17 resultaten

1500~ (3) |

G.A. Monnikendam Inv 154 fol 88-93v/Diversorium Galileaconvent
Jaartallenindex

Item Van Koelkeweers Uterdijck et Ceteris. Gaende voert nae den Nuwendam 4 of 5 roden van die ofrel of driespronc daer men gaen op die Purmerdyck, daer heb wij legghen 6 voet dycks van Koelkes uterdyck. Ende onse avenant van mollersdyccamps uterdijck ende Dirc Florijsz uterdijck, tsamen 6 voet, want een yghelic deympt heeft hier 4 voet dijcks, want dese uterdycken en syn niet of sletich als die rietlanden ghemeenlic sijn, want alle offsletinghe landen buten der Purmerdyck het si rietlant of neslant, dat heeft op die Nyedam 5 voet dycks. Ende alle lande die niet sij ofsletich als Koelkeweers uterdyck etc, die hebben op die Nuwedam 4 voet dijcks dat deympt. Item gaende voert noortwaard op, daer hebben wij legghen after spue after t huus 12 voet dycks van onse drie landen voer t huus gheleghen an een vant riet lants, ende daer noortwart 2 voet dycs van Joest Jansz lantgen. Ende voert noortwardt daeran noch legghen 6 voet dycks van Hilgont Aems uterdijck. Aldus hebben wi hier an een legghen 20 voet dycks ende an beyde zijden oest ende west van die dyck beneden bepaelt mit twie palen

1486-11-22 |

G.A. Monnikendam Inv 154 fol 28/Diversorium Galileaconvent Monnikendam
Jaartallenindex

scepenen in Monikendam oorkonden dat voer ons ghecomen sijn Claes Claesz, Welmoet Claesdochter ende Neeltgen Claesdochter als ghehele erfnamen ende wesen van Claes Hermisz ende Hilgont sijn huusvrou was zaligher ghedachten, mit die wesevoechden als nu ter tyt wesende Jan Heynsz ende Gheryt Reijerz, en hebben gezamelijk opgedragen aan de broeders van Galilea van St Benedictusoerde biwesten van Monikendam, haer uterdyck genoemt Hilgont Aems uterdijck in die Warinc gheleghen in die ban van Monikendam op die Purmer, belend oost: Joest Jansz lant, west: Hilgont Arijs weduwe met haar kinderen lant, noord: die Purmer, zuid: die dijck. Hier hebben by over ende an geweest Adam Jacopsz ende Lammert Heijnesz, hoer naeste maghen. Opschrift: Hilgont Aems brief van die uterdijck

Jan Jacopsz ende Jacob Claesz, schepenen

1436-09-16 |

R.A.H. Coll Aanw 465 fol 94, 101/Leenregister Brederode fol 52
Jaartallenindex

Reynalt heer tot Brederode beleent Symon Dirc Janszoenzoen met een stucke lants gelegen binnen onsen lande van den Oge, geheten die Uterdijck, soo groot ende soo cleijn als sijn vader Dirck Jan Symonsz.z van ons te houden plagh. Tot een recht leen, te verheergewaden met een capoen

1457-03-28 (1456) | Beverwijk

R.A.H. Coll Aanw 102 Caput Kennemerland fol 35v/Reg Principum fol 29
Jaartallenindex

hertog Philips beleent Willem Gerbrantsz met een halve uterdijck in den banne van Beverwijck, daer Dirck Florijsz erfnamen dat wederdeel af hebben, ende dairtoe die helfte van sBlotenlande, gelegen in den banne voirs, dair Bertelmeus die Gouwer dat wederdeel af heeft, belend noord: schouwers lande, zuid: des Goidshuus lande van Velsen. Hem aangekomen bij dode van zijn moeder Ave Willemsdochter van Schoten. Tot een onversterfelijk erfleen

1435-02-15 |

G.A. Amsterdam Weeskamer Amsterdam Lade 29
Jaartallenindex

Dirc Bloemert (met zijn zegel) oorkondt dat hij vercoft heeft minen neve Dirc Jacobsz 1 nobel jaerlixer renten die ic staende hebbe op die ¾ deel van den uterdijck geheten Gelysweer ende is gelegen aldernaist Brauwenbraeck. Wilke nobel jairlixer renten ic eertijts van denselven Dirc minen neve gecoft hebbe, in alre manieren die proper brief die de scout van Sloeten besegelt heeft dairaf begrijpt ende inhoudt (vgl 1437-07-27, 1499-03-12)

