12 resultaten
Clenck | 1628-10-02
Not Arch Amsterdam 397 fol 497, 587, 590, 632, 640, no 398 fol 44 notaris Nic. Jacobs
Achternamenindex
insinuatie namens George Everhard Clenck aan Marcus, Jan en Daniel de Vogelaer; 1628-10-20: hij verzoekt overlegging van de boeken van genoemde personen, hetgeen zij toestaan op voorwaarde dat het gelegde beslag opgeheven wordt
1547-11-11 |
Nieuwe Inv Huisarch Almelo regest 69
Jaartallenindex
Johan van Vlodarp, gezworen richter in de heerlijkheid Almelo, oorkondt dat Henrick van Rechteren heer tot Almelo en zijn vrouw Walrave van Rossum aan Diederick van Bedtber, richter te Delden en diens vrouw Jutte toestaan, de rente van 50 mud rogge sjaars, vermeld in de akte dd 1457-11-19, voortaan met 36 R gld te voldoen (transfix bij 1457-11-19)
met zegels van Johan van Vlodarp, Henrick van Rechteren
1506-11-15 |
Kroniek Hist Gen jg 1846 p 230/Arch 5 Kapittels Utrecht
Jaartallenindex
Christoffel van Ysselstein, in afwezigheid des stadhouders, bericht aan deken en kapittel ten Dom te Utrecht dat hij hun verzoek om vrijgeleide voor de schipper tot vervoer van 600 rijst leijen en dek Drachenfelser steen tolvrij uit Coblentz niet kan toestaan, maar slechts op gewoon tol- en weggeld geleide kan verlenen aan het kerkengoed, dat den Ryn afgevoerd wordt. Hij belooft hetzelve aan den stadhouder die binnen 4 à 5 dagen terugkeert hun verzoek kenbaar te zullen maken
Foreest, van | 1257-06-12
v.d. Bergh II no 28
Achternamenindex
uitspraak van de graven van Vlaanderen en Gelre over de twist tussen de bisschop en de stad van Utrecht ener- en Floris, voogd van Holland c.s. anderzijds. Bepaald werd o.a. dat de helpers van Floris o.a. Arnoldus de Foresta, de burgers van Utrecht een termijn van 2 jaar moeten toestaan, waarbinnen deze hun schulden aan hen moesten betalen
Almelo, van | 1257-06-12
v.d. Bergh II no 28
Achternamenindex
uitspraak van de graven van Vlaanderen en Gelre over de twist tussen de bisschop en de stad van Utrecht ener- en Floris, voogd van Holland c.s. anderzijds. Bepaald werd o.a. dat de helpers van Floris o.a. Henricus de Almelo als schuldeisers, de burgers van Utrecht een termijn van 2 jaar moeten toestaan, waarbinnen deze hun schulden aan hen moesten betalen [onjuist! zie op: Amstel, van]
1468-03-19 |
R.A.H. Coll Aanw 238 fol 449v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
Jan van Assendelft, rentmeester van Noorthollant, stelt dat hem door de heren van de Rekening gelast is "als dat hij zekeren turf die hij t anderen tijden bij bevele als boven an die N.Z. van den bossche van den Hage Hout heeft doen delven, vercopen zoude ende mit den gelden daeraff comende jonge eycken en jonge elst copen ende poten zoude in t zelve bosch tot onderhoudenisse van dien". Dat heer Phillips van Wassenaer dit echter niet wilde toestaan, daar hem de administratie en het regiment van het voorn. bosch was opgedragen. Het Hof verwijst deze kwestie ter beslissing aan de Genad. Heer, de Cancelier en de heren van de Groote Raad
1434-10-12 |
Coll Aanw 204 fol 522, 537v/Mem Rosa II fol 189, 193v
Jaartallenindex
op huiden syn utgeset alsulke geschille ende gebreck als staen tussen Gerrit Jansz, voorspraak tot Delft en Doedyn Dircsz vanaf huyden tot over 3 weken; 1434-11-07: Also Geryt Jansz die voorspraak van Delft, mit rechte becommert hadde binnen de stad Delft een man uit Maasland, geheten Doede Dircsz om schulden die hij hem eyschte, daer die voors. Doede voor schout en schepenen van Delft by vierschaar sittende syn onscult voer voet te doen, na den rechte van der stede van Delft. Gerrit wilde dit niet toestaan kon (!), daar Doede met craft en gewelt land bezat en zich beriep op de gemaakte zoen. De Raad verbood daarop aan Delft om zelf in deze zaak recht te doen. Over de eigendom van het land in kwestie zal het gerecht van de plaats waar het land ligt uitspraak moeten doen. Volgt nog een stuk hierover op fol 540
