33 resultaten

1525-06-08 |

Ms Opstraeten dl III fol 1406/Gaasbeek
Jaartallenindex

Cornelis Harmensz: 6 morgen tot Cothen. Noch andere 6 morgen. Dese 12 mergen voorn. strecken van de Hoge Cotersche wegh tot aen de Wyckerslootsche wegh. Heergewade van de laatste 6: 3 £ goet gets

present: Ot van Derthesen, Gerrit Jacobsz in den Enge

1448-07-12 |

R.A.H. Coll Aanw 516 A fol 150/Leenregister Egmond A
Jaartallenindex

de heer van Egmond beleent na dode van Rissent, dochter van Dirc van Alfen Hughenz, haar leenvolger Martyn Willemsz met 3 morgen lands, die strecken van Loesduijnrelaan ende an die meynte (vgl 1410-11-13)

mannen: onse hofmeester Gerrit Pietersz, Dirc van Rietwijc

1410-01-08 | Mathenesse, oud

Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 75/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex

ick Adriaen van Mattenesse doe cond dat ick den Zartoysen by St Gheerdenberg vercoft hebben 2 ½ morgen lands die heer Philips van der Spaenghen, myn zweeder, mij te hijlick gegeven heeft, die gelegen zijn in den ambacht van Oude Mattenesse en strecken van den Groenenweghe tot Jacob Henricsz werve toe, langhes den wege van Mattenes. Bezegeld met myn zegel anno 1410 des Dinxdages na Dertiendach

Arkel, van | 1401-01-14

R.A.H. Coll Aanw 105 Arkel fol 51v
Achternamenindex

Jan van Arkel oorkondt dat zijn neef Wouter Coevoet van Boenendael zijn vader verloren heeft in zijn dienst. Er heeft en zoen plaatsgevonden met de heer van Vyanen door Volprecht de Jonge, daarom wordt Wouter beleend met land in Haestrecht gelegen tussen Hoencopershuijse en heren Gerijts tienden van den Vliet, strecken uijter Ysele afterwaerts al langes an Hooncop

mannen: Volprecht die Jonge, Otto van der Poirte, Jan van Winsen

Sterke | 1419-12-12

A. Erens: Oork Klooster St Catharinadal Breda no 250
Achternamenindex

Wouter Jan Sterckenz is schuldig aan Gerijt Degijs (?) Mercelysz.z. 13 sch 6 penn erfcijns uit een huis en erf dat Gerijt gekocht heeft, gelegen op de Hagedijk bij de Ghempelpoort, tussen Jan van Hessel en Gerijt, "behoudelic altoes Wouteren vors. sinen voerywech te hebben ende te behouden strecken van der cameren die naest den merck[t]en staet ter merck[t]en toe"

1564-09 (3) |

Cartul Raamsdonk anno 1518 fol 25/Cartul St Geerdenberg
Jaartallenindex

schoutet in den ambacht van Drimmelen van de heer van Nassau en heemraden aldaar oorkonden dat Alyd Jacobsdochter, weduwe Adriaen Aertsz met haar gecoren voogd, en heer Reyner Ariaen Artsz, priester, met zijn gecoren voogd, met zijn broeders Art ende Jacop, deszelfs Adriaen Artsz zonen, overgaven aan Cornelis Heijsz, ½ van een weer lants gelegen in den ambacht van Drimmelen, in Kyfhoeck, gemeen en onderdeelt met Wouter Mathysz. De welke Adriaen Aertsz vercregen hadde bij coop van de erfgenamen van Merten Anthonisz, zuid: enige van de erfgenamen van Henrick Montens met haar erven, noord: de Chartreusen buiten St Geerdenbergen met haar erve, west: ter halver vaart toe, oost: streckende gelyck die weeren aen beide zyden strecken. Gaven mede over ½ van een stuk lands, liggende onverdeelt mette voors. Wouter Mathysz, in Kyfhoeck, noord: Henrick Montens erfgenamen met erve dat zij verkregen hebben van wijlen Goyaert Anthonisz, zuid: de Chartreusen, west: ter halver vaart toe, oost: streckende gelyk die weeren aan weerssyden strecken. De voorn. weduwe en kinderen beloven Cornelis Heijs vrijwaring. Nota: dit land is ons over getransporteerd van deselve Cornelis Heijs in der tyt wesende onze rentmeester die hetzelve tbv het convent cofte

