12 resultaten
1518-10-25 |
R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Zeeland fol 7
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat voor Frederick van Renesse van Wulven etc q.q. Jacob van Bleijswijck Jacobsz opdroeg tbv Cornelis Jan Adriaensz, poorter tot Antwerpen, de gerechte helft scheydingen van twee 1/31e delen, en van 1/54 deel van de heerlijkheden, thienden, met ambochte en ambachtsgevolge ende alle ambachtsrecht in den lande van Vosmaer in onsen lande van Vosmaer. En dat hij vervolgens Cornelis voorn. hiermede beleend heeft tot een onversterfelijk erfleen. Uytgenomen die thiende van Ouwe Vosmaer, welke Jacob van Bleyswyck voors. voortijds overgegeven heeft eenen Franchoys des Pomeraulx ende wij denselven by andere onse brieven verliet hebben
Vincent Dammasz, onse clerck ord. in onser reeckencamer, Jan van Barry, Cornelis Barthouts, Cornelis Anthuenisz, leenmannen
Albout | 1442-02-28
Bisschoppelijk Oudarch Haarlem regest 133/Arch Klooster Regularissen Beverwijk no 2
Achternamenindex
broeder Jan die Bruyn, prior van het klooster der Regulieren OLVr in Sijon te Beverwijk, met Geryt die Visscher, priester binnen Beverwijk, oorkonden dat Pieter Albout "in voortijds gecoft hadde tegen Vranck van Zaenden, een huistgen mitten erve daaraan, daer nu des heren vangenisse an staet binnen Haarlem"; zij verklaren dat er door omstandigheden geen schepenbrieven van zijn
Clootwijk, van | 1418-01-18 (1417)
Van Mieris IV p 450
Achternamenindex
Huge Jansz van Clootwijc krijgt de duinmeirije van "onzen duynen, wilt ende wildernesse tussen der Maze ende Kenemerbeeck, zoals Jans Henricxz ende jonge Consul Ponthier die voortijds bewaard hebben, met de wedden zoals andere duynmeyers gehad hebben, te weten 18 scilde ende enen rock, of 3 scilde voor deselven rock, uitgereikt door onze houtvester van Haarlem"
Dalem, van | 1500-01-24
Arch Nassau Domeinraad regest 2355
Achternamenindex
Engelbrecht graaf van Nassau en Vianden, heer van Breda en Dyeste beveelt de drost van Breda om uit zijn naam de eed van trouw der onderzaten in de heerlijkheid Dongen in ontvangst te nemen, welke heerlijkheid aan Joes van Dalen voortijds heer van Dongen, bij vonnis van de hoofdbank van Breda ontnomen is en aan de heer van Breda is vervallen
1559-12-04 |
R.A.H. Coll Roeperpapieren Inv 86 regest 107
Jaartallenindex
Jelys Jansz, schout van Heemstede, oorkondt dat Yselant Willemsdochter Jacob Joestsz weduwe met haar neef Dirick Claesz Wij als voogd, uit naam van haar kinderen gewonnen bij de voors. Jacob Joestsz, verkoopt aan Ymme Willemsdochter Adriaen Joestsz weduwe tbv haar kinderen gewonnen bij Adriaen Joestsz, in zijn leven broeder van Jacob Joestsz, ½ van een stuk lants geheten die Laechte, gelegen inde ban voirs. op tie Leije achter t Manpat, dat de voors. Jacob Joestsz in zijn leven voortijds gecoft heeft van Joest Kerstensz, zijn halve broeder, naar inhoud van de schoutenbrief dd 1543-06-21. Met ½ van ½ stuver sjaars die daarop te erfhuur staat. In dorso: om te toonen wanneer Dirck Wij noch leefde alsoo die assisteert aan Ymme Willem Borritsdochter die de zuster was van Teet vel Tecela Borrits ende vrou van Adriaen Joosten 1559
schepen, buren en tughen: Gheryt Diricxz backer en Zijbrant Woutersz, met zegel van Jelys Jansz [een aftekening van dit zegel in het hs. van Alkemade v.d. Schelling I fol 80 G.A. Haarlem Inv 915]
Arkel, van | 1407-04
R.A.H. Coll Aanw 53 fol 278v
Achternamenindex
