4 resultaten

Stuyvezand | 1292-03-25

v.d. Bergh II no 819
Achternamenindex

Willem Stuvesant, poorter van Middelburgh, verkoopt aan broeder Heynen van Rensburch 10 ½ gemet land in Walcheren in het ambacht van de polre van de Orde

schepenen: Gerard Margrietenz, Hughe Barch, Doemas Hugozoon, Boudin Heyneman Cocke

Nagel | 1328 (1330)

Bijdr Hist Gen 1901 bl 292, 293/Reg EL 1 fol 79 sqq
Achternamenindex

leen van Teylingen: no 21) Dieric Naghel van Rensburch houdt 16 hont land binnen het ambacht van Voorhout, tussen het huis te Teylinghe en oost: 's gravendam, west: Dieric Nagel van Voirhoute, zuid: Hughe Naghel

1559-11-26 | Heemskerk

Arch Marquette no 317
Jaartallenindex

Nicolaes heer van Assendelft, Eemskerck, Cralinge etc, als heer van de hofstede van Haarlem, beleent Geryt Cornelisz met ⅓ deel van een stucke landts gelegen in den ban van Eemskerck, gehieten den cleynen Hemme, mit alle den opgroye die daertoe behoort ende men daertoe meten mach tusschen twee harden landen, ende belent hebben zuid: Claes Gherytsz an den dijck mitten grooten Hem, west: Meynertsven, oost: een water gehieten Poel, hem aanbestorven van zijn vader Cornelis Gherytsz, als onversterfelijk erfleen te houden van de hofstede van Haerlem. Daar hij onmondig is, doet Simon Gherytsz tot Rensburch hulde en eed

hierover waren: Simon Pijl, leenman van de grafelijkheid van Holland, heer Adriaen van Egmondt, mijn leenman. Zegel in rode was: gekwartieerd: Assendelft en Haarlem

1434-10-18 |

R.A.H. Coll Aanw no 100 fol 22
Jaartallenindex

hertog Philips oorkondt dat Pieter Jorgelsz hem opdroeg tbv onsen getrouwen Florens Paedzen zoen: een erve ende lant mitte wooningen die daer op staet, liggende bij der Waddinge geheten Sonnevelt, dat in voortyden jvr Andel der Rensburch gravinne [!] toe te behoren placht. Vervolgens beleent hij Florens om dienst wille die hij gedaan heeft, dagelijks doet en nog doen zal met dit goed tot een onversterfelijk erfleen. Boven staat: Pieter Jorgensz deze twee voirs brieven (dd 1396-03-24) sullen blyven in heure macht voor Pieter Jorgelsz en zyn naecomelingen als van 40 m. lants soo sij in denselve brieve bepaelt zijn, ende niet van den erve en land c.a. geheiten Sonnevelt, nae inhout Florens Paedzensoons brief hiernae volgende, in der tyt van der datum desselfs brief

Raden en leenmannen: heer Willem van Egmond, heer Gillis van Cralingen, ridders, Boudyn van Swieten, Godschalk Oem, Jan van der Mye, knapen