2 resultaten
1463-11-13 |
Ms Opstraeten III fol 1288/Gaasbeekse lenen II fol 40
Jaartallenindex
Hyndersteyn. David etc oorkondt dat Jan die bastert van Gaesbeeck hem opdroeg een steenhuijs geheten Hyndersteyn metter hofstede daer t op staet, met allen synen toebehoren, gelegen in Nederlangbroeck, ende met 8 morgen lants. Ook Jacob ende Sweeder bastaerden van Gaesbeeck doen afstand van hun rechten. Daerna is gecomen here Willem van Hyndersteyn, Ridder Duytscher oerdens toonende ons besegelde brieven, daer hij ende syn overste, de lantcommandeur der Balye van Utrecht, gemachtigt was dese goeden ende landen te vercopen etc met synen mombers hant Jan van Suylen van Amerongen. Ende heer Willem voors. ginck des ut ende verteech daeraff. Vervolgens wordt Beernt Grauwert met dit leen beleend ten Zutphensen rechte, te verheergewaden met 1£ goets gelts
present: Roeloff van Bevervoerde, Raedt ende hoefmeester, Gerrit van Suijlen van Blieckenborch, deurweerder, Ernst van Meerten, schout tot Wyck; present: Roeloff van Bevervoerde, Aernt van Yselsteijn, Ernst van Meerten
1480-04-10 |
R.A.H. Coll Aanw 106 Caput Kennemerland fol 15/Reg Maria Max. fol 6v; Ms Opt Straeten v.d. Molen dl III fol 824
Jaartallenindex
hertog Max. oorkondt dat voor ons, zijn kanselier, en de Grote Raad verschenen is onse geminde Gheryt van Berckenrode, rentmeester van Kennemerland, hem toonende brieven van decreet executoir gegeven bij onsen Grooten Rade, daer mede hem toegewijst sijn met vonnisse als meest daer om biedende, seecker huijs, landt ende boomgaert, ende daertoe een thiende, gelegen in den ambochte van Heemstede [waarschijnlijk uitgevallen de woorden: die Jan van Heemstede ....] van ons te rechten leen tehouden plach, voor seecker schulden die deselve Jan van Heemsteden ons ende andere personen schuldig was, daer men geen betalinge van hem off gekrijgen en konde dan bij heerlijke executie ende bij vonnisse van onsen stedehouder ende Rade van Holland, gelyck zijn brieven van decreten inhouden. De hertog beleent Gheryt vervolgens met deze tiende, vroeger gehouden door Jan van Heemstede heer Jansz, tot een recht leen (vgl 1497-10-24)