1494-08-19 |

Bissch Arch Haarlem A6/Arch St Clara Amsterdam

Jaartallenindex

Weijn Ghysbertsdochter, mater, en Fie Claesdochter, procuraetster, met de zusteren van het convent van St Clara gelegen binnen der stede van Aemsterdam in die Nesse, bi rade en consent van onsen eerwaerdighen biechtvaer heer Jan van der Goude en Jacob van Campen onsen voecht, oorkonden dat zij verkocht hebben den eerbaren man Jan Harmensz syn cost te weten eten, drincken, huusvesting, vier en licht, mit bediensticheit in gesontheit ende in siecken, gelykerwijs als wij onsen proveniers in voerleden tiden pleghen te doen, zyn leven lanc durende. Obiit in profesto Willebrordi feria secunda anno XV/C VI

1462-08-06 |

G.A. Haarlem Inv I no 1920 Lade X/Arch St Jan Haarlem

Jaartallenindex

Hughe Albouth oorkondt dat broeder Pieter van der Beets, prior en pitanciemeester van St Jansorde te Haarlem "mi toeghesproken heeft mit recht hoe dat sekere brieven van hem verdwaelt sijn, waermede ic vercoft soude hebben in voerleden tyden sekere pachten totter pitancie behoef" van St Jan voirn, begherende daerom van mij een kennisse desselfden coeps. Ter voldoening hieraan erkent Hughe dat hij in voorleden tyden aan broeder Claes van Schoenhoven, prior en pitanciemeester van St Jan, verkocht heeft zekere pachten jaarlijks 4 nob. en 1 Reynaldus gld op sekere stucken lants gelegen in den ban van Oestrop

1436-06-27 |

R.A.H. Coll Aanw no 100 fol 48v

Jaartallenindex

hertog Philips oorkondt dat mr Gysbrecht Albout hem heeft opgedragen tbv syn broeder Dirck Albout die een helft van eenre zate lants, houdende 24 morgen, gelegen t'Oesterwijck, hem aangecomen en bestorven by doode Claes Albouts, sijns broeders. Des gelyks hebben Huge en Evert Albout, gebroeders, Pieter Albouts kinderen, hem opgedragen tbv Dirck Albout voirs, haer oem, die andere helft van voorg. zate lants, die welcke in tyden voerleden Claes Albout ende Peter Albout, gebroederen, samentlic van onser grafelijkheid van Holland tot een recht erfleen te houden plachen. De hertog beleent Dirck vervolgens met de hele zate

1485-11

folio 47v XLVII 1484-1486

Transportregister Haarlem

heer Jan van der Horst en mr Claes Zael van Hoern, priester en testamentoers van wijlen heer Symon van der Horst en Baertraet van der Horst, bagyn op ten Hof binnen Haerlem, recht zuster ende erfname van de voors. heer Symon met Adam Gerijtsz als voogd erkennen dat heer Symon bij zyn leven aan genoemd klooster [het bagynhof te Haarlem?] besproken heeft omtrent 10 hondt lants in de ban van Zassenem dat in voerleden tyden gebruijct heeft en noch bruyct Willem Florisz de coster te Sassenem, after wiens huijs dat land leijt

1489-04-06 |

Cartul St Jan Haarlem no 748

Haarlem Algemeen

scepene in Hairlem oorkonden dat Fransche Dircxz geliede bij wille ende consente der Rade van der stede en van zijn magen uit zijn 4 vierendelen zoe men die naest crigen conde, soe hij in voerleden tijden vercoft heeft Gerijt Jan Huyserszoen een huis en erf gelegen in die Zijlstrate met eenige pachten die daarop staan tbv de heren van St Jan. Voor deze pachten draagt hij aan genoemde heren op een rente van 24sc 8 penn sjaars op Jan die Wijnscroders huis en erf gelegen bij noorden t grote kerckhof tusschen Berthelmeus Florijsz an dien zijde, Jan Claesz an dander zijde, streckende an mr Jan Roeper, priester

Gheryt de Visscher en Jan Gijsbrechtsz, schepenen

1487-04

folio 74 LXVII 1486-1489

Transportregister Haarlem

Wendelmoet Heinricsdochter onlancx professide zuster in St Barberenconvent binnen Amsterdam, als nu in meninge wesende te gaen in een hoger oerde alse Sinte Claren, eer ende voor de tyt dat zij de orde aennam, met haar gecoren voogd Pieter Matheusz, lyt dat haer moije Aecht Claesdochte Ripprant Pietersz wijf hun al voldaen en betaalt heeft van de erfenis die Baert Claesdochter toen zij leefde deselve Wendelmoed's moeder in tyden voerleden van Geertruyt Claes Buytenweechs weduwe, Wendelmoets oude moeder van haer t erve genomen heeft [ Claes Butenwech x Geertruid, hieruit: Baert Claesdochter x Henric (hieruit: Wendelmoet Henricsdochter), en Aecht Claesdochter x Ripprant Pietersz]

1481-08-03 |

Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 105/Carthuizers St Geerdenberg

