broeders van den convente van Galilea legghende by Monikendam een stuck lants legghende in die ban van Etersem, hyetende mr Jan Melijsz lant, groet wesende 6 deympt, belend west: Zijslant, oost: Gransven
Jan Claesz, schout (met zijn zegel), Pieter Claesz ende Jan Aerntsz, schepenen
1477-03-18 |
G.A. Alkmaar Kloosters Oude Hof no 80, in dorso no 46/gedrukt: dr Vangassen no 424 p 241
Jaartallenindex
scepenen in Nyedorp oorkonden dat Symon Aerntsz en Willem Symonsz oorkonden dat zij quytgescouden hebben den ministra van St Katrynenconvent te Alkmaar 15 ½ geers lants gelegen in de ban van Oude Nyedorp, west: Willem Jansz, oost: Dirck Syvertsz. Daar schepenen geen zegels hebben, verzoeken zij Claes Jagher (zegel: een staande jachthond ?) voor hen te zegelen
Pieter Hilbrantz en Jan Michielsz, schepenen
1402-10-07 |
R.A.H. Coll Aanw 48 fol 14v/Reg 1401-1404 fol 11
Jaartallenindex
hertog Albrecht oorkondt: want Hughe Nagel, onse knecht in onser camere voorons gecomen is ende heeft overgegeven en quytgescouden onse steen ende vangenisse binnen onser stede van Zierikzee, die wij hem gegeven hadden tot behoef Steven Jansz. Soo hebben wi denselven Steven Jansz gegeven mit desen brieve dat hi onsen stienwaerder wesen sal van onsen stien en vangenisse, zijn leven lang
1385 |
G.A. Haarlem Inv 915 Hs v. Alkemade v.d. Schelling dl I fol 69v
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dat Rutger Pauwelsz, commandeur van t godshuis van St Catryne van Utrecht en St Janshuis te Haerlem, voor de broeders van St Jan heeft quytgescouden aan Jacob Pieter Roepers zulke erfenis als heer Dirc Roeper en zijn broeder heer Pieter aanbestorven waren van Machteld Huge Roepersweduwe, haer beider moeder
Barthoud Hone en Claes Dircsz (zegel: klimmende leeuw), schepenen; zegel van Rutger Puaelsz: een rechter schuinbalk, beladen met 3 [lelies ?], het schild van hermelijn
1487-12
folio 111v CI 1486-1489
Transportregister Haarlem
Jan Jansz Coster van Purmerende lyt dat hij omme zaecken welke hem daertoe porrende, opgedragen en quytgescouden heeft zijn zoon Jan, daer moeder of was Kerstyn Jan Pouwelszdochter, ½ van 7½ deymt lands gelegen tot Usem, dat gebruickt Thaems Arijsz om 9½ R gld sjaars
1477-04-17 | Schellinkhout
Arch Marquette no 584 K Leen van Heemskerk
Jaartallenindex
Aerent heere tot Zevenbergen, tot Nycoep ende tot Noerden oorkondt: inhoudende dat Jan van Crabbenburg overgegeven heeft en quytgescouden heeft sinen broeder Jan Vrederixsoen alsulken land als hij leggende heeft in de banne van Scellinkhout, etc. Welk land Jan van Crabbenburg ende sine ouderen te leen te houden plagen van der Hofstede van Heemskerk, etc (vgl 1444-08-12, 1504-12-20, 1492-12-10)
hier waeren bij an ende over: Florijs die Roede van Adrichem en Jan Jacobsz als mannen der Graeflicheyt ende Willemvan Adrichem als man der hofstede van Heemskerk
1495-01
folio 103 LXXIX 1492-1495
Transportregister Haarlem
Dirck Jansz decker en Gerijt Heinricsz als man en voogd van Machteld Jansdochter lijen dat zij Guerte Foppendochter den boel van Geryt Jansz, hoeren man, die in zijn leven des voirs Dirc en Machtelts broeder was, geheel en al quytgescouden hebben, tot dier meyninge dat zij daeran noch verliezen noch winnen en willen