22 resultaten
1504-12-14 |
R.A.H. Coll Aanw 111 Caput N.H. fol 230
Jaartallenindex
compareerde voor den Hove van Holland [Johan] grave van Egmond heer tot Bair, stadhouder generaal van Holland, Zeeland en Vriesland, en verklaarde dat hij onlangs die heerlijkheden van Berckel gekocht had, doch niet zelf over de opdracht kon staan, weshalve hij daarvoor in zijn plaats substitueerde mr Jacob van Almonde
present: heere Philips van Spaengne, ridder, mr Jacob Ruysch, mr Jan Boudinsz, mr Willem van Berendrecht, mr Floris Oom van Wyngaarden Jansz, mr Gerrit van der Mye, mr Jan van Duvenvoorde, mr Reinier de Jonge, mr Jan van Essche, raadsluiden van Holland; my present: Boulin
1494-04-11 |
Inv Arch Kapittel in den Hage regest 413
Jaartallenindex
Dirck Jansz verklaart dat hij het land, waarop door Dirck Jacob Philipsz een jaarrente van 5 £ en 4 schell Holl is gevestigd, voor 1 £ gr sjaars in erfpacht houdt, weshalve de voorn. rente door hem is verschuldigd. Dit betreft 2 stukken land gelegen in het ambacht van Voorburg (vgl 1488-05-25)
1496-06-04 |
Bibl Seminarie Warmond bergnr 0030
Jaartallenindex
de officiaal van de aartsdiaken te Utrecht oorkondt dat niemand bij de deken van Delfland bezwaar heeft ingebracht tegen de aanstelling van Christoforus, zoon van Arnold bastaard van Ysselsteyn, tot vicarius van de vicarie op het Maria altaar in de parochiekerk te Warmond, waartoe hij is voorgedragen door Florentius van Alkemade, weshalve hij deze aanstelling goedkeurt en bevestigt
1523-11-27 |
P.N. van Doorninck: Inv Verz Charters van der Does regest 33
Jaartallenindex
Adriaen van Matenes compareert voor den Hove van Holland verklarende dat hij als jonghe van jaren zijnde ende gemerct die jegenwoirdige oirloge ende garnisoene liggende omtrent Vianen in persoon niet binnen Vianen kan komen om de lenen die van den heer van Brederode leenroerig zijn, hem aanbestorven van zijn vader Janne van Matenes, te verheffen, weshalve hij daartoe volmacht geeft aan Janne van Renes, ridder, jvr Marie van Assendelft, zijn moeije, en Jan van Ondersloet
1529-09-01 |
Partic Leenkamer Asperen 1 fol 46
Jaartallenindex
Rutger van den Boetzelaer beleent Staes Quirynsz met 6 ½ morgen land op Eynspick, daer 2 ½ morgen van gelegen zijn op Bonendael, Willem Woutersz aen die een zyde, ende Deylre grave op die ander zyde. Ende die ander 4 morgen op 't Zandyghelant, die kercke van Eynspyck aen d'een zyde, ende Henrick van Brienen aen die ander zide. Zoals Anthonis Staesz die van ons in leen hield, die zijn onderzaten vermoord en beroofd heeft, weshalve hij zijn leengoed verbeurd heeft (vgl 1550-05-08)
mannen: Jan Cornelisz, Anthonis Petersz, leenman van de grafelijkheid van Holland
1545-09-25 |
R.A.H. Coll Aanw 250 fol 394v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
request van de voochden van Adriaen van Zwyeten, dat zij bij advies van de naeste magen en bij decreet van het Hof op 1544-12-23 de ambachtsheerlijkheid van Zoeterwoude, leen van Holland, verkocht hebben aan burgemeesters van Leyden. Er is een geschil gerezen over het feit dat de pacht van het schoutambacht van Zoeterwoude binnen middelen tijd geexpireert is, weshalve de coopers dit willen verpachten. Op verzoek an supplianten belast het Hof Jan Dircsz Vaender bij provisie met de uitoefening van het schoutambacht
1467-12-09 |
R.A.H. Coll Aanw 238 fol 61/Mem Poes fol 58
Jaartallenindex
