13 resultaten

1434~ |

Coll Aanw 204 fol 434v/Mem Rosa II fol 161v
Jaartallenindex

hertog Philips oorkondt dat Jan Hugen sterken Jansz hem opgedragen en overgegeven heeft die costerie en schole van Hem, gelegen in onsen lande van WestVriesland, tbv Jan Stercken, zyns zoens. Die welcke hem voirtyts gegeven is geweest by sa. hertog Albrecht. De hertog geeft Jan Starcke Jansz voors. deze costerie en schole. Datum ontbreekt

1424-02-01 | Kennemerland, Haarlem

Van Riemsdijk: Rechtspraak Graaf van Holland I no 148/Memoriale XIV fol 8v
Jaartallenindex

hertog Johan doe cond allen luden, want Geryt van Alcmade van onsen mannen in der vierschare tot Haerlem mit recht ende vonnisse in der bailuwscip van Kennemerlant en Vrieslant gewyst is, soe hebben wij hem geloift en geloven mit desen brieve dairin te houden ende te stercken mit den rechte tegen enen yegelycken die hem dair in hinderen off deren wilden alsoe lange als hij die bailuwscip voirs van onser wegen bedyenen en verwaeren sal. Sonder argelist. Datum Haghe

1351-12-16 |

A.R.A. Copie Leenkamer no 32 fol 13/Reg E.L. 23 fol 9v
Jaartallenindex

hertog Willem oorkondt: dat wij georloft hebben mit desen brieven den Oest Vriesen onsen vianden die jegens ons bevreet syn veylich te varen ende te keren binnen onsen lande twisken Oist Vriesland ende Haerlem, ende hoir Marcken te versoecken binnen onser stede van Haerlem ende en twischen wair dat zij willen, ende wair dat sake dat hem yemandt misde, dat souden wi houden an syn lyf en an sijn goet. Ende ombieden allen onsen rechteren die hier twischen geseten sien, dat si onse gebot hier in stercken, en dit sal dueren ¼ jaars na onsen werderseggen. Per commune consillum villarum Delf, Leyden, Aemstelredam, Alcmaer

W. Heerman

1404-09-21 |

R.A.H. Coll Aanw 48 fol 82/Reg 1401-1404 fol 60v
Jaartallenindex

hertog Albrecht consenteert en confirmeert met desen brieve al sulcke verlijinge als Jan van Zaenden tot anderen tiden gedaan heeft Simon van Zaenden, sinen broeder ende sinen rechten leenvolger, als van 9 Eng nobels per jaar, van hem voirt te leen te houden ende jaerlix te bueren uten tiende van Groede, die Jan van Zaenden in sinen levenden live van ons als van enen overheer van denselver tiende te leen helt, ende geloven Yde Symonsdochter van Zaenden in denselven renten te houden en te stercken naer inhoud des brieves daer deselve Symon, hare vader, mede verlied waren

1422-10-28 | Assendelft

Arch Marquette 1106 no 62/ Cartul Assumburg
Jaartallenindex

gravin Jacoba oorkondt "dat voir ons gecomen is onse getrouwe Heere Bartout Heere tot Assendelft, ende heeft mit onse hant gemaickt in rechten duwarien ende lijftochten onsen geminden Vrouwe Margariete van Cralingen, vrouwe van Assendelft, sinen wettachtigen wive, 50 gouden Beyersche guldens, alle jaar op te beuyren ende te ontfangen na sijnre doot uyt die gaette van de visscherye van den Nyeuwedam die hij van ons te lien hout, in welke duwarien ende lijftochte wi Vrouwe Margriete voirs geloeft hebben te houden ende te stercken nae rechte ende costume onser landen, daer die voirs. visscherije gelegen is. Hier waren over bi onse lienmanen (!)". Gegeven in den Haeghe op St Simon en Judadach 1422

leenmannen: Heere Eedwairt die bastaert van Hollandt ende Reyner Jansz

1426-06-24 |

Van Mieris IV p 843/Commissiones B.R. Bourgonje 1425/2/Cas N fol 45v
Haarlem Algemeen

op St Jansdach Baptiste te Midzomer vercoft myn genadigen heer aan Doeve van Riedwyk [er staat: Vredewyk] alle die goede van Clais Jansz die molemaker, poirter van Haerlem, roerende en onroerende, mits dat dieselve Clais voor Hairlem mitten Kenemers mede lach, ende hij gevangen wort, ende op zijn zekerheijt hem dach gegeven wordt ende niet inne en quam. Ende myn heer geloeft voor hem etc, aan Doeven en zijn erven daarin te houden ende te stercken ten ewigen dage, daar die tresorier voir ontfanghen heeft tot myns heren behoef 100 scilde

