1510-04-12 |

R.A.H. Coll Aanw 113 Caput Putten, Arkel fol 30

Jaartallenindex

Karel beleent Willem Willemsz met alsulcke goeden als Willem Wisschenz te wesen plagen, gelegen binnen onsen schependom van Gorinchem, ende Jan Knobbout, Henricks zoons vader voornoemt, in sijnen leven die aengebracht heeft, gelegen te syne aen seecker lant in Lutteke Wairt ende op die Hair, in onsen lande van Arkell, gelijk zijn moeder Beatrys die van ons te leen houdende was. Leen van Arkel, tot een onversterfelijk erfleen. Heergewade: een paar nieuwe hantscoen. Opschrift: Willem Willemssoon, Beatrys Voscuylszoon

present: Thielman van Dullecom, Crispyn Jansz van Boshuysen

1516-08-13 |

Inv Arch H Geest 's Gravenhage dl II regest 556

Jaartallenindex

schepenen in den Haghe oorkonden dat zij toegepacht hebben aan de H. Geest in den Haghe een rente van 21 schell 6 penn. Holl sjaars, zoals de andere rente waarvan de schepenbrief spreekt waaruit deze rente als achterstallig gepacht is; terwijl zij deze rente verzekerden op het huis van Zymon Wermbrechtsz, dat vroeger aan Cornelis Deijm toebehoorde, aan de westzijde van de Spoije. In margine: habet anno 1557 Pieter [Rommersz] voornoemt. Deze rente is gelost bij Pieter Rommersz in handen van H. Geestmeesters op 1569-11-19 (vgl 1360-07-14)

Persijn | 1408-05-20

Rechtspraak Graaf van Holland II p 228, 229, 234; III p 113

Achternamenindex

boete voor Jan Woutersz [van Persyn] van 200 nobels en Willem Wouter Heynenz.z. 30 nobels; 1409-08-19: klacht van Jan Woutersz van Persijn over Florens van Tetrode, "dat hi hem gequetst ende zeer gevreest hadde boven voorwairden etc, daer Florens voirs jegen seide dat hi des ontsculdich ware, ende claechde dat hem Jan voornoemt zeer gequetst ende geslagen hadde"; beiden leggen zich bij de uitspraak van de Raad neer

Haarlem

1461-10-06 | Heemskerk, Beverwijk

G.A. Haarlem kleine lade 13 bundel 2 nr 1/Enschedé Inv no 2154

Jaartallenindex

Floris Pietersz, scout van Heemskerk, oorkondt dat Ludolf Willemsz verkoopt aan de memorie in Beverwyk drie gemeten gheersen, in Addinghe made, geheten Clene gheersen gelegen in de ban van Heemskerk voirs, in die Noortbroeck, oost: het leengoed dat van Claes Florysz placht te wesen sal. ged, west: Thames Dircsz genaemt Thaems Stugghe. Ende noch nae als lenden in de banne, daer Gheryt Maertynsz als een memorymeester t laetste gelt van den lande voornoemt voir betaelde ende die quytsceldinge van Ludolff voirs. tot behoef der memory daerof ontfangen Jacob van Poelenburch en Aernt van Rollant die lenden zyn in de banne besproken. Bezegeld door Floris Pietersz anno 1461 op ten zesten dach in Octobri

tugen: heer Willem Symonsz, heer Jan Duyvenz, heer Jan Spierinc, heer Liclaes Garbrantsz, priesters, Wouter Spierinc, Ghisebrecht Dircsz, Garbrant Tybautsz, lynslager

1464-05-09 | Westerbeek

Inv Arch H. Geest te 's Hage dl II regest 433

Jaartallenindex

schepenen in den Haghe oorkonden dat Bertout Cobel verklaarde schuldig te zijn aan de H. Geest in den Haghe een jaarlijkse rente van 3 £ Holl op een stuk land in het Westambacht bij Eyckenduynen molen, geheten die Myente, belend west: Florijs Claesz en Pieter Jansz, noord: Pieter Jansz voorn, oost: Jan Henricksz die backer, zuid: die heerwech. En verder op zijn woning die zijn zoon Gysbrecht nu bewoont achter Westerbeeck, belend zuid: Claes Bruijnszoon, west: Jan Willemsz die men Jan Bol noemt, noord: der abdissen land van der Lee en Jan Bruijn, oost: de Moerwech. In margine: habet anno 1557 Ghijs [= Ghys Pietersz op Westerbeek] voornoemt. Habet anno 1586 de voers [!] Jan Apersz (vgl 1473-12-04)