Jaartallenindex

Zeger Ariaensz, rechter in den ambacht van Raemsdonck, ende heemraders in denselven ambacht, oorkonden dat heer Claes van Huesden, prior van het Carth. convent bij St Geertruidenberg, voor ons heeft gebracht zekere brieven gans en gave, wel bezegelt ende onghemaculeert houdende ende uytwysende van enen weer lants dat Haghaerts weer lants in voerleden tiden plach te wesen, daer dese voirs. cloester in den vryen eyghendom van deze voirs. weer lants mede ghestelt en gheset zyn ende ghifte daeroff ontfangen hebben nae utwijsen der brieven die wij dair af gesien, gevisiteert en gehoort hebben. Derhalve kennen wij het voorn. convent in den vrijen eigendom van de voors. weer, en ook dat deze door het convent geheel en al betaald. Dat weer is gelegen, oost: Willem Andriesz met zijn erve, west: Adriaen Dirck Ramsz met zijn erve, noord en zuid: die Dongha (vgl 1434-10-27)

Gheryt Aertsz, Godevaert Henricsz, Willem Woutersz, Willem Andriesz, Herman Ariaensz, Jan Petersz, Lenaert Henricsz, heemraders; met het zegel van Seger Ariaensz

1544-06-18 |

Inv Arch Abdij Egmond no 242

Jaartallenindex

schout en schepenen tot Egmond Binnen oorkonden dat Jan Gerytsz, buyrman en schepen te Egmond, oud ± 64 jaar, Pieter Aelbertsz Cock, out ± 56 jaren, mede buurman aldaar, onder eede betuigd hebben dat in voerleden tyden Maerten Vernouwen, oud oem van Reyner Aerntsz, buurman te Egmond op ter Zee, tot wiens versoucke dese certificatie geimpeneert is, verkocht heeft of gebracht heeft aan den abt van Egmond, een stucke lants in de Oester hem, groot omtrent mit die riedbosse daer an behorende, een mad lant, gelegen in den ban van Backum omtrent die Sandijck, welcke land altijt daer te voren aelmislant was of aelmislant gerekent is geweest, ende voer die tijt bij kennisse van Jan Gerijtsz voers. beseten ende bevoecht is geweest bij enen Jacop die Kuijper ende daernae bij Dirck Garbrantsz. Pieter Aelbertsz en gehoecht niet dat Jacob die Cuijper dat lant bevoecht heeft, mer van Dirck Garbrantsz ende Maerten Vernouwen gedenke hem seer wel, meer en wisten die voern. affirmanten niet (vgl 1516-08-20)

Pieter van Egmond, schout, Aelbert Gerytsz, Willem Willemsz, Jan Symonsz en Jan Pietersz, schepenen

1505-01-03 |

G.A. Monnikendam Inv 154 fol 82/Galileaconvent Monnikendam

Jaartallenindex

ic Meynart Willemsz, baliuwe van Waterlant doe kundich etc dat ic verstaen hebbe dat Claes Lambertsz van Monikedam, van syns moeders wegen, Gheertruut Lambertswedue den broeders van Galileen hevet doen daghen dat jaer voerleden te Monikedam voer dat rechte boven dat compulsorium hem ghedaen hebben die heren in den Haeghe overmits doerwaerder die dat compulsorium ghekundicht ende voerlesen hevet scout ende scepenen, waeromme dat ic Meynaert Willemsz bailiuwe voers. verbiede Claes Lambertsz van synre moeder of yemant van horentweghen opten pene van 100 ducaten te verbueren teghen mijn ghenadighen heer, dat hi sel den broeders voirs onghemoeijt laten mit enighen aenspreken ende rechte te Monikendam, want si staen onder rechte van den heren in den Haghe. Voert aen soe verbiede ic ju baliuwe voirs scout, scepenen ende sevenen opten voirs pene gheen recht te doen te Monikendam van den placke voers ter tyt toe dat die sententie van den heren in den Haghe van die processi ghegheven is

1531-08-16 |

R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Sticht, Gelre, Woerden fol 48-50v, 50v-53, 54

Jaartallenindex

Karel oorkondt dat: van wegen onsen lieven ende getrouwen neve, ridder van onser ordene ende capitein generael heer Floris van Egmonde, grave van Bueren en heere Maximiliaen van Egmonde, heer tot Ysselsteyn, zijn zoon en leenvolger, ons verthoent geweest, hoe om te vervallen [!] de groete sware costen en lasten die sij gehadt hebben te dragen, soe in dyckage mits den groeten vloet, die in de voerleden winter is geweest, als ook te continueren in onsen dienst, hem van noode is eenige heure leengoeden te belasten en te beswaren, ende tot dien fine hebben gevonden eenigen die willig souden sijn op heure goeden losrenten te kopen, te weten heer Loys Lopez, ridder, wonende tot Middelburch, die op de goeden en heerlijkheden van Ysselsteyn en Jaarsveld te leen houden, een rente van 300 gouden Kar gld, ter losse den penning 16. Karel geeft hiertoe zijn consent. Op dezelfde dag verleent Karel condemnatie op deze akte tbv heer Lodewyk Lopez, ridder, nu ter tijd wonende te Middelburch. Op 1532-06-12 beleent Karel heer Lodewyk Lopez, ridder, met deze rente

Willem Goudt, ontfanger-generael van onser beden en omslagen in Holland, Gerrit van Loo, onse rentmeester generaal van Vriesland, Cornelis Barthoud Jansz