Bedoelde u soms?
redinc | redinck | rerinck | roedinc | roedincx | rostinck | rouwinck

8 resultaten

Stapel | 1460-01-08 (1459)

Inv Kerkvoogdij Haarlem no 186/Cartul Zeven Getijden Haarlem fol 17
Achternamenindex

testament van Roedinck Jacobsz en zijn vrouw Fye Martijn Stapelsdochter, de langstlevende behoudt het huis en erf in de Zijlstrate, belend tussen Ellinck Willemsz en Pieter Zybrantsz, aftewaerts treckende an die Raecxe, met inboedel; de ene helft gaat na hun dood naar de Cantery in de parochiekerk te Haarlem, de andere helft aan het H Geesthuis binnen Haarlem. Na de dood van Fye heeft Roedinck alles overgeven aan deze twee erfgenamen

Haarlem

1442-10-05 |

R.A.H. Coll Aanw 101 Caput Kennemerland fol 5v/Reg Alpha fol 2v
Jaartallenindex

hertog Philips beleent Claes Roedinck Jan Broeck Willemszoonszoon met ⅓ deel van het land geheten Hueskedeymde ende 't Rietlant gheleghen in den banne van Luttich Oisthusen, hem aanbestorven bij doode van zijn broeder Willem Jansz. Te verheergewaden met een heeckt

1449-10-17 | Uitgeest

Bijdr Bisdom Haarlem dl 16 no 74/Arch Zijlklooster Haarlem
Jaartallenindex

Symon Jansz, priester, cureit van de parochiekerk te Uytgeest, oorkondt dat Gheertruud Jacob Reymbrantszoonsdochter met haar momber Ysbrant Rembrantsz geliede dat zij verkocht heeft aan het Zylklooster te Haarlem een stuk lands geheten Wouter Gheijencamp, ende is ghelegen in den ban van Wytgeest, en hebben belent zuid: Wouter Gheryt Boeken, west: Gheryt van Oost, noord: Roedinck Amelgersz

tuyghe ende buerluyde: Jacob Willem, Lutgen syn broeder en Pieter Claesz

1460-01-08 (1459) |

Arch Kerkvoogdij Haarlem Inv no 186 fol 16 regest 177/Cartul Zeven Getijden Haarlem
Haarlem Algemeen

schepenen in Haerlem oorkonden dat Roedinck Jacobsz geliede also hij ende Fye Martyn Stapelsdochter malcander gemaect en besproken hadden in rechten tesamtente dat de langstleven van hen beiden zou behouden tot zijn dood de bruikwaar van het huis in de Zylstraat, toen belend an die een zyde: Ellinck Willemsz, an die ander zyde: Pieter Zybrantsz, afterwaerts streckende an die Raecx. En verder de inboedel etc. Terwijl verder ½ van hun goederen zou komen aan de Cantorye en de andere helft aan de H. Geest . Daar Fye Martynsdochter nu gestorven is, geeft Roedinck over tbv de Cantoryemeesters en de H. Geestmeesters alle alsulcke eygendom, bruycwaer, recht en toeseggen als hij heeft of hebben mag an den huis en erf voors. en al die ander goeden (vgl 1458-10-05, 1460-02-04)

Geryt van Adrichem en Allyn Claesz, schepenen

1460-02-04 (1459) |

Arch Kerkvoogdij Haarlem Inv no 186 fol 17v regest 179/Cartul Zeven Getijden Haarlem
Haarlem Algemeen

schepenen in Haarlem oorkonden dat Duyve Jan Claeszweduwe met haar zoon Pouwels Jansz als voogd, erkende dat de canteriemeesters en de H. Geestmeesters te Haarlem haar voldaan hebben van alle zulke erfenisse ende goeden die derzelver Duyve opgecomen en anbestorven zyn bij de dood van Fye Roedinck Jacobsz wyf, hoere nichte, daer God die ziele of hebben moet

Geryt van der Meer en Claes Lieve, schepenen

1458-10-05 |

Arch Kerkvoogdij Haarlem Inv no 186 fol 16v regest 175/Cartul Zeven Getijden Haarlem; mr Enschedé: Inv Arch Haarlem no 2153
Haarlem Algemeen

schepenen in Haerlem oorkonden dat Roedinck Jacobsz ter eenre zyde, en zijn vrouw Fye Martyn Stapelsdochter, elkaar in testament gemaakt hebben dat de langstlevende tot zijn dood zal behouden die bruijcwaer van den huis en erve dat zij nu ter tijt tesamen woenlic bezeten hebben, in de Zylstraet, belend an die een zijde: Ellinc Willemsz, an die ander zijde: Pieter Zybrantsz, afterwaerts streckende an die Raecx. Verder hun inboedel, tilbaer facelment, gelt, zilverwerk, cleijnoden en juwelen. Voorts zal na hun dood de ene helft van hun goederen komen an die canterie in die parochiekerk, en andere helft an dat H. Geesthuis aldaar (vgl 1453-08-24, 1460-01-08)

Pieter Thomasz en Jan van der Meer Gherytsz (zegel: 3 meerbladen), schepenen

1477-08-25 | Alkmaar

G.A. Alkmaar Kloosters, Jonge Hof no 51/Gedrukt dr Vangassen no 426 p 243
Jaartallenindex

scepenen in Alcmaer oorkonden dat Jacob Pieter Pietersz met zijn broeder Gerrit Pietersz als gesette voocht, erkende verkochtte hebben aan dat jonge bagynhof binnen Alcmaer, geheten St Marien zusterhuys, zulke 8 koeweiden als Jacob Pietersz upgedeelt is, gelegen in die ban van Alkmaar over dye Gheest in een zaet geheten "dat Goebloets zaet", ende hebben belent noord: Jan Splynter, zuid: Jan Willemsz, oost: Jan Heynes, west: die Bergermeer

Pieter Jacobsz en Roedinck Pietersz, schepenen

1513-05-06 | Amsterdam

G.A. Haarlem Cartul Carmelietenklooster fol 11v
Jaartallenindex

schepenen in Aemstelredamme oorkonden dat Henrick Sivertsz hoedemaker erkende schuldig te zijn aan Jan Ysbrantsz van Haerlem een losrente van 3 currente gulden (van 40 gr t stuk) op een huis en erf in de oude Brugxstege an die Oude Zyde, west: Henrick Coninck, oost: Jan Beijersz. Losbaar met den penning 18

Pieter Roedinck en Hendrik Jan Baertsz, schepenen