hertog Willem geeft een handvest aan Leerdam "item sal onse stede van Lederdam hebben ende behouden 2 hoeven lands gelegen in Nyelant die heeren Jans van Kervenem plachten te wezen ende den Hage ter Lede voor haar gemeente die hem de heer van Arckel voortijds genomen heeft. Item hebben wij hem gegeven na dode van jvr lysbetten Borren wijf van Heemstede 15 morgen land gelegen op Hoge Oosterwijck"
1471-10-06 | Ouder Amstel
R.A.H. Coll Aanw 105 fol 13 (fol 4v)
Jaartallenindex
hertog Karel oorkondt dat hij Jan van Nyenrode Splinterszoon heeft beleend met de lenen hem aangekomen van zijn vader, nl eerst een stucke lants gelegen bij den Reijgerbroeck ter Bindelmeer buyten den Bosch, geheten die Oude broeck, Nyebroeck ende die Hoirnebroec, houdende tesamen 200 morgen, tot een recht leen. Item 6 morgen lants geheten Pouwelsweyde, gelegen bij onsen Reygerbossche in den ban van Bindelmeer, tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een paar witte handschoenen. Item een stuck lands van 11 morgen gelegen op ter Ouder Aemstel bij der kercke, dair optie noordzijde naest an gelegen zijn 15 morgen den grafelijkheid toebehorende ende Noirt Willemsz voortijds van de grafelijkheid in pacht had, en op die zuidzijde die papelijke provende, streckende van den voirs. Aemstel tot Duvendrecht wart an. Ende noch een stucke lants geheten den Gheer gelegen an der westsijde van onsen Reijgerbroeck. Tot een recht erfleen, te verheergewaden met een paar wapenhandschoen ofte eenen gulden daarvoor
Does, van der | 1479-04-20
Cartul St Jan Haarlem no 296, 317
Achternamenindex
het convent van St Jan te Haarlem oorkonden dat zij om "reformacie ons cloesters ende andere nootsaken van pleyten te sustineren" verkocht hebben aan Florys Pietersz, poorter van Leiden, 16 morgen in het ambacht van Leiderdorp, die Willem Jacop Lambrechtsz voortijds gebruikt heeft en zijn kinderen nu ter tijd gebruiken, belend aan de ene zijde: Willem van der Does en Jan Gheryt Lamsz van Berendrecht, en andere zijde: het klooster tot Leyderdorp en Dirck Wouter Danielsz. Vidimus van 1484-07-09. Nogmaals onder no 317
broder Clais van Schoten, commendeur, Aernt Aerntsz van Schoenhoven, prior, Florys Adriaensz, Jacob Claesz, Jan Jansz, Jacop Gerytsz ende Clais Claisz, conventualen en capittelaren van St Janshuis te Haarlem
1e zijtak
Gellicum, van | 1473-04-06
R.A.H. Coll Aanw 105 Asperen fol 11v
Achternamenindex
leen van Asperen: hertog Karel beleent Otto van Gellinchem met 10 morgen land in de heerlijkheid Ackoy in heer Otten hoeve, belend boven: het convent van Asperen, beneden: Gherijt van Ackoeij, bastaard, en Maertijn Bruijsten de bastaardzoon, hem aangekomen bij dode van zijn oom Folpert van Gellinchem; op 1474-02-05 wordt Henrick van Tuijl Gijsbrechtsz beleend met dit leen, hem voortijds overgegeven door zijn oom Folpert van Gellinchem, en beleend door Arnt Pieck van Beesde toentertijd heer van Asperen; Folpert behield zijn lijftocht eraan, en is onlangs gestorven
Lienlaer, van | 1466-11-30
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 194
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Aleid, weduwe van Claes van Lijenlaer, Jan Heynric Salenz, Bertholomeus Jacobsz van Lijenlair en Geryt Bertholomeusz van Lijenlair dragen op de erfelijke rente uit de hoeve tot Lijenlaer, "ende Jan Saell dat steenhuijs mitter grafte alse dat daer nu begrepen is. Ende Bartholomeus Jacobsz der malen renth mit allen horen toebehoren hij hadde uuter hoeve tot Lijelaer. Ende Gerrit Bartholomeusz die nijwe heije alse die gelegen leijt, elcx na uytwisinge der leenbrieve"; vervolgens wordt Lambert van Lyenlaer Claesz met al deze goederen beleend, die voortijds van de hoeve tot Lyenlaer gescheiden zijn
mannen: Peter Dijer, Heinrick van Duven