compareerde voor den Hove van Holland Willem van Zwieten, procureur-generaal van Holland, en dede bij monde van mr Adriaen Lottynsz, advocaat, zeggen en proponeren dat Vranc van Zaenden gecommitteert is geweest van wege myn genad. Heere omme te ontfangen in Westfrieslant alsulke penningen als geset hebben geweest over t gemene lant van West Vriesland totten betalinge van den bolwerck ende bepalinge voir den Vriesendijc. Welke penn. hij gelooft hadde te betalen in handen van Jan van Poelgeest, als daartoe gecommitteert op 13 Jun j.l. Dat hij in gebreke bleef, weshalve hem door Jan van der Cruce, deurwaarder, aangezegd werd het geld op 31 Juli aan Jan van Poelgeest te betalen op verbeurte van 200 gouden lyonen, of te Medemblik in leisting te gaan. Dat evenwel noch het een noch het ander gebeurde, weshalve Vranc tegen vadaag voor het Hof gedagvaard is om in de boete veroordeeld te worden. Bij monde van Barthoud van Assendelft antwoordt Vranck dat hij niet in de boete veroordeeld kan worden aangezien hij het geld aan Jan van Poelgeest afgedragen heeft. De Proc. Gen. zegt dat dit verweer hem niet kan baten, daar de afdracht van het geld pas in December heeft plaatsgevonden. Het Hof houdt deze questie in beraad tot de komst van de stadhouder generaal van Holland
1450-07-29 |
R.A.H. Coll Aanw 102 Caput Vriesland fol 5/Reg Principum fol 4
Jaartallenindex
hertog Philips oorkondt dat Dirck Struys Gerytsz van hem in leen hout een huysinge met een cleyne werf daar dat huis op staat, gelegen tot Nye Nyedorp, dat het huis echter zoo zeer vervallen en vergaan is dat hij geen macht heeft om dat zonder groote costen staande te houden, weshalve hij het nu in eigendom verzoekt en ontvangt, waarvoor hij den hertog wederom opdraagt 1½ geersen lands te Nye Nyedorp, gemeen onderdeelt in die Hennen, daer naest gelant is an die westzijde: Jacob Boijensz, ende an die oostzijde: Jan Pieter Ailbrechtsz.z. Hiermede wordt hij vervolgens beleend tot een onversterfelijk erfleen
1477-07-21 |
R.A.H. Coll Aanw 106 Caput Z.H. fol 7
Jaartallenindex
hertogin Marie oorkondt dat Joost van Muylwijck Gerritsz den stadhouder en mannen van leen te kennen gegeven heeft hoe dat Jacob die Vriese, die onlancx gestoven is, in leen te houden plach een hofstede met 12 morgen lants gelegen tot Alblas, belend oost: het erve toebehorende Yeve Jannes wijf was, west: jonge Jan Hallinxz ende Hughe Boy [Boeij], onder voorwaarde dat dit leen na Jacobs dood zou komen op Glorie Clabbertsdochter Borgarts die Grooten weedwy en op haar nakomelingen. Welcke Glorie dieselve Joost rechte leenvolger is zoals hij segt, weshalve hij belening verzoekt. Hij wordt hiermede vervolgens beleend tot een onversterfelijk erfleen (vgl 1480-08-08)
mannen: mr Henrick van der Mije, Gysbrecht van der Mije
1539-04-28 |
R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Zeeland fol 163v, 164
Jaartallenindex
schepenen van Elwoutsdyck en Everinghe oorkonden dat voor hen compareerde jvr Elisabeth van Renesse, ambochtsvrou van Elwoutsdyk, Coudorp en Everinge, verclarende dat zij van de keizer in leen houdt "alsulcke tienden als zynre genaden voorders liggende hadden in Everinghe, in Elwoutsdyck ende in Coudorp", en dat uit haar naam Frederick van Wulven, die nu onlancx deser wereld overleden is, de leeneed had gedaan, weshalve zij nu constitueert als haar procureur: Jacob Herweijer, procureur postulant in den Rade van Holland, om namens haar de leeneed te doen (vgl 1626-09-06). Op 1539-09-19 doet Jacob Herweyer de leeneed voor haar in handen van heer Gerrit heer van Assendelft en Heemskerk, ridder, en stadhouder van de leenen
Jacob Simonsz, Cornelis Adriaensz, Jacob Arboutsz, Claes Pieter Hilestelle, Adriaen Jan Vriese soon, Mathys Willemsz, schepenen; leenmannen: mr Cornelis Suys, Raad in de Camer van den Rade en in den leenhove, Pieter heer van Roden en Peyndrecht, Cornelis Barthouts, Willem Criep