Mathenesse, van | 1669-11-22

Berigten Hist Gen III p 128

Achternamenindex

commissie voor Gysbrecht van Matenesse tot baljuw en dijkgraaf van Rijnland, en tot de schoutambachten van Gronswaard, Poeleye, Zuidelwijk, Zevenhoven, Noorden, Nieuwenveen en Cudelstaart; eed gedaan op 27 november

1435-04-22 |

R.A.H. no 86 fol 308v

Jaartallenindex

bevelinge van het schoutambacht van der Nyerkerck op Bertout van Assendelft. Op denselven dag wordt Berthout voorn. een plackaet gegeven inhoudende dat hij in den voors. schoutambachten van Riedwijck ende van der Nyerkerck een stedehouder sal mogen setten

1443-05-18 | Akendam

R.A.H. Coll Aanw 101 Caput Kennemerland fol 10v/fol 4v

Jaartallenindex

hertog Philips beleent Oude Symon van Adrichem met die ambochtsheerschip van Akedamme, van den Hoflandt, ende van der Lede, mitten schoutambachten in den dorpen voorz, him aenghecomen ende bestorven bij dode jvr Lysbeth van Zaende, sijnre moeder. Tot een recht leen

1541-02-25 |

R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Vriesland fol 22

Jaartallenindex

Karel oorkondt dat hij na opdracht door jvr Anna van Noortich, weduwe Gysbrecht van Duyvenvoorde, haar zoon Jacob van Duyvenvoorde beleend heeft met de heerlijkheid van Opdam en Hensbroek, met de schoutambachten, thienden, swaandriften, vogelryen, visseryen en maelrie, ende namentlyk die vissery geheten die Wougmeer. Tot een onversterfelijk erfleen

leenmannen: heer Zegelyn van Alveringe, heer tot Hofwegen, ridder, mr Cornelis Jansz, Cornelis Barthouts, Willem van der Criep, Anthonne Lebucq, Jacob van Buschhuysen

1573-11-09 |

R.A.H. Coll Aanw 139 Afd Kennemerland fol 8v

Jaartallenindex

koning Philips beleent Gerrit van Schooten, priester, na dode van zijn oom jhr Gysbrecht van Schoten Gerritsz, met een jaarlijkse losrente van 100 £ Vls uit de goeden en domeynen behorende totter heerlichede van Hoochwoude, Eerstwoude ende Spanbrouck, hetzij schoutambachten, tienden, visscherijen, landen etc, als vermeld in de constitutiebrief dd 1546-05-28, gepasseerd bij de eerwaerdige Vader in Gode, onse lieve en getrouwe neve heer George van Egmond, bisschop van Utrecht. Hulde doet voor hem zijn neef jhr Adam van der Duijn, als gecoren voogd

mr Cornelis Oem, Raad ord. in den Hove van Holland, Joost van Dam, secretaris in den Hove van Holland, leenmannen

1549-06-03 |

R.A.H. Coll Aanw 252 fol 122-125v/Mem Hof van Holland

Jaartallenindex

daar tengevolge van het overlijden van Jan van Dreynkwaert het schoutambt van Dordrecht vaceert, committeert het Hof hiertoe bij provisie Willem van Dreynckaert Bouwensz. Het Hof committeert hem eveneens het schoutambacht van 8 dagen binnen Dordrecht. Nogmaals: deze laatste benoeming is ook bij provisie, 6 juni; 6 juni: aan mr Cornelis Suys, Raad ordinaris bij het Hof wordt opgedragen om Willem te beedigen. Uit een marginale aantekening blijkt dat Willem de beide provisionele schoutambachten weigerde te aanvaarden, waarna de vorenstaande brieven zijn geexpedieert op Joost van Bijn, wonende te Dordrecht, 11 juni

Cralingen, van | 1407-01-21

Reg Rotterdam en Schieland no 1663

Achternamenindex

Margaretha van Bourgondië belooft namens haar man die buitenslands is, heer Gillys van Cralingen schadeloos te zullen houden van hen die enige brieven hadden van wijlen heer Willem van Cralingen, zijn vader, of van hemzelf met betrekking tot gelden geleend op schoutambachten of andere ambten die zij ten tijde van heer Willem hebben bediend in haar baljuwschap van Delfland en Schieland

