4 resultaten
1422-03-16 (1421) |
R.A.H. Coll Aanw 76 fol 247/Memoriale in Beyeren anno 1421 fol 80
Jaartallenindex
hertog Johan oorkondt "dat wij om goede gunste die wij hebben en dragen tot Vranken van Bylande, nu ter tyt onse assaijer onser munten van Hollant, ende oick om dienste wille die hij ons voir dese tijt gedaen heeft ende noch doen sal, denselven Vrancken van gratien weder gegonnet ende gegeven hebben [etc], dat na dode sijnre ende Fije Henrixdochter, sinen wijve, dat veer tussen onser stede van Dordrecht ende Zwyndrecht, mit allen sijnen toebehoren, gelyken die brieven van wylen hertog Willem die hij daerof vercregen heeft, in houden, comen en erven sal op Margrieten, hoir beyder dochter, die dat na hoire beyder doot vredelic ende ongehindert behouden, besitten ende gebruiken sal", zolang zij leeft etc
Arkel, van | 1380-1390
Codex Dipl Neerl serie 2 dl 2 p 194-210
Achternamenindex
stukken btreffende de geschillen tussen de heren van Arkel en Vianen: klachten van de heer van Vianen tegen de heer van Arkel. Bij de uiteenzetting van de schade toegebracht aan Gerrit van Voorn Zwedersz is ingeba…t de geschiedenis der heerlijkheid Hagestein: volgt opsomming van heersers over Hagestein; "En alle dese heren der God ghenadich sij, hebben Voern Zweder Voernsoenssoen ende alle siin voervaders rustelic ende vredelic desen voerscr weert [een weert recht roerens boven Vyanen] laten gebruiken"
Hamelenberge, van | 1466-06-24
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 93
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Dirc Albertsz wordt na dode van zijn moeder Weyndelmoet van Hamelenbergh beleend met de helft van een stuk land geheten dat Spijtgen [te Soest], onderdeylt met Garbrant Petersz, strekkende van der Scutterlande in die Eem, belend zuid: Lambert Pijll met dat Nijlant, noord: Vranckencamp; te houden tot een goed onversterfelijk erfleen, "also hij ende sijn voorvaders dit selve lant rustelic ende vredelic beseten hebben gehat dat ⅓ deel van 100 jaren"; het verzuim van het leen niet binnen jaar en dag na dode van zijn moeder verzocht te hebben, wordt hem kwijtgescholden; "habet nunc Gheret Jacobsz en Hyldegont sijn wijf per resignationem Stevens van der Burch ad quem iiic pertinebat, et de consensu Gysberts Dirck Aelbertsz"
mannen: Jan van Amerongen, Gysbert Henricsz
1434-1435~ (2) |
R.A.H. Coll Aanw no 43 fol 134v, 144-148/Reg EL 4 fol 35-36, 37-38, ingestoken papier
Jaartallenindex
(vervolg) dit geschiet was heren Aernt van Leijenbergh die doe sijn drossaet tot Gornichem was enen brief scriven dede, dair hij hem in deed bevelen van sijnre wegen aen te tasten alle die goede die der heerlicheijd van Arkel toe te behooren plagen, want hij dair niemant niet aen en bekenden soe hij die van nijes ende anderwerven gecoft hadde, ende Jan voirs. ende sijn medeplegers die stadt ende landt versuemt ende verloren hadden gelijck voirs. is, en gelijck die voirs. brief des coeps dat inhout ende claerliken bewijst, ende hier na een tijt geleden doe onse genadige Heer Hertoge Jan van Beyeren sal. ged, in der suoene tot Woudrichem bededingt wert, dat hij Gornichem mitten lande van Arkel in kreech ende hebben soude, doe taste men alle goede aen ende bruijct die in alre maten gelyck se die heeren van Arkel tevoeren te bruken plagen, overmits dat Jan van Heerler en anderen sijn medegesellen dat aen hertoge Willem voirs. gebrocht hadden als voirs. is, ende hierom heeft hertoge Jan die goeden voirs. sinen tijt beseten ende gebruijct, ende heeft onser genadiger Vrouwen van Beyeren voirs. dairaen verlijftucht, welcke lijftucht mijns heeren genade van Bourgoignen ende oec mijns heren genaden van Brabant sal. ged. haer geconfirmeert ende gevesticht hebben ende geloeft daerin te houden ende te stercken tegen enen yegelycken die haerne Genaden daerin hijnderen of deeren wilde. Ende overmits dies soe heeft mijn genadige Vrouwe van Beyeren die goeden tot deser tijt toe beseten ende gebruyct van enen yegelyken, ende hopen ende meynen dat myns Heren ged. v. Bourgoignen ende syn hoge wijse Rade ummer billic ende redeliken sal duncken dat sij die goede voers. rustelic ende vredelic ende ongehijndert van enen ygelic hebben ende gebruken sal na utwisinge haere lyftucht brieve ende confirmatien voirs, hare genade dairin niet hijnderende enige zuoenen of ander saken die men dair op ordineren mochte aengesien, want alle voirs. saken voer dieser veeden geschiet syn en in genen veden mogelyc geruert sullen wesen