Bekesteyn, van | 1439-04-12

Mem Rosa dl V no 29, 30, p 130, 131

Achternamenindex

op verzoek van Jan van Bekensteyn wordt door de Raad van Haarlem de verbanning van Ghys Broersz uitgesteld tot 25 juli; evenzo de verbanning van Jacob Oenairtsz (vgl 1439-03-22)

Haarlem

1439-03-22 (1438) | Medemblik

Memoriale Rosa dl IV no 28, 29, 29a p 128, p 130

Jaartallenindex

roerende de ruters van Medemblic, die up die porte in den Hage gevangen zaten. Also die 5 personen onlancx geleden onsen casteleyn van Medemblic ende onsen goeden stede van Horen, Medenblick en Enchuysen, die wi mit onsen openen plackairden bevolen en gemachtigt hadden duer te sien ende oordeel te geven van allen geroofden goederen die onze uytleggers van West Vrieslant aldaer anbrengen, deze sententie niet nagekomen zijn, zijn zij gearresteerd, in de stadsgevangenis opgesloten en daarna overgeleverd an onsen casteleyn op onsen huse aldaar, en door deze overgebracht naar den Hage, waar zij tenslotte op de bestaande borgtocht in vrijheid gelaten werden, totdat er vonnis gewezen was. Zij stelden een antwoord op tegen de tegen hen geuite beschuldgingen, dat echter hun onschuld niet bewees. Daar zij op water en brood in de stok in den Hage gezeten hebben en het nu de Heilige tijd [Pasen] is, ziet de hertog af van zware straffen. Ghys Broersz en Jacob Onaertsz hebben bovendien een ondersaet van de hertog uit Naarden op zee onder Oost Vriesland 18 scilden, een armborst en andere dingen afgenomen waarmee zij, die reeds een quaet gerucht hadden, hun lyf en goed verbeurd hadden, worden veroordeeld tot een bedevaart naar Rome en daarna nog verbanning voor 3 jaar. Gheryt, Thiman, Floris, Claes, Jacob Huge, die niet deel namen aan de beroving van de man uit Naarden worden veroordeeld tot een bedevaart naar Rome binnen 3 jaar, en daarna nog verbanning voor 2 jaar. Bovendien moeten zij alle 5 de kosten van hun detentie betalen; 1439-04-02 te Haarlem: toestemming aan Gys Broersz, op verzoek van Jan van Bekesteyn [burgemeester van Haarlem], om zijn verbanning uit te stellen tot 25 Juli; 1439-04-15: toestemming aan Jacob Oenaertsz om zyn verbanning uit te stellen tot 25 Juli

Geryt Jansz, Tymken de mesmaker, Florys Jacobsz, Claes Cam, Ghys Broersz, Jacob Onaertsz en Jacob Huge, de aangeklaagden

1460-08-22 |

Register Criminele Sententiën Gerecht Haarlem p 76 no 235

Haarlem Algemeen

sommige inwoners van Haarlem hebben het verbod overtreden om bepaalde kleding te dragen en worden deswege veroordeeld tot het betalen 4000 stenen, 2 hoet calc, en daarvoor borgen te stellen op straffe van verbanning uit de stad. Laureyns Jan Costersz en Thomas Thomasz zijn borgen voor Symon ende Dirc Jan Lottynsz.z twee kinderen

1439-05-08 |

Memoriale Rosa dl V p 157

Jaartallenindex

omzetting van de gevangneisstraf van Jan Geryt heer Gerytsz.z van Egmonde, die in de Bourgondische toren te Sluis is opgesloten, in een één jaar durende verbanning, ingaande op 24 Juni. Bovendien kan de verorodeelde daarna verplicht worden tot het doen van een bedevaart naar het Heilig Graf en tot een verblyf van 3 jaar op Cyprus

Vleeshouwer, de | 1480-1502

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl II dossier 199

Achternamenindex

Martyn de Vleeshouwer was tijdelijk uit Delft verbannen. Krachtens een keur van 1472 werd die tijdelijke verbanning in een eeuwige omgezet. Toen hij zich toch in de stad waagde, werd hij door de schout gearresteerd; het Hof van Holland beval zijn vrijlating. De magistraat ging hiervan in beroep op de Grote Raad; 1502-04-16: was hij veroordeeld tot een bedevaart naar St Maria Magdalena in Provence, en verbanning voor 2 jaar wegens onbehoorlijk gedrag in de Vleeshal

1461-01-15 |

Grote Raad Mechelen E.A. Dossiers dl III dossier 2787/1 sub I en II

Jaartallenindex

sententie van het Hof van Holland waarbij Heyn van Rossum, Jan Vonc, Jordin Huybrechtsz, Claes Florisz en Jan de Blanck wegens moord op Rutger van den Boetselaer heer van Asperen, ter dood worden veroordeeld. Sententie van het Hof van Holland dd 1461-01-19 wij Aernt Pieck van Beest c.s. op beschuldiging van het aanzetten tot de vernoemde moord bij verstek worden veroordeeld tot eeuwige verbanning, hun goederen worden geconfisqueerd

Montfoort, van | 1481-07-17

Grote Raad Mechelen Geëxtendeerde Sententiën 1966 p 192

Achternamenindex

de heer van Montforde gedaagd door de Procureur Generaal, eerste aanleg. Verweerder had Reinier van Broechuysen geholpen bij de verovering van Leiden, waarna hij zich met zijn buit op zijn kasteel had teruggetrokken. Verweerder bij verstek veroordeeld tot eeuwige verbanning en verbeurdverklaring van zijn goederen

1500-09-13 |

Grote Raad Mechelen E.A. Dossiers dl III dossier 3245

Jaartallenindex

sententie van het Hof van Holland in de strafzaak tegen de [Dordrechtenaren] Ingelbert Muntener, Pieter Munter, Jan Doerincx, Geryt Aert Boudynsz en Claes Hugez, benevens tegen de Dordtse priesters Jacob van Diemen en Jan Symonsz. De eerste drie werden wegens majesteitsschennis ter dood veroordeeld. De twee volgende tot verbanning. Confiscatie van de goederen van allen, Cornelis van Muijs, schout van Dordrecht (benoemd door de heer van der Merwede) moet door de executeurs van het vonnis op de hoogte gesteld worden (vgl 1489-08-06, 1500-09-16)

Montfoort, van | 1481-07-17

Van Mieris Vervolg p 182/Reg Maximiliaan 1482-1483 Cas H; Kroniek Hist Gen jg 1849 p 213, 214/Arch Buren

Achternamenindex

verbanning van de heer van Montfoort en verbeurd verklaring van zijn goederen; 1481-07: zijn heerlijkheid van Purmerend gaat naar de kamerling van de hertog: heer van Volkestein [Wolckensteyn]; 1481-08-24: de goederen Hekendorp, Linschoten, Weerden en de hoge en lage heerlijkheid van Woerden worden aan Michiel van Bergen, schildknaap, gegeven

Bochoven, van | 1446-12-01

R.A.H. Coll Aanw 218 fol 406, no 219 fol 57, fol 159

Achternamenindex

Jan van Bochoven is drie keer gedaagd geweest vanwege een aanklacht over breuken die hij gedaan zou hebben, op een boete van confiscatie van zijn goederen en verbanning, maar is niet verschenen. De heer van Gaasbeek heeft nu gemeld dat heer Jan in het land van Gulic gevangen genomen is, zodat hij niet kan verschijnen. Daarom wordt hem uitstel gegeven tot februari; 1447-04-26, opnieuw uitstel