rechtelijk
1 resultaten
1434-12-17 |
Coll Aanw 204 fol 575/Mem Rosa II fol 205v
Jaartallenindex
is gecomen voor den Rade Dirc Gerytsz die schoteldrayer ende heeft getuycht by zinen eede dat Jan Brwn Aernt Croeckenz voirtyts dat bodeambacht en dat roupambacht van den Hage tesamen placht te bedienen van Dammais Aerntsz wegen ende dairna bediende Jacob van Lande ook datselve bode- en roupambacht in denselven schyn van Dammas Aerntsz wegen. Diewelke Jacob van Lande in synen dienst immer een rechtelic hadde tegen Willem Deym om dat roupambacht wille alsoe Willem Deijm seyde dattet den buren van den Hage toebehoorde en den bodeambacht niet. Ende doe baden Hughe Naghel en Jan Scouten [aan] hertog Aelbrecht om dat roupambacht, die hun dat gaf hun leven lang. Zij aanvaarden dat en deden dat bewaren door Dirc Gerytsz voors. ende dat duerde een jaar totdat hertog Albrecht starf, en terwijl Huge en Jan voirs. om dat roupambacht baden ende zij dat deden bedienen, doe was Wouter Dammesz die dat bodeambacht toebehoort en die t roupambacht mede daarmede placht te gebruken, uten lande, en doe hertog Albrecht gestorven was kwam Wouter weder in den lande en beclaechde zich bij hertog Willem dat hem zyn roupambacht ombruyck gemaect was boven zyn brieven. Doe wertet hem weder toegewyst mit den bodeambacht te gebruiken en sints die tyt heeften altois met het bodeambacht gebruict geweest