bezegeld door Michiel Petersz, als schoutet en tevens ter bede van de heemraden

1630-12-11

R.A.H. O.R.A. 1076 (1066 ?) fol 72v
Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat Hendrick Pietersz van Dijck x Trijntgen Borrits, voor ⅔ het zuijder ende noorder, ende Gerrit Nannincksz Deijman voor het middelste derde part, transporteren aan Willemtge Jans, weduwe van Ameet van der Knocke, een bleyckery leggende aen 3 velden met het weijtlant ende boven croft strecken aen de Heerewech, in de ban van Tetrode, ende bij haer gebruijct, belend noord: Dirck Willemsz van Santvoort, en Dirck Fransz tesamen, zuid: die memorye tot Haerlem en Wynant Adriaensz, oost: die Barnarditen tot Heemste, west: die wildernis. Belast met 1 st 1 penn Brederodes erfhuur. Koopsom 7500 gld

Jan Jacobsz Dickman, schout, Gilliaem Bossu en Dammis Pietersz Tetro, schepenen van Tetrode

1540-12-16 |

R.A.H. Coll Aanw 123 Caput Asperen, Altena fol 3v
Jaartallenindex

compareerde Ypolitus Parsijn, advocaat voor den Hove van Holland als gemachtigde van heer Maximiliaen van Heurne, ridder, en verzoekt belening met de heerlijkheden van den lande van Altena, hoog- en laag gerecht, de stad van Woudrichem en het slot van Altena, zoals wijlen grave Jan van Heurne dat bezat. De stadhouder constateerde echter dat er over de goederen tussen nu wijlen de grave van Heurne en de Procureur Generaal voor de Grote Raad van Mechelen in cas d'appel. Derhalve is bij de stadhouder geconsenteert acte om hem te strecken daer en alsoo dat behoort gedurende t voors. proces (vgl 1540-12-01, 1543-03-01)

leenmannen: heer Gerrit van Poelgeest, heer van Hoogmade, ridder, Cornelis van Zwieten, Willem van den Criep

1381-08-22 |

Cartul Zijlklooster Haarlem fol 112
Haarlem Algemeen

scepenen in Hairlem oorkonden dat Mathijs die messemaker geliede dat hij gegeven heeft in rechter aelmissen ende puerliken omme Gode, voir hem ende sinen wive Zuwe, den zusteren van der derde oirde St Franciscus, woenachtich bi den Sijl, 1 £ Holl payments sjaers op Wigger Claesz huis ende erf gelegen over die Spaerne, tusschen Jan Pieter Grietenz.z op die een zijde, ende Pieter Claesz an die ander zijde, streckende voir van der strate afterwerts an die Afterstrate, hoirre tweer memorij ende jarichtijt jaerlix mede te doen van den susteren voirs. off die namaels daer wesen sullen, den pape die hem dair misse doen sel mede te loven also verre als dat gelt jairlix strecken sal

Hobbe Hone en Dirc van den Hoeke, schepenen

Herlaer, van | 1504-08-31

Coll Aanw 111 Caput Z.H. fol 207v, 208
Achternamenindex

certificatie van de graaf van Egmond als stadhouder dat op 7 juli jl "jvr Johanna van Haerlaer met goeden rypen deliberatiën, hebbende haar vijf zensen, hoewel zij cranck was, in gevolge de twee octrooien dd 1502-04-08 om te mogen disponeren over al haar goederen erven en leenen, erkende schuldig te zijn aan Aernt Spierinck van Wel, drossaert en ruwaert van den lande van Altena, zekere som gelds. Hiervoor legateert zij hem nu zekere tiende gelegen tot Hardinksveld aengaende van de Schaluynse sloot strecken voort totter Booterdijk (ander fiche: Beelerstege) toe" (vgl 1499-04-06, 1504-12)

t.o.v. leenmannen: Reijer Willemsz van den Brugge, schout van Woudrichem, en Roelof Hugenz, poorters en inwoners van Woudrichem; get. Gysbertus