sceepmaker, de | 1468-08-01

Coll Aanw 240 fol 1032

Achternamenindex

Allert de sceepmaker wonende te Noirtich erkent schuldig te zijn aan heer Willem van Alkemade, ridder en Raad, 9 R gld

Alkemade, van | 1468-08-01

Coll Aanw 240 fol 1032

Achternamenindex

Allert de sceepmaker, wonende te Noirtich was heer Willem van Alkemade, ridder, Raad, 9 R gld schuldig

Baert Willemsz | 1471

Kerkelijke Rek Haarlem fol 14v

Voornamenindex

de weduwe van Baert Willemsz bruict land in Sparenwoude bij de Spierinc meer (tevoren toebehorende aan grote Pouwels sceepmaker)

Heynric Gherytsz | 1507

Kerkelijke Rek Haarlem fol 18, 19

Voornamenindex

"item dat recht van die seventuych te Wermer, die die kerck heeft gehad tegen Heynrick Gherytsz die sceepmaker heeft gecoft

1469~ |

G.A. Amsterdam Weeskamer Amsterdam 1e Inbrengregister fol 31

Jaartallenindex

goederen van Baernt, Gheryt en Elisabeth, Claes van der Mijlen kinderen [ook: van der Mije]: 2) 6 made lants toe Meerhusen, Jacob die Grebbers lant plach te wesen, 3) 8 made lants toe Meerhusen, dat Claes Heyn plach toe te behoeren, 4) 1 ½ R gld sjaers toe Oessaenden, een stucke lants, 5) 5 g R gld sjaers op Dirc Listing Claesz Brunetgins zwager, die sceepmaker toe Haerlem

1558

A.R.A. Staten van Holland vóór 1572 Inv no 1123/Quohier 10e penning

10e en 100e Penning Bloemendaal

Geryt sceepmaker tot Haerlem eigen 2 morgen 2 ½ hont, 18 K.gls

folio nummer: fol 4v

vervolg nummer: eygen huizen en landen in den schependom van Overveen

1552-12-10 | Haarlemmerliede

G.A. Haarlem Inv I no 1633/Cartul H Geest Haarlem fol 114

Jaartallenindex

burgemeesters, schepenen en Raad der stad Haerlem oorkonden dat de H. Geestmeesters in eeuwige erfhuur uitgegeven hebben aan Augustijn Steijn Jansz brouwer, onze medepoorter, 12 maden lands gelegen in den ban van Haerlemmerlede, belend noord: met t lant van Quiryn Claesz ende Jan Willemsz, zuid: Thiet Huijgendochter met Gherrit Pietersz sceepmaker ende Pieter uijten Haghe, oost: Mees Jansz ende de erfgenamen van Aef Stickels, west: die Hooftwech, om de somma van 90 Kar gld, die de voors. Augustijn Jansz gehouden is te betalen etc, onder allerlei voorwaarden. Onderteyckent: Borrits

1453-10-23 |

Inv Arch Kerkvoogdij Haarlem 186 fol 50 regest 137/Cartul Zeven Getyden Haarlem

Jaartallenindex

Jan Jan Schoelairsz [van der Haer leest ten onrechte: Scholger] oorkondt dat hij vercoft heeft den getydemeesters binnen de prochiekerk van Haerlem, een half campe lants ⅙ deel min geheten Jan Scholairscamp, gelegen in den ban van Westzaenden, belend zuid: Jan Claes Roelofsz.z, noord: Claes Claesz die sceepmaker. Hij verzoekt, daer ic op dese tijt zelve genen zegel en hebbe Pieter Willem Claesz voor hem te willen zegelen. Uit een eronder staande aantekening blijkt, dat het land op 1559-02-04, na gemeen scryven, voor 415 Kar gld is verkocht (vgl 1460-04-03)

tughen: Baernt Jansz, Geryt Gerytsz

1571-09-14 |

G.A. Haarlem Recht Arch Inv no 83 fol 49v

Haarlem Algemeen

Cornelis Cornelis d'oude Clerck, sceepmaker, poorter van Haerlem, verkoopt aan Guerte Fredericsdochter een jaarlijkse lijfrente van 7 Kar gld, losbaar met 60 Kar gld

1576-07-18 | Velsen

R.A.H. O.R.A. 954 fol 56

Jaartallenindex

schout en schepenen in Velsen hebben den coop quytscheldingsbrief bezegeld over Louris Claesz Anne in den Winter broeder opgaf tot een vrij eigen Jan Baertsz, sceepmaker, 1/9 part van 8 morgen land hem angeerft bij Griet Jansdochter, weduwe Cornelis Pietersz, daer de andere delen hebben Thonis Jansz, Jan Jacobsz, Jan Cornelisz, Ysbrant Cornelisz, Jan Pietersz, Dirck Neel [?], Cornelis Neel, Joris ende Griete Heyndriksz dochteren [!], oost: het bagynenlant, zuid: Floris Pietersz, casteleyn [op Brederode], west: de kinderen van Claes Symon Huychen, noord: de erfgenamen van Griet Jansdochter voors. Mit nog een gerecht ⅛ part van ½ me.. [?] van een morgen land, gemeen ongedeelt. in margine: gesegelt over Loueris Claesz van Haerlem

Cornelis Jansz, schout, Cornelis Willemsz Vroucht en Heynrick Engelsz, schepenen