1 resultaten
1505-04-20 |
R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Zeeland fol 57
Jaartallenindex
Philips beleent Lodewyk van Treslonge heren Lodewyksz na dode van zijn vader heer Lodewyk, in zijn leven heer van Treslonge, ridder, die ze hield na dode van Adriaen van Treslong, zijn oudevader. Te weten, eerst die thienden 1) den alingen brouck alheel, die Pudike alheel, die Punt alheel, 2) ½ van den Zevenhoeck, te weten: t oostende van den Zoutenpolre half. Dat westende van den Zoutenpolre ½, Lutteldyck ½, van Veere totten Wolfersen wege toe ½, van den Wolfersen wege ter sceidelve toe ½, van den sceidelfen tot watervliet half. Ts over voor Watervliet ½, t scoer voor Pieter van Scoude alheel. Wilcou havenhouck alheel. Den Houck in Schakerloo, daer Hendrik Kempzoon in pleecht te wonen alheel. Item aldaar Pieter Wittenhouck. Den Hil alheel. Overslick al te male, St Joostenland al te male. Doerloe al te male, Verbergen polre outstrien al te male, cleen ambacht en t part daerachter Jacob Ydselieven t scoir by waernisse alheel al gelegen in onsen lande van den Tholen en tot Schakersloo. Tot een onversterfelijk erfleen. Te verheergewaden met een rode sperwer, 3) item noch ⅙ deel van de heerlijkheid des lants van Vossemaer, met tienden, ambachten, ambachtsgevolg. Tot een erfleen. Te verheergewaden met een paar witte hantschoen. Daar Lodewyk onmondig is, doet zijn rentmeester Cornelis Cornelisz als zijn gecoren voogd de eed. In margine: 1513-06-13 doet Lodewyk zelf de eed
present: Tielman van Dullecum, Dirck van Boneem, Willem van Ruyven, cleine Jan Bruyn; 1513-06-13: Frans Hoochstraat, Pieter Pluymeon, Jordin van Raemsdonck