1521-07-13 |

R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Kennemerland fol 28, 28v

Jaartallenindex

leenmannen van Holland oorkonden dat jvr Marie van der Colster Jacobs van der Colstersdochter, weduwe van Pieter van Ruyven, met Jacob Heindricsz als haar gecoren voogd, overgedragen heeft tbv Gerrit van Suylen van Nyvelt, huere dochter soon, die ambochtsheerlijkheid ende dagelics gerichte van Heyloo ende van Oesdom, mitten schoutambachten aldaer, mit allen pruffiten, bruecken, boeten en vervallen, uitgenomen die molen, wint ende gruijt. Daer jvr Marie overmits outheyt en crancheyt van lichame selve niet wel reysen en mach, verzoekt zij om Gerrit hiermede te belenen tot een onversterfelijk erfleen, zoals zij en haar ouders die gehouden hebben. Op 1521-11-21 wordt Gerrit hiermede beleend tot een onversterfelijk erfleen

leenmannen: Joost van den Hove, Gerrit van Sperwoude; 1521-11-21: Vincent Dammas, clerck ord. v.o. rek. in den Hage, mr Cornelis Anthuenisz, secretaris in onser camer van onsen rade aldaar, Anthuenis Kievit Jansz

Berkenrode, van | 1475-1476

Rek Rentmeester Kennemerland

Achternamenindex

Gheryt van Berkenrode: (907 fol 28 ?, 49v) ontvangt voor verhogingen van het bod op de volgende schoutambachten: - 27 verhogingen op Wormer en Jisp, 4 £ 10sc, - 22x op Aalsmeer, 3 £ 13sc 4d, - (fol 50) 4x op Uitgeest, 13sc 4d, - 4x op Groede 13sc 4d, - 4x op het clercambacht van Beverwijk, 26sc 8d, (fol 58v) - 18x op het schoutambacht van Westzaan en Crommenie, 3£; 1476-1478: (908 fol 31) ontvangt korting op zijn pacht, betaalt 9£ -sc 8d

1551-10-23 (2) |

Ms Opstraeten v.d. Molen III fol 603-616

Jaartallenindex

vervolg: hieruit gaan als lasten: 1) een lijfrente staende te lijve van broeder Claes, innocent, gehijpothequeert op de goederen in Swijndrecht, 36 Kar gld; 2) een lijfrente staende te lijve van joffr. Walraven van Assendelft, de voors. here van Goudriaensdochter, 200 Kar gld; 3) een losrente den penninck 20 tbv Gerrit van Assendelft, des voors. here van Goudriaens jongste zoon, 300 Kar gld sjaars. Hierenboven heeft here Gerrit here van Assendelft, van Eemskerc, ridder, etc, eerste Raad des Keijsers presiderende in Holland na zijn overlijden belooft aan zijn neef jhr Otto: 1) de vrij heerlicheijt van Assendelft, met hoge, middelbare en lage jurisdictie, boeren [?], visserijen, molen, wage, recht van versterfte, boeten, breuken en andere confiscatien, leen an de Grafelijkheid van Holland; 2) die hofstede van Assendelft daer dat oude slot op gestaen heeft, met graften, cijngelen, manschappen, collatien van 2 vicarien en alle toebehoren, de smaltienden van Assendelft, leen van de burggrave van Leyden, samen waerdig 650 Kar gld sjaers; 3) die hofstede van Haerlem daer dat sloth op gestaen heeft, gelegen tot Eemskerck, met dat opperhoff ende nederhoff, met dubbelde grachten, met cyngelen ende daer binnen met hooghe, middel en laege jurisdictie, met manschappen, collatie van 5 beneficien. Ende behooren noch tot de voors. hofstede omtrent 129½ morgen lants, te weten een saijlanden over de 23 morgen, aen weijlanden 52 morgen, en aen hoylant 50 morgen, behalve dat hooghe hoff ende nederhoff, groot 5 morgen; 4) die heerlicheden van Eemskerc ende van Castricum, met schoutambachten, cijnsen, ertingen van dycken. De ½ van alle boeten, breucken en confiscatien, met collatien van kercken en costereyen, die hoffstadt van Cronenburg daer dat sloth opgestaen heeft, gelegen in den dorpe van Castricum, met grachten, cijngelen ende boomgaert met collatie van 4 vicarien, en met 10 morgen lants, al te samen tot een onversterfelijk erfleen gehouden van mijn heer den prince van Orangien als here van der Lecke, ende den voors. here van Assendelft aengecomen ut partagie van broederscheydinge, ende is jaerlicx waerdich 1200 Kar gld; 6) dat huijse ende sloth van Assenburch oock tot Eemskerc gelegen, met grachten ende cijngelen, met hooghe, middel ende laege jurisdictie, met boomgaerden, recht van duyfhuijs, swaendriften en collatie van drie vicarien; 7) 61 morgen lands gelegen omtrent den huijse ende in den dorpe van Eemskerc, 7 morgen tot Castricum, 4½ morgen in Wyckeroog; 8) noch behoren tot de voors. huyse van Assenburgh de visserije van de sluijse gelegen in Wyckerdijc. Twee blocken tienden in Wijckerambacht, 6 hoet gerst uit de tienden van Castricum, jaarlijks waardig 700 Kar gld