1421-01-02 (1420) | Uitgeest

R.A.H. Coll Aanw 56 fol 14v/Reg in Beyeren IX fol

Jaartallenindex

verliede mijn Heer Roedynck Symonszoon een huys mitte hofstede daer 't op staet gelegen in de banne van Uytgeest, streckende van de smalle wege uytgaende aent Meer, te houden ten erfleen, binnen aftersusterkint niet te versterven

1421-01-07 (1420) | Beverwijk

R.A.H. Coll Aanw 56 fol 13v/Reg in Beyeren IX fol

Jaartallenindex

verleyde myn Heer Willem van Schoitte Symonszoon een halve uterdyck gelegen in den ban van Beverwijck, daer Dirck Floriszoons erfgenamen twederde off hebben ende daertoe die eene helft van 's Bloiten landen gelegen in den ban voors. te onversterfelijk erfleen

1421-04-24 | Hoge Venen

R.A.H. Coll Aanw 56 fol 49v/Reg in Beyeren IX fol 26

Jaartallenindex

Jan Symonszoon is verleyt ende hem aenbestorven zijn bij doode zijns vaders een huys ende een hofstede mit een venne lants daerbij gelegen ende leggende syn in Hoge Venen. Tot een recht erfleen (brief van hertog Albrecht te Zierikzee 1368-03-31)

1420-12-07 |

R.A.H. Coll Aanw 56 fol 18v/Reg in Beyeren IX fol ..

Jaartallenindex

hertog Johan beleent Floris Symonszoon met alsulke 6 mergen lants als hij leggende heeft optie hoeve van ….. in Lijerambacht. Ten rechten leen, als zijn oude brieven inhouden. Johan beleent Margriete Floris Symonszoons wyff met alle alsulcke goede als zij van de grafelijkheid houdende is. Ten erfleen

1330-10-31 |

R.A.H. no 32 fol 81v/Reg EL 39 fol 23v

Haarlem Algemeen

graaf Willem stelt mr Floris Symonszoon van Haerlem aan om de timmeringe van onsen burghen, husen ende molen in Kennemerland en Vriesland te verwaren, tot zijn wederzeggen, jaarlijks om 5 £ en een paer cleder, ende als hi timmerd in onse werc, soo sal hi hebben dages 18 penn. Holl op syns selfs cost

1440-08-16 | Wognum

R.A.H. Coll Aanw no 100 fol 159v

Jaartallenindex

hertog Philips beleent Haze Dirc Hermanssoonsdochter met 2 ½ morgen lants in onsen banne van Wognem buyten den somerdyck op ten Meer, daar naast gelant syn jong Dirck an die noortsyde, zuid: Jacob Heert, haer aangekomen bij dode van haar vader Dirc Hermanszoon. Tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een rode sperwer of 13 oude Vlaemse gulden daarvoor. Hulde en manschap voor haar doet haar geechte man ende voocht Bertelmeus Symonszoon

1485-02-13 (1484) | Heemskerk

R.A.H. Coll Aanw 108 Caput Kennemerland fol 8v/Reg Max. Philips fol 3

Jaartallenindex

Max. en Philippus belenen mr Gerrit Heermanszoon, priester, met een kamp lands gelegen in den ban van Heemskerck, geheten den bedolven camp in Wolfaerdingermade, streckende zuid: Reijgersmare, noord: Geryt Brechtszoens made lant, oost: Henrick Geritsz kinder lant, west: Claes Symonszoon kinder lant, hem aanbestorven bij dode van zijn vader Heerman Boudynsz, denwelken dien aengecomen was van zijn oom Heer Huijge van der Burch, priester, en overleedt sonder brieve van verlijdinge dairof te nemen. Tot een onversterfelijk erfleen'te verheergewaden met een pond Holl. Voor hem doet hulde mr Geryt van der Mije, zijn gekoren voogd in dezer sake

1517-03-23 (1516) |

A.R.A. 490 no 283/Sent. Hof van Holland

Jaartallenindex

erfgenaemen van wijlen Dirick Claes Corffszoen als genoempt Dirick Symonszoon impetranten aen d'een zijde, ende Geryt van Warmont, gedaichde aen d'ander zijde, allegerende de voors. impetranten dat zyluyden vernoemen hebbende na den overlijden van den voors. wijlen Dirck Symonszoen dat de voirs. gedaichde bij suuster [?] wege brieve van coop gecregen hadde van denselven Dirick van sekere landen gelegen tot Castricom, waerdich wesende jaerlicx 15 Rinsgld zonder echter iets betaald te hebben, tengevolge waarvan de koop te achten is als van nul en geenerlei waarde. Mocht het Hof meenen dat de koop goed was, dat zij dan als vrunden ende magen huere naistinge hebben binnen sjaers. Het Hof verklaart libel van den impetranten inpertinent en innept en absolveert gedaagde van deze instantie

1535-01-04 |

Arch Marquette 1106 no 316/Cartul Assumburg

Jaartallenindex

schepenen van Alkmaar oorkonden de overeenkomst van de gebroeders Jan Jansz, baljuw van der Nyenburch, Willem Jansz, schout van Alkmair en mr Jeronimus Jansz, priester, met de heer van Assendelft en Jan Heynricxz over de betaling van losrenten op de goederen afkomstig van Willem Adriaensz Backer, onderling verdeeld bij acte dd 1529-01-02 (1528), waarbij zij malkanderen belooft hebben gelyckelicken te dragen alle alsulcke renten als op die goeden van den voors. Willem als doe staen mochten ofte noch op souden mogen commen. Ende soe naederhant bevonden is dat mr Heynrick Aelbrechtsz, secretarius des abts van Egmond, sprekende heeft een rente van 12 Kar gld sjaars ter lossing den penning 16, specialyk geypotequeert op zeeckere landen gelegen tot Scoerl ende Groede, binnen ende buyten die slaeper, van den voorn. Willem gecommen, ende den voors. Heere van Assendelft angedeelt, waardoor deze nu verplicht is de verschenen en nog verschijnende renten hiervan te betalen en deze heer het voornemen heeft deze losrente te lossen, dragen zij hun aandeel in deze lossing bij door genoemden heer verschillende sommen kwijt te schelden

Phillips Roucxz, Dirck Symonsz van Neck en Yeff Symonszoon, schepenen

1454-07-01 | Akendam, Haarlem

G.A. Haarlem N 184 no 22/Cartul Leprooshuis Haarlem

Jaartallenindex

Baerthout Hughenz, scout in den ban van Adickendamme, oorkondt dat Alyt Arent Arentszoons [lees: Arent Florisz, zie o.a. 1458 op St Odulfsdach] weduwe met haar zoon en momber Dirck Arentsz geliede dat zij verkocht heeft aan Gheertruid Pieter Janszoons weduwe 1½ mad lands gelegen in die Oestercampe in 4 maden in den ban voirs, ghemeen ende onderdeel mit Alijt Arentsweduwe mit horen kinderen, mit Lysbet Florys Arentszoonsdochter ende met Zerick Willemsz, ende belent hebben oost: Jacob Meynaertsz, west: die zeven ghetiden binnen Haarlem, zuid: Alijt Arents weduwe voirs met horen kinderen ende noord: Velserlane (vgl 1440 St Gheertruidendach (1440-03-17) en 1458 op St Odulfsdach (1458-06-12)) [Alyt Arent Florisz weduwe verkoopt de Oostercamp aan Geertruid Pieter Jansz weduwe]

Gheryt Symonszoon ende Jan Diricxz, schepenen in de ban van Akendam, bezegeld door de schout