4 resultaten
Dalem, van | 1475-10-01 - 1476-09-30
Rek Rentmeester van het land van Arkel no 2211, fol 18
Achternamenindex
van de heerlijkheid Daelhem bij Gorinchem, omtrent 700 morgen land "die zeer leege zijn, ende die men niet en besaeijt dan in droige jairen, ende geregeert wardt mit eenen schout, scepenen ende eenen clerck, ende dair in begrepen zijn omtrint XIV bewoende hofsteden, toebehoiren die partien van demeynen hier na volgende als Medaert van Maerle pachter van derselver heerlicheijt overgegeven heeft"
1476-03-23 |
Bijdr Bisdom Haarlem dl 16 no 149/Cartul Zijlklooster Haarlem
Jaartallenindex
leenmannen der grafelijkheid van Holland oorkonden dat Jan Jansz van Geervliet geliede dat hij verkocht heeft aan het Zijlklooster te Haarlem dat rechte ¼ deel van alle den parcheelen van landen die hierna genoemt ende bescreven staen, dairaf die ander ¾ deelen van den parcheelen van landen die hierna genoemt ende bescreven staen, den selven convent toebehoiren: 1) ¼ deel van die groote ven, gelegen in den ban van Lymmen in Lymmercoich, belent zuid: dat clooster tot Egmondt, noord: Claes Claes Pietersz.z, west: die pastoir van Uytgeest, 2) ¼ deel van een stucke lands gelegen bij Castrickommersluijse, dat belent hebben noord: Jan Claesz ende oost: Jan Pietersz, 3) ¼ deel van een cleijn oetterdyck gelegen in den ban van Lymmen voors, belend zuid en noordoost: Claes Claes Pietersz.z, west: die Vaert, 4) ¼ deel van een stucke lants gelegen in den ban van Uytgeest geheiten Polsbroucxlant, belend noord: Meynaert Boone, west: mr Willem van Wyck ende Reijer van Wyck, gebroederen, zuid: dat lange lant ende oost: die wech. Jan Jansz van Geervliet erkent zich voldaan van dit ¼ deel
Lambrecht Claesz en Jan Jacobsz, leenmannen, met hun zegels
1467-10-20 | Tetrode
Arch Grote Gasthuis Haarlem Inv no 38/1 no 73/St Elisabethsgasthuis Haarlem
Haarlem Algemeen
Willem Willemsz, schout van Tetrode en Aelbrechtsberge, oorkondt dat Gerijt Steffensz geliede dat hij verkocht heeft den gasthuismeesters van St Elisabethsgasthuis alle perceelen land die Dirck van Lisse placht te bezitten: 1) dat weylant met toebehoren, gelegen in den ban van Thetrode ende belent hebben noord: Geryt Steffensz, zuid: Pieter Albout en Jan van Wael, oost: Willem Jan Kerstantsz en Jan Roenberch, westwaerts streckende an den geest ende zinen notwech die laen die langes die weteringe gaet van desen voorscr lande; 2) een acker in den Parrick ["de Parck"] mitten bergen en zijn toebehoren, gelegen in den ban van Thetrode, 3) die Corte Bloeck mit zyn toebehoiren mitten bergen gelegen oock in den ban van Tethorde, westweerts streckende an den Heerwech. Belast met 5sc sjaers op de akker in de Parrick en op de 2 bloken
Adriaen Jacopsz en Jan Willemsz, schepenen
1491-05-14 |
R.A.H. Coll Aanw 108 Caput Arkel fol 85v/Reg Max. Philips fol 27, Caput Heusden no 1,2,3 en 4
Jaartallenindex
koning Max. en Philips beleenen Willem van Mairle Meedairtsz met de leenen hem aangekomen bij doode van zijn vader Meedairt van Mairle, te houden van hen als heeren van Arkel; 1) heerlijkheid en dorp geheeten Ottenlant in Alblasserwaert met hoge en lage gerechten met die helft van der thyns, thienden, excysen en toebehooren tot een onversterfelijk erfleen, behoudens jvr Lysbeth van der Air weduwe van de voirs. Willem Medairt haer douarie daaraan, naar uitwyzen van de andere brieve in dato 1489-09-13; 2) ⅔ deel van eenre tiende gelegen in Schimmenoirde streckende van der Staden tot Twisschelt toe, sonder thijns en met 6 roeden dijcs gelegen an der Lingen, dairt blockhuys plach te staene, tusschen den dijck des lants van Dalem ende Dierick Roulofsz, met 2 paer oude swanen te houden in der heerlijkheid van Dalem totter voirs tiende, tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een stoop Rijnwijn of de waarde daarvan; 3) een huysinge ende erve mit sijnen annexie ende toebehoiren als Medairt voirs. hadde staende tot Gornichem, streckende oost ende west van der Haven recht uyt tot die stadt erve achter die muyren tot tusschen Claes Tillemans, Wouter Aelbrechtsz en Martyn Janszoons erve gelegen aen die zuidzijde, Henrick die Zwarte, Coen van Zwolle, Adriaen Snoucken en Medairt van Mairle voirs. erfnamen aen die Noordzijde tot een recht erfleen, te verheergewaden met een pont goeds gelts; 4) die thiende gelegen in Dalem, onderdeelt met Heer Willem van Ysendorens erfgenamen, streckende van den hogen weg totten Spycxen lande toe, ende ¼ deel van der tiende in Dalem ende ⅓ deel van de tiende int oudelant in Dalem, tot een onversterfelijk erfleen. Teverheergewaden met een paar witte handschoenen
getuigen o.a. Floris van Wyfvliet