1404-01-06 (1403) |

G.A. Haarlem Inv I no 1633 fol 24/Cartul H. Geest Haarlem
Haarlem Algemeen

schepenen in Haerlem oorkonden dat Tijdeman Jacopsz geliede dat hij verkocht heeft den H. Geest te Haerlem eerst 10 ½ maden lands gelegen in den ban van der Nieuwerkerck, twischen zuid: de begynen tot Haerlem, noord: Suker [?] Pauwensoen, streckende voor van de Spaerne an die Woudwech, ende daertoe 7½ made lands gelegen in denzelven ban, twischen zuid: Jan Janszoons weduwe en haar kinderen, noord: Hilgegont (!) Betgens ende Buser Dieddertsz, streckende van der Schalckwyckerwech an de Woudwech met ½ uterdijck ende die Woutwech opgaende an de Meer

Heindrick Dirricxz en Claes Hone, schepenen

1494-11-06 | Beverwijk

R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Kennemerland fol 19 (fol 10v)
Jaartallenindex

Max. en Philips belenen heer Geerbrant van Schoten, presbyter, met de lenen hem aangekomen bij dode van zijn broeder Jacob Symonsz van Schoten: 1) ½ uterdijck gelegen in den banne van der Beverwijck, daer aff Dirck Floriszoons erfgenamen ⅔ deel af hebben, ende noch die helfte van Swoten ( Suoten ?) lande, gelegen in den banne voors, daer Berthelmeus die Gouwer ⅔ deel aff pleecht te hebben, belend noord: s Gouwers lande, zuid: dat godshuys van Velsen. Tot een onversterfelijk erfleen. Hulde deed voor hem zijn oom Mertijn Claesz

present: Philips Saeij, Pieter van der Goes, Dirck van Boneem, Adriaen Willemsz

Dever | 1442-09-21

Inv Arch Medemblik no 294 regest 49, no295 regest 50, no 296 regest 51
Achternamenindex

Willem van Naaldwijck geeft aan zijn neef Jan Dever van Mijnden het recht om een zeker stuk land, dat hij van hem in leen heeft, met tienden en heerlijkheden daarop, genaamd Uterdijck, gelegen voor het huis te Medemblik, strekkende van de wierarm tot heer Gheryt Jacobsz land, tussen de zeedijk en de zee, twee jaren hierna te verkopen; Dirc van Santhorst, neef van Jan Dever van Mijnden heeft aan hem het land den Uterdyck, gelegen voor het huis te Medemblik verkocht

Does, van der | 1476

R.A.H. Coll Aanw 149
Achternamenindex

valor feudorum: - Dirck van der Goes [Does] en van der Goude een viertel landts bij der Goude in den lande van Strijen [lees: Steyn] en 4 £ Holl per jaar van den boomgaertviertel in het ambacht van Wilnesse. - Willem van der Doesz 12 morgen land in het ambacht van Wermonde, -Ruijsschen boomgaert met 1 ½ morgen en uterdijck in Leiderdorp en nog 3 morgen; - Dirck van der Does Heyndricsz : - 12 morgen in het ambacht van Warmonde, -Ruysschen boomgaardmet 1½ morgen en uiterdijk in Leiderdorp

2e zijtak

1468-06-09 |

G.A. Amsterdam Inv Gasthuizen regest 670/Cartul Nieuwe Nonnen Amsterdam
Jaartallenindex

schepenen in Scellincholt oorkonden dat heer Claes van Beerhem, priester, en Gheryt van Beerhem, ghebroeders, met Garbrant Baertsz en Gheryt Jansz, hoir bieder gerechte voechden, verkocht hebben aan de Nieuwe Nonnen te Amsterdam, ⅓ deel van hoer geheel uterdijck met hoeren toebehoeren, onderdeel, welck voirsz groet is buten ende binnen omtrent 15 marghen ende is ghelegen in den ban van Scellincholt, daer naeste lenden van zijn oost: Machtelt Jan Gaelen wedu, west: Jan Dircxz. Vrijwaring na den recht der stede van Scellinchout. Voor Claes Dircksz zegelt zijn zoon Jan Claesz. En voor Claes Hilbrantsz zegelt Jan Claesz, de schout. "Want wij nu ter tijt gheen zegelen en ghebruiken". In het Cartul. Nieuwe Nonnen is het stuk doorgehaald en in margine bijgeschreven: "is vercoft"

Claes Dircksz en Claes Hilbrantsz, schepenen