1676-06-01
R.A.H. O.R.A. 2107 fol 126v
Transportregister Egmond
Maartje Reijers, lest weduwe van Maarten Aldertsz Bestert, nu getrout aan Dirck Jacobsz Craackman, die optreedt als haar voogd in deze, verklaart bij deze haar vier onmondige kinderen geteelt bij voors. Maarten, met toestaan en volcomen genoegen van Cornelis Albertsz Lacher, oud burgemeester, wettelijke voocht, Dirck ende Willem Aldertsz Bestert, nevens Pieter Reijersz en Lambert Jacobsz, ooms van de gemelde kinderen, tot hun vaders erve te bewijsen, een croft land op het Noortvelt, groot 1200 roeden, oost: de Noortvelder wech, zuid: Dirck Aldertsz Bestert, west: Cornelis Pietersz Craackman, noord: de heer van Kabauw. En nog een huis en erve te Egmond Binnen, zuid: Jan Aelbertsz Rijck, west: de Peperstraat, noord en oost: Dirck Jacobsz Craakman. Comparante zal de inkomsten van dit land behouden als zij haar kinderen blijft onderhouden tot hun mondige dagen of huwelijk
1538-02-23 (1537) | Amstelveen
R.A.H. Coll Aanw 247 fol 413-415v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
onsen lieven ende getrouwen die eerste ende andere onse raiden in Holland, baillu van Amsterlant, schout van Amsterveen, en allen anderen onsen rechteren en officieren dien t aengaen (…) Want te onsen kennisse gecomen is, dat vele ende diversche van den gegoeden ende geerfden binnen en buijten den dorpe van Amsterveen, overmits aldaer veele veenen ende moerlants gelegen es om torven te delven, souckende huerlieden eygen profyt t voers. goet ende landt te gronde toe vuyt te delven ende tzelve uytgedolven lant te abandonneren ende laten liggen voer die reeele lasten, te weten onse penninck, dykgeld, sluisgeld etc die de gemeene ingesetenen van den voers. dorpe te hooger betalen moeten. Het Hof bepaalt nu dat "niemand meer land zal mogen noch moeten uytdelven in Amsterveen dan vier dachvelden turfs, elck dachvelt van 16 roeden lengte, 4 voeten wyt en 10 turven diep, ende als sij die 10 tourven nyet en zullen moeghen halen 18 roede lengete, diep en wyt". Binnen het jaar moeten zij het gedolven land toemaken met sant off poertaerde. Op een boete van 20 Kar gld, waarvan ⅓ deel voor de keizer, ⅓ voor de baljuw en ⅓ tot profyte van t lichaam van de voors. dorpe van Amsterveen. Het Hof ordonneert de schout van Amsterveen dat hij iemand die vier dagvelden gedolven heeft niet zal mogen toestaan opnieuw te delven voordat hij het uitgedolven land toegemaakt heeft. Gegeven te Brussel
1517-04-04 (1516) |
A.R.A. 490 no 299/Sent. Hof van Holland
Jaartallenindex
jvr Katherijne van Naeldwijck weduwe van mr Jan Boudinsz, ende nu huysvrouwe van Gerijt van Berckenrode contra mr Jasper Lievinsz, raidt ordinaris van desen Hove in den name van zijn huysvrouw als erffgename bij beneficie van inventaris van den voors. wijlen mr Jan Boudijnsz. De weduwe eischt betaling van haar douarie van 10 £ grooten sjaars, haar beloofd bij wijlen mr Jan. Mr Jasper allegeerde een commutatie gemaict te wesen wair bij de voors. weduwe hebben soude in stede van de voirs duwarie een zeker huys ende erve tot Ryswijck en dat zij eerst zou verklaren of zij zich al dan niet aan deze assignatie wenschte te houden. Inmiddels had mr Jasper een request ingediend om aan de weduwe te verbieden het genoemde huis te Rijswijk te verkoopen, en dat zij zou toestaan dat de secretarys van Woerden als rentmeester van seekere goeden omtrent Woerden gelegen, toebehoorende wijlen mr Jan aan mr Jasper rekening zou doen van 't geen daarvan verschenen was. De weduwe zegt dat het huis haar toebehoort en dat het niet tot de goederen van mr Jan behoorde bij zijn overlijden, zoodat zij daermede mochte hoer belieft te doen. Het Hof beslist dat de weduwe ten onrechte de douarie van 10£ sjaars van mr Jasper geeischt heeft, en absolveert de weduwe van eisch van mr Jasper t.a.v. het genoemde huis