1443-11-23 |

Arch Marquette 1106 no 69/Cartul Assumburg
Jaartallenindex

hertog Philips oorkondt dat voor zijn gouverneur en leenmannen "gecomen is onsen geminden Gheryt van Assendelft, ende heeft gemaickt mit onse hant, in rechten duwarien ende lijftochte, onsen geminde Dirck van Assendelft sijnen vader, 100 Engelsche nobelen van vijf thalven Engels elck stuck wegende of payment haire waarde, alle op te bueren en te ontfangen vuyt die vrije heerlickhede van Assendelft, dat hi van ons ende van onse Grafflickheyt van Hollandt te leen heeft otnfaen, soe hebben wi geloeft ende geloeven mit desen brieven, voir ons ende voir onsen nacomelingen den voirn. onsen geminden Dirck van Assendelft in der duwarien en lyftochte voors. te houden ende te stercken, sijn leven lanck gedurende, tegens eenen ygelicke die hem hinder oft letsel dairin doen wilde, nae zede ende costume ons land dair die voirnoemde goede gelegen sijn, alsoe verre als wi van rechts wegen sculdich sijn te doen"

hier wairen bi ende over onse getrouwe Rade ende leenmannen: Heeer Lodewijck van Montfoirt, Heere Arent van Gent, ridder, Boudijn van Sweeten, Jan van der Mije, Bartelmeus Pertant

Hellu, van | 1340-07-31

Akten Gelre Zutfen 1107-1415 p 245, 246
Achternamenindex

Adelysse van Herwijnen oorkondt dat zij op verzoek van Gysbrecht Roelofsz, de helft van de tiende die gelegen is in het gericht van Herwijnen, tussen Vadersstege en het gericht van Vurn, behalve de tiende des papen van Vurn, beleent "daer se Jan die Vaijg heyt verlien ende waerr hij niet, daerre se Jan van Hellu heyt verlien Vaerr hij niet daerr, sou Jan van Herwijnen het verleen off sijn erftgenamen, behaudelic heren Johan Canssen alle sijnre brieve, die hij op dijt voerrs goijt heeft"

mannen: Jans van Hellu en Jans Stercken

1429-09-25/26 |

Thesauriersrekening Haarlem 1429-1430 fol 75, 102v, 105v
Haarlem Algemeen

dachvaart naar Leiden: die ghaven onse goede lude voirscr (schout, schepenen, vroedschappen etc als afgevaardigden van Haarlem) den heren van den Rade ende den hoghen hyemraet op tie tijt mede te kennen hoe dat die van Aemstelredamme een overtoom bestonden te maken an den Heilighen wech ende dat men dair veel goets voerde ende overscheepte, dat also van outs niet en pleecht te wesen ende dat niet en behoirde, ende begeerden hierop samentlijc an den heren van den Rade ende an den hogen hyemraet van Rynlant dat sij der stede van Haerlem wouden houden helpen ende stercken in horen ouden rechten, wanttet die stede van Haerlem niet en stonde langher te liden. Dair die hyemraet op antwoerden ende seiden dat sij der stede van Haerlem ymmer doen wouden wes sij him dairin sculdich waren te doen, ende seiden oic dat sij s anders niet ghevaren en wouden hebben mit enighen schepen noch goeden dan men t van outs pleecht te varen ende soude moghen dan mit redeliken schuijten die varen mochten mit vele [volc ?] ende mit ghenen anderen goeden gheladen; (fol 102v) een bode van Haarlem gezend "op ten Nuburch an den bailiu van Scermer"; (fol 105v) op 5 Dec. Hubert messagier gesent an den Heyligenwech om te bezien of die palen [?] in Costverloren opgehaalt waren of niet, en was ut een dach, 6sc

1530-06-18 |

R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 133-135v, 138, 140v
Jaartallenindex

Karel etc oorkondt dat ons van wege onse lieve en getrouwe Raet in onser camer v.d. Rade in Holland mr Willem Pynssen vertoond en te kennen gegeven is, dat hij tot een onversterfelijk erfleen houdende is een stucksken lant groot min dan 2 morgen, gelegen aan de oostzyde van onze stad van Alcmaer, genoemt de hooffstadt van Hoog Torenburgh, met een thijns gelegen in den ambacht van Heyloo, jaarlijks waardig zijnde den selven tyns tussen 3 en 4£ van 40 gr Vls, dat in den jare 1528 l.l. gebeurt is die van onsen voors. stad van Alckmaer om heure stadt te stercken tegens invasie van onse vyanden, dit selve stuck lants genoemt Hoogh Toorrenburg deur gaenen ende heuren stadwal vesten ende graven daerdeur geleyt hebben, soo dat t selve lant hem thoonder heet Tongenburgh [= Toorenburg] gemaect ende totter stadtvestinge geappliceert is als vooren. Twelck den suppliant leet is ende hadde sijn lant ende leen liever in wesen gehouden gelyck te vooren was, maer hij heeft t moeten gedoogen, want het in den tyde van oorloge gebeurde ende tot sterckinge onser stadt als voirs. is. Alkmaar presenteerde hem zyn schade te gedogen. Hij repliceerde dat hij dat pas accepteren kan als het leen hem ten eygen gegeven is, waarom hij nu vraagt. Na advies van de rekenkamer e.a. wordt hem dit toegestaan indien hij hiervoor eigen goed als leen opdraagt. De Grote Raad beveelt aan iedereen deze "ruil" te accepteren. Nogmaals dezelfde akte op fol 138, waaruit nog blijkt dat de tyns te Heyloo waardig is 3 à 4£ sjaars, en dat de stad Alkmaar dit leen in 1528 tot stadveste gemaakt had. Op 1530-09-06 beleent Karel hem met de 6 morgen land te Ryswyk die hij opgedragen heeft. Nogmaals deze akte op fol 142

1530-09-06: present Cornelis Barthouts, Simon van der Does, Willem Jansz