1536-02-25 |

Inv 403 regest 868/Leeuwenhorst

Jaartallenindex

Heynrick van der Boechorst, priester, ruilt met Ghijsberta van Waerdenborch, abdis van Lewenhorst, 3 hont land in Noirtwijck op Bronsgeest, tegen 12 ½ st sjaars die het klooster op zijn land had staan en 7 st erfhuur op zijn huis in Noirtwijck

bezegeld door Jan bastaard van Noirtich, schout van Noirtwijck

1423-02-05 |

Bissch Arch Haarlem/Cartul Klooster in de Hem bij Schoonhoven Inv no 119 II fol 132

Jaartallenindex

Claes Egbrechtsz, scout in Langheraeck, in Jan van Waerdenborch heer van Broechusens gerecht, ende wij buerluden in denselven ambacht, oorkonden dat Gherijt Ghijsbrechtsz ende Vrederic Willam Cubbersz overgaven aan broeder Ghysbrecht Wiersz tot den Reguliers behoef te St Michiels in den Hem, enen vrijen eyghen van 4½ hont lants, gelegen in den voirs ambacht in t Cranenweer

Zegher Boumansz, Jacob Jansz en Ytgen Hermansz, buerluden

1423-05-26 |

Bissch Arch Haarlem/Cartul Klooster in de Hem bij Schoonhoven Inv no 119 II fol 134

Jaartallenindex

ic Claes Egbrechtsz, scout in Langheraeck in Jan van Waerdenborch heer van Broechusens gerecht, ende wij buerluden in denselven ambacht, oorkonden dat Zoete Florijs weduwe van Leyden gaf broeder Wynrijc totter Regulieren behoef t St Michiels in de Hem, enen vrijen eyghen van 4½ hont lants die haer besterff van Gheertruut Willem Cubberssoens weduwe, gelegen in den voirs. ambacht in Cranenweer

Ytgen Hermansz, Gherit Gheritsz en Goijer Henricsz, buerluden; bezegeld door Claes Egbrechtsz, schout

1439-05-06 |

Bissch Arch Haarlem/Cartul Klooster in den Hem Inv no 119 II fol 132

Jaartallenindex

ic Harwyck Martijnsz, scout in Langheraeck, in Jans gerecht van Broechusen here tot Waerdenborch ende tot Amerzoijen, en Goijer Heijnricsz, Jacob Jansz, Daen Gorijsz, buer in der ambacht voirs. doen kondt etc dat Gherborch Jansdochter van Haerlem overgaf broeder Jan, procurator der Regulieren in den Hem, 2½ morgen lants gelegen in den ambacht voors, in Coppertsweer oestwerts an Martijn Jansz huusweer. Daer buerlude op dese tijt selve geen seghelen en hebben zegelt de schout voor hen